Experimenteel theater de vrije radicalen presenteert:

Door Jurgen Tas, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

DRAMATIS PERSONAE

XAVIER ROELENS de tegendraadse dichter
JURGEN TAS de achtergebleven dichter
DIRK VAN BASTELAERE de postmoderne dwingeland
DE RADIOSTEM de gratuite stijltruc/ de symbolische kritiek

De met wilgen omzoomde snelweg richting Parnassus, juni 2007.

(Een lange stoet figuranten van belangrijke dichters uit de Nederlandstalige literatuur schrijdt statig over de bühne. Een gulden verkeersbord geeft aan dat ze op weg zijn naar Parnassus)

XAVIER ROELENS (Komt het toneel opgestormd uit de tegengestelde richting en zigzagt rakelings langs de dichters)

Opzij, opzij, opzij! Maak plaats, maak plaats, maak plaats! Ik heb ongelofelijke haast om mijn allereerste dichtbundel te presenteren. Ik moet alleen nog vlug een titel zien te verzinnen die de lading …

DE RADIOSTEM (Onderbreekt de dichter)

Er is een spookrijder gesignaleerd. Auteurs op de snelweg richting Parnassus worden gevraagd uiterst sceptisch te blijven. (Stoet af)

ROELENS

Maar, dat is het! Ik doop mijn debuut Er is een spookrijder gesignaleerd.

(Tot het publiek, uitdagend) Laat die titel een waarschuwing zijn, lezer: deze dichter houdt zich niet aan de regels. Hij is tegendraads, en totaal niet bang om met u in botsing te komen!

(Steekt zijn bundel als een trofee in de lucht en vervolgt zijn weg. Uit de coulissen komt echter nog een achtergebleven dichter aangesjokt. Een frontale botsing tussen de twee jongelingen valt niet te vermijden)

JURGEN TAS

Kijk uit! Parnassus is dié kant op!

ROELENS (Schamper)

O jee, hier staat er weer een, hoor. Een stiltezoeker. Luister, vrind, waarom keer je niet rustig terug naar je pastelgroene schrijfkamertje? Steek wat geurkaarsen aan, schenk jezelf een kopje kamillethee uit en probeer te vergeten dat in de postmoderne buitenwereld niemand een fuck geeft om je achterhaalde poëtica van mijn kloten! De pot op met vormelijke en inhoudelijke regeltjes!

TAS

Ik denk dat je me verwart met iemand, want ik weet niet eens wat een stiltezoeker …

ROELENS (Op dreef)

En ik heb wel in de smiezen waarom jouw volkje de verworvenheden van het postmodernisme ter discussie stelt. Stijlnazi's zijn jullie! Blinde aanhangers van een totalitaire poëzie die minutieus voorschrijft hoe een raszuiver gedicht eruitziet en elke afwijking verguist als inferieur gekrabbel in de marge. Of zoals ik al scherpzinnig opmerkte in 2005: (Declameert)

'Postmodernisme is bij sommige jonge dichters een scheldwoord geworden. Het maakt duidelijk te veel geluid en men is op zoek naar stilte. Stilte is toch de tegenhangerterm in die recensies in Vlaanderen. Bij stilte moet ik altijd aan stilzwijgen denken, aan verzwijgen. Ik kan mij er iets bij inbeelden als Rutger H. Cornets De Groot van een reactionaire agenda spreekt, of Marc Reugebrink deze uitlatingen (daarom niet noodzakelijk de mensen zelf, toch niet in hun zelfbewustzijn) als extreemrechts omschrijft. Deze jonge dichters vluchten in elk geval: in een dichtgetimmerd klankspel, in mythologieën, in huiselijke gedichten met de rolluiken neer. Daarbij geldt dan de vraag of ze in hun stilte-eis nog wel naar de mening, de cultuur, de woordenschat van een ander willen, kunnen, durven luisteren. Want stilte proef je best alleen. Zonder die zes miljard postmodernisten om je heen.'

(Projectie van de wereldbol, luid applaus, Roelens maakt een diepe buiging en ontvangt een bos bloemen)

TAS

Ik voel me niet aangesproken: ik kluts wel al eens een paar tekstgenres door elkaar in de beste postmoderne traditie. Maar schilder jij je opponenten nu af als literaire autisten met extreemrechtse sympathieën? Dat is behoorlijk stigmatiserend, vrind. Sta me toe even advocaat van de duivel te spelen: zouden die wereldvreemde stiltezoekers niet veeleer ageren tegen de uitwassen van het postmodernisme dan tegen de tijdgeest? In dat geval lijken hun klachten me best ontvankelijk, want geef toe, het postmodernisme heeft ook de deur op een kier gezet voor allerhande charlatans, die hun potjes gebakken lucht proberen te slijten als experimenteel of vernieuwend. En waarom zouden ze ook niet? Vandaag kan een concept of een embryonaal idee al tot kunst worden gepromoveerd — enige inhoud is een bonus, geen noodzakelijke voorwaarde. Het gaat erom hoe gewiekst een kunstenaar zijn keuzes weet te motiveren: marketingtalent is even belangrijk geworden als visie. Als ik een witte pagina zou verkopen als een gedicht dat de stilte weerspiegelt: prima! Niemand hoeft te weten dat ik die dag geen greintje inspiratie had, en dat mijn verantwoording niet meer is dan een opportunistische redenering post factum. Maar goed, ik kan hier nu niet langer blijven staan.

ROELENS (Op uitbarsten)

Noem jij me een nepdichter? Zo'n academische snob die zijn literatuurgeschiedenis kent en wel weet hoe hij een gedicht moet namaken, maar nooit zal begrijpen wat scheppingsdrang betekent?

TAS

Als je mijn betoog als een persoonlijke aanval hebt ervaren, bied ik daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Al nam ik niet jou op de korrel, ik weet niet eens wie jij bent.

ROELENS (Ontploft)

Jij weet niet wie ik ben?! Jij — weet — niet — wie — ik — ben?! (Houdt zijn bundel vlak voor Tas' neus) Xavier Roelens is de naam! Xa-vier Roe-lens!

TAS (Laconiek)

Aangenaam, ik heet Jurgen. Je naam zegt me niets, maar de titel van je bundel waarschuwt me voor een dichter die nogal graag koketteert met een rebels imago.

ROELENS

Hou je me voor de gek, grapjurk? (Mijmerend) Da's nu toch al een paar jaar dat ik in 't vak zit. 'k Heb voorgedragen in Antwerpen, Gent, Leuven en Ruiselede. 'k Heb aan poëziefestivals deelgenomen, 'k heb ook poëziefestivals georganiseerd. 'k Heb succes gekend met de stichting van de vzw EN ER IS, 'k heb ellende gekend na het einde van het gelijknamige literaire tijdschrift. 'k Heb toejuichingen gehad toen ik met Maarten De Pourcq een baanbrekende bloemlezing presenteerde, Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw. Maar jonge dichters hebben meestal maar één verzoek: 'Een eigen bundel, voor ik sterf, voor ik verga!'

TAS

Zo, het ontbreekt je in elk geval niet aan ambitie. Althans, dat laat die van profetische pretenties gezwollen subtitel van jullie bloemlezing toch vermoeden.

ROELENS

Daar gaan we weer, hoor. Kritiek op mijn werk lijkt steevast voort te vloeien uit een oppervlakkige afkeer van mijn persoontje. Kennelijk verwarren sommige cynici mijn gedrevenheid met geldingsdrang. Onversneden broodnijd is het! Ik zou het op prijs stellen als je mijn bundel eens probeerde te beoordelen op zijn literaire merites, in plaats van me neer te halen met argumenta ad hominem!

TAS
Oké, geef 'm maar hier.

ROELENS

Hoezo? Kun jij dan in een-twee-drie een dichtbundel becommentariëren?

TAS

Inderdaad.

ROELENS

Cool.

(Tas krijgt de bundel aangereikt en leest hem in een oogwenk door. Dan staart hij peinzend voor zich uit)

ROELENS

En, wijsneus? Op zoek naar superlatieven om je bewondering uit te drukken?

TAS

Nou, nee. Ik probeerde me een gedicht te herinneren van Cees Buddingh', met name Modus operandi: (Reciteert)

hij wilde schrijven ik voel mij

o zo doodongelukkig

maar het kwam niet uit met het rijm

daarom schreef hij toen maar

het leven is heus nog zo kwaad niet

ROELENS

Wat heeft dat vers in vredesnaam te maken met mijn debuut?

TAS
Wel, volgens mij vat het je poëtica perfect samen: je lijkt bereid de inhoud te verloochenen om de vorm te laten kloppen.

ROELENS (Boos)

Dat is ronduit lasterlijk! Dat kun je helemaal niet hardmaken!

TAS

Dat geef ik volmondig toe.

ROELENS

Twijfel je werkelijk aan mijn dichterlijke integriteit?

TAS

Ik maak me echt zorgen om jou. Xavier, je bent een kleinzoon van het postmodernisme, dus we wisten dat je erfelijk belast kon zijn met het poëtische defect van de inteeltgeneratie Van Bastelaere-Spinoy. Na de lectuur van Er is een spookrijder gesignaleerd moet ik de harde diagnose stellen: ook jij bent een dichter die lijdt aan obsessief-compulsieve tegendraadsheid. Het is alsof je in paniek raakt wanneer een gedicht er enigszins klassiek uitziet of te sterk lijkt op het vorige gedicht. Dan ga je dwangmatig veranderingen aanbrengen in de opmaak, die helaas niet altijd even functioneel zijn, en vaak zelfs lijken op goedkoop effectbejag. Het resultaat is een bundel die stilistisch dermate gevarieerd is dat hij eentonig wordt. Je promoveert de afwijking tot de norm, en schept daardoor ironisch genoeg een nieuw, paradoxaal dogma. Net het tegenovergestelde van wat de spookrijder wilde bereiken!

ROELENS

Zal ik het maar gewoon toegeven? Jurgen, ik schrijf eigenlijk therapeutische poëzie, ter behandeling van mijn pathologische experimenteerdrift. (Geveinsd snikkend) Dat was ook de gênante reden waarom ik me vroeger schuilhield achter een stripheldpseudoniem als X Roelens.

TAS

Geef liever toe dat die hoofdletters in 'Het is Geen Dag voor Droeve Gedichten' er alleen staan omdat ze er kónden staan! Ze verraden een onverbeterlijke showman, die geen kans onbenut laat om zijn kunstjes te tonen. Je lijkt echter niet te beseffen hoezeer je de lezer irriteert met betuttelende tierlantijntjes als 'we zetten schrapjes op onze longen' of 'de manen van verdriet () glinsteren () de nacht aan stukken'. Of wat te denken van een doorzichtige truc als ''S preekt'? Hm, zou de dichter misbruik maken van mijn agglutinerende neiging om 'spreekt' te lezen, om me op het verkeerde been te zetten? Jawel, hoor! (Ironisch) De graduele verduidelijkingen ''S chrijft', ''S chrapt' en ''S opgelucht' culmineren in een verbijsterende climax: 'S' was van meet af aan óók de initiaal van een persoonsnaam! F lauw.

ROELENS

Je overdrijft.

TAS

O ja? Zelfs de titels van de gedichten vallen ten prooi aan je praalzucht, met simplistische koopjesvondsten als 'het vastgelopen interv' tot gevolg!

ROELENS (Tot het publiek, badinerend)

Wat een kommaneuker, zeg! Zou hij soms deel uitmaken van de redactie van yang? (Lachband)

TAS

Je hoeft me niet te schofferen! Mijn kritiek op je exuberante gebruik van veelal gratuite stijltrucs is zonder meer relevant: al die slimmigheidjes herleiden je debuut tot een steenkoude ijsklomp verstandspoëzie, waaruit de invloed blijkt van een cerebrale extremist als Dirk van Bastelaere. Je poëzie blijft te rationeel om te beklijven. Boor eens een nieuwe dichtader aan, een die recht naar het hart gaat! Maar alla, laat me je ook enige lof toezwaaien, want ik wil niet worden beschuldigd van karaktermoord. Ik moet bekennen dat je met deze bundel — ondanks enkele gedichten die vooral bedoeld lijken om je vaardigheid te demonstreren met het Opmaak-menu van Word — in elk geval een middellijk bewijs levert voor je talent. Je schrijftechniek is eersteklas, het komt er vooral op aan die doelgericht te leren gebruiken. Ontdoe je verzen van alle franje. Overwin de schroom om emotioneel naakt te gaan, want pas dan kan de lezer weten wat voor vlees hij in de kuip heeft: een opwindende, pure dichter of een slap aftreksel.

ROELENS

Ik heb van jou geen les te krijgen! Mijn willekeur is wet!

TAS

Kalm aan, ik wil je maar attenderen op de gevolgen van een overladen stijl. (Verzoenend) Je bent me er eentje, hoor! Niet iedere dichter durft het literaire toneel op te stormen als een spookrijder, met een bundel waarin hij openlijk aanstuurt op een botsing. En je blijkt niet alleen een zelfverklaarde provocateur, maar ook nog een eigenwijze polemist! Ergens kan ik die jeugdige overmoed wel waarderen: de Vlaamse dichtkunst heeft nood aan een nieuwe controversiële branieschopper, nu postmoderne poëzierevolutionairen als Dirk van Bastelaere en Erik Spinoy tot het establishment zijn gaan behoren. Weet je wat? Laten we deze bundel door de vingers zien als een jeugdzonde. Dit is het ongewenste geesteskind van een ongeduldige dichter in zijn rijpingsjaren.

ROELENS

Het is verdikke waar: ik wil succes! Nu! Niet seffes, niet direct, niet sebiet, niet weldra, maar nu!

TAS (geamuseerd)

Quod erat demonstrandum! Die referenties aan moderniteiten waarmee de bundel doorspekt is — van http-fouten en dvd's tot The Simpsons — vormen al een indicatie voor je kortetermijndenken!

ROELENS

Hoe bedoel je? Ik ben toch gewoon een coole dichter van mijn tijd?

TAS

Het snelle succes is je gegund, homie! Maar je trendy taalgebruik beperkt de houdbaarheid van je poëzie. Zeker, met onwijs gave verzen als 'spelend met de muis lay-out ze haar lichaam' en 'adsl-snel zouden we draven' kun je subtiel de 21e-eeuwse poëzieliefhebber met een breedbandabonnement bespelen. Onbewust haal je echter een semantisch virus binnen, dat op lange termijn de begrijpelijkheid aantast van de geïnfecteerde dichtregels. Ik wil je niet ongerust maken, maar IT'ers voorspellen alvast dat het aanraakscherm al in de nabije toekomst de muis zal verdringen, en het valt te vrezen dat ook de breedbandtechnologie op een dag hopeloos gedateerd zal zijn. Afijn, het is triest als poëzie roerloos verankerd ligt in het heden, door de schuld van een kortzichtige dichter.

ROELENS

Ben je stilaan uitgekankerd?

TAS

Jazeker, want over de inhoud van de bundel kan ik geen zinnig woord zeggen. Als je een symbolische ode wou brengen aan het tanende postmodernisme, moet ik concluderen dat Er is een spookrijder gesignaleerd een meer dan geslaagd debuut is. Het is namelijk een ondoorgrondelijke, onsamenhangende, onderkoelde bundel die vooral vragen oproept, zoals: wie interesseert zich voor egocentrische gedichten over hoofdzakelijk schrijven en neuken? Wat als de dichter zijn poëtische blikveld niet verruimt? Waar ligt zijn empathie begraven? Wanneer zal zijn poëzie verrijzen boven het alledaagse? En waarom the fuck lijken zijn amoureuze verzen geschreven in een geheimtaal die alleen hij en zijn geliefde verstaan, waardoor de lezer het onbehaaglijke gevoel krijgt de voyeur te zijn van een intieme aangelegenheid die hem geen reet aangaat? Mijn hart kan er met zijn verstand niet bij.

ROELENS

Ik wil geen grap, meneer, ik wil geen grap.

TAS

Neem mij niet kwalijk. Nogmaals, ik ben wel degelijk overtuigd van je potentieel! Zoals zoveel jonge dichters heb je echter te kampen met writer's cock, dat pijnlijke onvermogen van een schrijver om het eigen werk te relativeren. Jijzelf zult er nog niet veel last van hebben gehad: de symptomen beperken zich doorgaans tot een triomfantelijke erectie tijdens het schrijven, die gepaard kan gaan met een abnormaal sterk verhoogde — aha! — geldingsdrang. Een vroege diagnose is niettemin belangrijk, aangezien writer's cock — of, in wetenschappelijke termen, fallus olyslaegersis — op den duur de literaire geloofwaardigheid aantast, en in ernstige gevallen zelfs aanleiding kan geven tot het ontstaan van een windbuil, een aandoening van het ego waartegen tot op heden geen verbale remedie bestaat. Stel de behandeling dus niet uit. Negen van de tien keer ben je trouwens al gebaat bij een eenmalige koude douche, zoals de confrontatie met dichtwerk van wereldklasse. En een relaps kan je voorkomen door je zelfkritiek te oefenen. Je moet schrijven, schrappen, kladden, gommen, peinzen, vloeken en weer doorgaan!

ROELENS (kurkdroog)

Een andere keer, misschien.

(Plots daalt de duisternis neer over het toneel en komt een dikke mist opzetten. Uit de nijdgroene nevel doemt een omineuze gedaante op)

ROELENS (Knielt in ontzag)

Ecce pomo!

TAS

Wie is dié rare kwibus? Een man met een hart van steen en een gespierd brein, uitgedost als Pontius Pilatus!

ROELENS

Herken je hem dan niet? Het is Dirk van Bastelaere! Anno 1982 was hij de postmoderne heiden die de gegeselde Waarheid in een spotmantel te kijk zette voor het Vlaamse poëzieplebs!

DIRK VAN BASTELAERE (Met donderende stem)

Zwischen uns sei Wahrheit!

TAS

Hij raaskalt.

ROELENS

Stommeling! Dat is de titel van de postmoderne beginselverklaring in R.i.P., het jonggestorven opinieblad van mijn geestelijke grootvader. (Tot Van Bastelaere) Vergeef hem, bompa, want hij weet niet wat hij doet als hij onze gedichten probeert te doorgronden!

VAN BASTELAERE

Voorwaar! Zijn antieke, op coherentie en interpretatie gefixeerde leeswijze schiet schromelijk tekort als hij te maken krijgt met postmoderne poëzie. Ik zal nog eenmaal onze geloofspunten verkondigen, dilettant:

(hoogdravend)

Primo.
Het kunstwerk gaat uit van wat wij ten einde raad maar VISIE noemen (gejuich stijgt op uit een welbepaalde hoek.). De dichter-halfgod is ons te regressief. Maar wie verder kijkt dan zijn brilglazen dik zijn, ziet visieloze kunst in ornamentalisme vervallen. Ten slotte: interpreteer visie zeer ruim.

Secundo.
De visie dient uitgewerkt zodat de meest verfijnde van alle perverse genoegens wordt opgewekt: de esthetische gewaarwording. Daartoe beschikt de artiest over middelen, waarmee hij zijn materiaal esthetisch effectief bewerken kan. Die middelen zijn niet altijd in dezelfde mate nuttig. Ze dienen ondergeschikt te worden gemaakt aan de noden van het kunstwerk en van het tijdstip in de literaire evolutie waarop men schrijft. Sommige procédés zullen in hoge mate ontledigd zijn, bijgevolg niet meer doelmatig.

(Projectie van een witte pagina, luid applaus, Van Bastelaere maakt een diepe buiging en ontvangt een bos bloemen)

TAS

Nou, Xavier, het is zonneklaar van wie je de paradoxale neiging hebt geërfd om 'niet-doctrinaire poëzie' toch nog in een paar regeltjes vast te leggen. Me dunkt kunnen we hiermee de discussie besluiten: Er is een spookrijder gesignaleerd wekt in mij allerminst een esthetische gewaarwording op, nét omdat ik visieloze kunst zie vervallen in ornamentalisme_._

VAN BASTELAERE

Habemus papam!

ROELENS

Niet cool.

DE RADIOSTEM

En tot slot een nummer op verzoek van Apollo en de muzen, voor alle auteurs die de weg kwijt zijn. Geniet van Arcade Fire, met Rebellion (Lies).

(Allen heupwiegend af, in tegengestelde richtingen)