Gideons kleine leger

Door Fikry El Azzouzi, Sandy Williams, Fenneke van der Aa, Monali Meher, Gerardo Salinas, op Thu Dec 11 2014 08:20:37 GMT+0000

Eens moet je het roomse van je afschudden. Niet meer het schijnheilige boontje uithangen. En durven om, net als de oudtestamentische rechter Gideon, plaatselijke heilige huisjes in te trappen. Maar waar te beginnen? Rekto:verso vroeg vier creatievelingen met buitenlandse achtergrond naar de Lage Landen te kijken: welke onbesproken gebruiken, verborgen taboes en onaantastbare schijnwaarheden beheersen ons cultuurlandschap?


Paternalisme 2.0

Fikry El Azzouzi

Wie denkt dat het theaterlandschap een progressieve wereld is, met oog voor zelfkritiek, met oog voor wie er allemaal in zijn achtertuin aan het spitten is, die moet dringend wakker geschud worden. Ik begin opnieuw. Wie denkt dat het theaterlandschap een conservatieve wereld is, met oog voor zelfverheerlijking, met oog om met je eigen vinger in je eigen navel te zitten spitten, die heeft het goed begrepen.

Hét heilige huisje van het Vlaamse kunstenveld is de steeds herhaalde zelfovertuiging dat het voorloopt op de rest van de samenleving. Hoe creatieve mensen zo kunnen dwalen. Als ik kijk naar de grote heilige stadstheaters, de grote mastodonten, de grote heilige jeugdtheaterhuizen, naar hun omgang met de grootstedelijke context of met de veelkleurigheid, dan kan ik maar één ding concluderen: van hetzelfde witte laken een pak.Wat ik zie, is desinteresse, eigenbelang, superioriteitsgevoel en een subliem tactisch inzicht om de nodige subsidies te verzilveren, door elk jaar een stuk te maken met de huisallochtoon van dienst, om toch maar aan te tonen hoe geweldig veelkleurig we bezig zijn.

Wel, beste grote huizen, we zijn helemaal niet goed bezig. Het is rampzalig. Op het vlak van grootstedelijkheid en veelkleurigheid lopen we hopeloos achter. En er is geen enkel besef, geen enkele aanzet om daar iets aan te veranderen. Meer nog, jullie schuiven de verantwoordelijkheid van je af. Met de weinige kruimeltjes die overblijven, maken jullie misschien wel iets exotisch, liefst iets sociaal-artistieks, graag iets waar jullie ze nog eens over hun bol aaien, om aan te tonen hoe plezant theater is en hoe goed jullie zelf bezig zijn. Over paternalisme 2.0 gesproken.

Hét heilige huisje van het Vlaamse kunstenveld is de steeds herhaalde zelfovertuiging dat het voorloopt op de rest van de samenleving

Wees niet kwaad op de boodschapper, wees kwaad op de boodschap, want het is erg dat 2014 nog steeds zo hard lijkt op 1984. En zeg nu alsjeblieft niet dat kunst zich niet hoeft te verantwoorden, dat kunst zich niet hoeft bezig te houden met grootstedelijkheid en veelkleurigheid, dat we louter voor kwaliteit gaan. Dus het andere is vanzelf minder kwalitatief? Jouw norm is heilig en al het andere is blasfemie?

Allemaal voorwendsels om jullie verantwoordelijkheid te ontlopen. Kunst en beleid zijn twee verschillende dingen. De kunst, de kunstenaar wordt gekozen door een huis dat door de samenleving betaald wordt. Een samenleving die tegenwoordig gekleurd en intercultureel is. Geen samenleving zoals dertig jaar geleden. Het is meer dan logisch dat de samenleving daar een minuscuul deel van wil terugkrijgen. Waarom houden jullie zo hard vast aan datzelfde witte laken? Waarom willen jullie blijven spoken in jullie eigen huis? Waarom steeds weer die heilige conservatieve reflex? Wat is daar het nut van? Is het angst? Een identiteitscrisis? Dan wil ik je gerust troosten en met jou de straat oversteken om al de veelkleurigheid van de stad te tonen.

Waarom kan theater niet vernieuwend, verrassend én een afspiegeling van de maatschappij zijn? Dat moeten de kathedralen mij eens uitleggen. Het liefst met feiten die mijn woorden kunnen weerleggen. Waarom schreeuwen onze kathedralen pas moord en brand als het over centen gaat? Het wordt tijd dat er een kathedraal uitbrandt, zodat we helemaal opnieuw kunnen beginnen.

Wie een poging doet om iets te veranderen, zal vijanden maken. Maar als er niets verandert, zal het opnieuw dertig jaar blijven stilstaan. Er zijn wel degelijk alternatieven op komst, er is een nieuwe lichting die zijn plaats zal opeisen. Goedschiks of kwaadschiks, ze zal de realiteit omarmen, in plaats van ze te ontkennen. De grote stadstheaters hebben artistieke leiders nodig die verantwoordelijkheid nemen, die een visie hebben en weten dat Vlaanderen op korte tijd veranderd is. En als ze die verantwoordelijkheid niet nemen, of gewoon tekortkomen, dan raad ik ze aan om plaats te maken voor een nieuwe generatie.

Fikry El Azzouzi is Marokkaans-Vlaams schrijver van boeken en theaterstukken. Hij maakt deel uit van muziektheatergezelschap SINCOLLECTIEF.

**

Eighteen Rules for the Performing Artist Working in Belgium

Sandy Williams

1. The Artist may go by one of the following titles: Choreographer, Dancer, Maker, Performer, Dancer-Choreographer or Maker-Performer. NEVER Choreographer-Performer, Dancer-Maker (those just sound weird) OR Dancer-Performer, Choreographer-Maker (that’s just redundant).

2. Once every five years, the Artist must create a piece based on a Greek myth (preferably Oedipus), a Shakespeare play, an Ibsen play, a Chekhov play or The Rite of Spring.

3. In daily life, the artist’s clothing must be expensive, slightly soiled and definitely not ironed. When in doubt: Women – Skirt and Slouchy Leather Boots; Men – Whatever it was you slept in.

4. Don’t question the misogyny.

5. All dance pieces must have a minimum of one Thematic Idea or Concept and no more than two Thematic Ideas or Concepts (and even then, we prefer only one). Any more makes it look like you don’t really know what you want and you are not making clear Choices.

6. The Thematic Idea may be either ‘… and then the audience suddenly goes WOW!’or ‘…and then the audience goes Hmmmm (thinking-about-it-sound)’but never both.

7. In the rare case that the Artist manages to create a piece with more than one Thematic Idea or Concept (see 5), the first Thematic Idea or Concept, i.e. ‘Hmmmm’ (thinking-about-it-sound), must be different than the second Thematic Idea or Concept i.e. ‘Hunh’ (different thinking-about-it-sound). (This does not apply to WOW!’s)

8. Don’t forget to show your Choices!

9. Two Hmmmm’s don’t make a WOW! Note: 1 WOW! + 1 WOW! = 3 WOW!’s (Rules be DAMNED! People love WOW!’s. Go for it!!)

10. On stage, the artist must wear one of the following options (no mixing!): training clothes, your street or H&M street clothes (see 3), Zentai unitard, giant furry animal costume, something/anything placed on your head that clearly doesn’t belong there (be creative!).

11. The Artist is advised to begin their show already on stage so that they may welcome and acknowledge the entrance of Us, the audience. If the Artist is not on stage giving out personal welcomes and acknowledgements as We enter the theatre, you must at least be already on stage doing something (stretching, talking/joking with the other dancers/performers, collaging/scrapbooking, getting in the Zone) because when you enter after us, it makes us uncomfortable. It’s like when we come over to your apartment and you buzz us in over the intercom, saying that you are just finishing up in the shower, so we climb the stairs to your empty apartment and then have to hang around by ourselves in your room listening to you be wet and naked in the bathroom, and when you finally come out you’re wearing only a towel around your waist and you have your hair up in one of those crazy towel turbans and it’s only then that we are personally welcomed and acknowledged, after ten minutes of being left alone waiting for you to enter and start the show.

12. When in doubt: Sing or Scream or Project A Video On The Wall/A Performer or Put Something On Your Head That Doesn’t Belong There or Misogynate.

13. The Artist must work for free when asked. Refusal to do so will result in a penalty loss of four Kunst Points (for thinking that choreographing/dancing/making/performing are just a job and not the thing you love most in the world and are ready to do something mythologically Greek in honour of [see 2].)

  • Kunst Points count towards your Artistic Status and determine whether a programmer will mail you back. There is no correlation whatsoever between Kunst Points and your income.

  • You can earn extra Kunst Points by attending all the performances performed by your peer performers, although paying for your ticket will nullify them. Never pay for tickets. Ever.

14. Kunst Points may be redeemed at any time (except weekends, Mondays, Wednesday mornings and the summer time) and at any of the following establishments: ABVV, ACV, ACLVB, RVA, VDAB, Actiris, the Exki in Gare du Midi.

15. To redeem Kunst Points the artist must submit a dossier to one of the above organizations. The Artist will then be contacted within 6–11 weeks to determine the validity of each Kunst Point. If the Artist is not contacted with in 6–11 weeks he/she is to apply again.

16. Each application for redemption of Kunst Points will cost the Artist 1 Kunst Point.

17. The evaluation procedure of your application for redemption of Kunst Points in one of the above organizations involves determining the value of each Kunst Point, which is executed by a hamster (no metaphor nor pars pro toto, an actual hamster [see 4.]).

18. Her name (the actual hamster’s name) is Peggy.

Sandy Williams (1979) is a dancer and choreographer living in Brussels. Even though he (he’s a he) is Canadian.

**

De schaduwzijde van Hollandse tolerantie

Monali Meher

Assimilatie. Als kunstenaar mag je het eigenlijk niet zeggen, maar menig kunstenaar assimileert zich. Zeker als internationaal kunstenaar leer je vooral je aan te passen, ook in Nederland. Enerzijds uit nood tot acceptatie, anderzijds uit nieuwsgierigheid; je wilt je eigen maken wat je ziet. Toen ik net aankwam in Amsterdam gebruikte ik daarom een neutraal palet; ik wilde me aanpassen aan die Nederlandse vlakke lijn en loskomen van mijn Indiase identiteit. Later leerde ik mijn Indiase achtergrond toch te tonen: Marina Abramovic adviseerde mij juist mezelf te zijn en rekening te houden met mijn achtergrond. Wil je als kunstenaar oprecht zijn, dan moet je die beperkte bewegingsvrijheid in acht nemen.

In het vlakke Nederland lijkt neutraliteit de stelregel. Kunst heeft nauwelijks sociale of politieke boodschappen. Daarbij vergeleken lijkt België, het land waar ik net mijn eerste schreden zet, meer geëngageerd. Misschien komt dat doordat België meer taboes en minder vrijheden kent. België kent meer rebelse kunstenaars en Belgische kunst weet nog te choqueren, al lijkt het publiek langzaam die Hollandse schouderophaling aan te nemen. Zo hoorde ik bij Jan Fabres ‘The Crying Body’ wel shock, maar geen protest.

Nederland lijkt het land waar alles kan, ook in de kunsten. Taboes kent de Nederlandse kunstwereld in principe niet. Althans, zolang je je werk kunt onderbouwen. In Amsterdam leerde ik namelijk dat het louter tonen van mijn werk niet genoeg was; ik moest het kunnen uitleggen. En zeker als internationaal kunstenaar. Dat verzwaart de taak van de kunstenaar en ontneemt het publiek die eigen denkbeweging. Kunst die niet recht door zee is, niet grondig onderbouwd is, werkt hier niet. De Nederlander heeft nood aan directheid, aan helderheid. Anders wordt er makkelijk, maar laatdunkend en afkappend ‘oh, dat is interessant’ of ‘goh, wat fascinerend’ uitgegooid. Het is de Nederlandse standaardreactie op een werk dat de pet te boven gaat.

De Nederlander heeft nood aan directheid, aan helderheid. Anders wordt er makkelijk ‘oh, dat is interessant’ of ‘goh, wat fascinerend’ uitgegooid

Nederland is ook het land dat te boek stond als tolerant. Ik kwam in 2000 naar Amsterdam voor een kunstenaarsresidentie. Kort daarop waren de aanslagen op het WTC, wat later werd Theo van Gogh vermoord. Het bracht een mentaliteitsverandering. Racisme is een groot woord, maar bestaat nog altijd. Dat maak ik als Indiase in het dagelijkse leven mee, ook in België. Kleine opmerkingen die benadrukken dat jij anders bent, een vreemde. Ook in de kunstwereld wordt voortdurend die achtergrond benadrukt. Je moet, dankzij het etiket ‘Indiaas kunstenares’, vaak veel meer uitleggen. Dat maakt mij op zich niet boos, maar het verandert wel de perceptie van mijn werk. Je wordt steeds veroordeeld om je andersheid, maar tegelijkertijd boeit dat ook.

Met mijn andersheid bots ik bewust en onbewust tegen heilige huisjes aan. In India werd ik, door een foto-installatie waarop mijn lijf zichtbaar naakt was, afgeschilderd als te westers en beïnvloed door het Amsterdamse red light district. In Nederland of België stuit zo’n installatie weinigen tegen de borst. Of het wordt afgedaan als ‘joh, ze is Indiaas’. Hier blijkt men juist gevoelig voor het tonen van emoties, van een traag proces en het uitblijven van antwoorden. En dat is precies wat ik hier doe in mijn performances. Door bijvoorbeeld betekenisvolle objecten met rode wol te omwikkelen, door dingen in bescherming te nemen. ‘Monnikenwerk’, zei iemand eens, ‘niet van deze tijd’. Klopt. Maar ik ben ook niet van deze wereld.

Monali Meher studeerde beeldende kunst in Mumbai en deed artistieke residenties in Wenen en Amsterdam. Ze woont en werkt in Amsterdam en Gent. Zie ook www.monalimeher.com.

**

Het huis van Asterion

Gerardo Salinas

Er is een heilig huisje dat in een deel van de kunstensector voor stagnatie zorgt. Het is een huis gebouwd met bijzondere bakstenen: alle ingebakken negatieve overtuigingen over maatschappelijke veranderingen die kunnen bijdragen tot een meer divers kunstenveld. Dit deel van de sector maakt niet genoeg gebruik van alle mogelijkheden die zich aanbieden in onze nieuwe stedelijkheid, de migratiegolven zonder precedent, onze nooit geziene toegang tot informatie, het grote netwerk dat de wereld daardoor geworden is. De kunstensector heeft zich vaak verschanst in een huisje dat ik het complex van Asterion zou willen noemen.

Asterion is half mens en half stier. Hij woont in een huis dat een doolhof is. In het kortverhaal van Jorge Luis Borges, ‘La casa de Asterión’, is deze Asterion bang voor de anderen en de buitenwereld die hij niet kan begrijpen. Daarom blijft hij altijd in zijn complexe doolhof, zijn schuilplaats, wachtend tot iemand hem uit zijn bestaan komt verlossen. Zo zit ook een groot deel van de kunstensector in zijn heilige huizen te wachten, doodsbenauwd voor wat anders is. De muren van de doolhof zijn gemaakt uit enkele beperkende mythes, zoals ook Asterion zelf een mythe is:

Kunst valt samen met de kunstensector. Ja, Vlaanderen beschikt wel degelijk over een geweldige, kwaliteitsvolle, sterk gestructureerde en gedocumenteerde kunstensector. Maar kunst valt nooit volledig te vatten, te grijpen en te klasseren. Grote kans dat men over driehonderd jaar kunstmanifestaties uit deze tijden herinnert die onze kunstensector nu niet aanbiedt.

Grote kans dat men over driehonderd jaar kunstmanifestaties uit deze tijden herinnert die onze kunstensector nu niet aanbiedt

Het niet-deelnemende publiek is niet geïnteresseerd. Nee, er bestaat wel degelijk een potentieel publiek met een gevoeligheid voor de kunsten dat nu geen aansluiting vindt bij het bestaande aanbod. Door een aanvullend aanbod, betere communicatie en meer publiekswerving kan dit ook ‘publiek van de kunstensector’ worden.

Alles is de schuld van de ticketprijs. Nee, dat is niet de enige reden, want een participatieonderzoek van de stad Antwerpen bewees dat ongeveer 80% van de Antwerpenaars wel naar de bioscoop gaat. Daarvoor ligt de ticketprijs tussen 10 en 13 euro.

Wij maken als cultuurorganisatie geen deel uit van de verandering. Ja, dat kan je wel denken, maar het valt nog te bezien of de (stedelijke, demografische, sociaaleconomische) werkelijkheid zoals ze nu snel verandert, dat ook vindt. Alle zekerheden moeten in vraag gesteld worden. Een nieuwe tijd vraagt een nieuwe richting. Geen volledige revolutie, maar een verbreding. Risico’s nemen is de boodschap.

De sector kan oordelen over alle kunsttalen. Nee, dat is een tomeloze zelfoverschatting. Er zijn verschillende kunsttalen. Voor pakweg hiphopcultuur, Grieks-orthodoxe portretkunst of Afrikaanse dans is er externe expertise nodig om deze talen juist te kunnen beoordelen. Er bestaat ook kwaliteit buiten de bekende wereld van de kunsten. Die vind je alleen als je met de juiste kennis om ze te kunnen lezen, veel breder gaat prospecteren.

We staan na twintig jaar nog nergens. Nee, er is nu juist van alles aan het bewegen. Bibliotheken worden oneindig en oneindig veeltalig. Babel werkt, om het met Borges te zeggen.

Asterion moet uit zijn doolhof komen, de muren zelf afbreken en de wereld daarbuiten leren kennen. Alleen zo zullen we kunnen genieten van alle voordelen van de nieuwe stedelijkheid.

Gerardo Salinas is medewerker van de Arenbergschouwburg en artistiek leider van het Mestizo Arts Festival (MAF).