Emotie in ruis en brom

Door Steve Marreyt, op Tue Oct 16 2007 16:40:24 GMT+0000

Lelijke westerse mannen in maatpak hebben in de twintigste eeuw langzaam maar zeker alle melodie en ritme uit de muziek gebannen onder het mom van 'avant-garde' en 'moderne compositie'. Ze lijken ook alle emotie er te hebben uitgefilterd. Of zijn melodie en ritme niet langer noodzakelijke componenten om emotie te verwoorden in muziek? Die vraag lijkt wel een vloek op het hedendaags elektro-akoestische genre, dat lijkt te lijden onder een saai en al te intellectueel imago, en dat bijgevolg geen doorstroming vindt naar een iets breder publiek.

De zoveelste klanksculptuur waarvoor je een halve encyclopedie moet doorworstelen om ze naar waarde te kunnen schatten, is inderdaad wellicht enkel besteed aan de enkele gelukkige nerds onder ons. De vanzelfsprekendheid waarmee het gebrek aan ritme en melodie gekoppeld wordt aan een flagrant gebrek aan emotie is echter een groene fluim in het gezicht van wie deze muziek wel degelijk weet te appreciëren, ook omwille van de emotionele aanspraken die ze maakt. Een van de recentste bewijzen voor mijn bewering dat dit soort experimenteel werk ook emotionaliteit kan uitstralen is van de hand van Jason Lescalleet. Met The Pilgrim (Glistening Examples, 2006) schonk hij vorig jaar een werk aan de wereld dat zijn gelijke in dit genre niet kent.

Teringherrie

Jason Lescalleet (1968) is een improvisatiemuzikant uit Berwick, Maine, USA. Hij is al een kleine vijftien jaar actief binnen experimentele muzikale kringen en heeft er al samenwerkingen opzitten met een aantal prominente figuren uit de wereld van de moderne compositie en de free improv: Phil Niblock, Jason Kahn en het duo Nmperign, waarmee Lescalleet nog concerteerde tijdens de jongste editie van het Courtisane-festival in Gent. Al van jongs af aan ontwikkelde Lescalleet een doorgedreven interesse voor geluid en geluidsmanipulatie. Hij spendeerde uren bij zijn vaders platendraaier met sound effect-elpees. Later ontdekt hij de charme van de tapes, analoge band. Hij schuimt talloze vlooienmarkten af op zoek naar oude open bandrecorders. Wat hem intrigeert aan die machines, is dat ze allemaal hun unieke specifieke geluid hebben. Ze kraken, piepen en zoemen. En daar ligt precies de schoonheid volgens Lescalleet: de slijtage, het verval, het langzame sterfproces dat elk van die bakken te beurt valt. Het wordt een kenmerk van zijn muziek: met tapeloops, microcassettes, gevonden geluid, oude casio's… brouwt hij iets wat de niet-verstaander gauw als 'teringherrie' zou bestempelen. Toch incorporeert hij alleen al door de materiaalkeuze een menselijk element in zijn muziek. De basis van zijn werk ligt eerder bij het analoge dan bij het digitale, wat voor abstracte muziek als de zijne toch een immense rol speelt als het op klankkleur aankomt. Analoog zal het in de muziek toch altijd blijven winnen van digitaal, simpelweg omdat het natuurlijker is en omdat het warmer en aangenamer aanvoelt. Lescalleets op Iannis Xenakis (1922-2001) geïnspireerde album Electronic Music — waarmee hij onomwonden de titel deelt — is een mooi voorbeeld van hoe hij zijn ruisende reel-to-reelopnames bewerkt tot fraaie staaltjes toon- en frequentiepoëzie. Architect-muziekpionier Xenakis was uitvinder van verschillende op wiskundige theorieën gebaseerde muzieksystemen, zoals de zogenaamde 'stochastische muziek'.

Hoewel Lescalleets Electronic Music bij een eerste beluistering misschien nogal oncomfortabel aandoet, geeft het hoe langer hoe meer zijn geheimen prijs. Met deze muziek zal je geen feestjes opluisteren. Het vergt concentratie en bittere volharding om Electronic Music naar waarde te kunnen schatten, om er de schoonheid uit te halen. Het werkstuk situeert zich ergens tussen de stilte en de fantasie, waar atmosferisch gezoem, minuscuul geknisper en ondefinieerbare ruis elkaar omhelzen. Het is afwisselend rustgevend, energiek en beklemmend. Een beetje zoals een goeie popplaat, maar dan anders. Het staat los van elke standaard of traditie en is gefocust op muziek als geïsoleerd geluid. In een interview met Jon Dale voor de septembereditie 2006 van het Britse muziekblad The Wire illustreert Lescalleet dit met een reactie van een van zijn vrienden. 'I played my Electronic Music LP for an old friend of mine — a retired music engineer in his late sixties/early seventies. He said, "I don't understand it. These are all the sounds that people once paid me to remove from their recordings. You've made music from noise". He didn't particularly like the music, but perhaps he's too good for bad music… I like playing bad music.' (Jon Dale, The tapes that bind, The Wire 271, 2006)

His Petition

Smerige muziek, tot daar aan toe. Vorig jaar bracht Lescalleet The Pilgrim uit, waarvoor de zoektocht naar passende adjectieven al iets moeilijker wordt. Deze picture lp + cd is een eerbetoon aan zijn overleden vader. Uitgangspunt is een e-mail die Harrison Foster Lescalleet aan zijn zoon stuurde over het openingsnummer op Figure 2 (Intransitive Recordings, 2001). In die e-mail, afgedrukt aan de binnenkant van de gatefold cover van de elpee, vertelt vader Lescalleet hoe dat openingsnummer hem terug meeneemt naar 1947, op de grond achteraan in een '32 Chevy, met een hevig aanhoudende koorts, terwijl zijn vader hem naar het ziekenhuis bracht. Het album, een registratie van een concert dat hij in duo met New Yorker John Hudak speelde, krijgt door die e-mail van zijn vader voor Lescalleet jr. een extra betekenis. Een poort tussen hem en zijn vader. Het geluid van de'32 Chevy en de verder in de e-mail beschreven 'corrupted wind chimes' vormden op hun beurt de basis voor het project The Pilgrim.

Laten we beginnen met het meest opmerkelijke deel van The Pilgrim, de elpee. De A-kant begint met hoe Lescalleet zijn concert inleidt op het Intransitive Festival of Electronic Music, 2005. Het evenement geschiedde korte tijd nadat zijn vader had meegedeeld dat zijn kanker terminaal was. Hij besloot om het concert niet te annuleren en zijn gevoelens te kanaliseren via zijn live performance. In het bijgevoegde booklet vertelt hij hoe hij zich droef en verslagen voelt, maar dat zijn vader de prognose als een geschenk zag omdat hij nu elke minuut van het leven dat hem nog restte, zinvol kon besteden. Die ambivalente gevoelens zitten dan ook in 'His petition', het stuk dat volgt, waarin hij de concertruimte probeert om te vormen tot de ruimte achteraan in die oude Chevrolet. Natuurlijk start je de luisterbeurt met voorbedachten rade, maar goed: het verhaal van de kunstenaar voegt altijd een extra dimensie toe aan het kunstwerk.

Kant-en-klaar zul je Lescalleets muziek nooit geserveerd krijgen. Zonder het verhaal zal de leek ofwel een minimum aan fantasie moeten hebben, ofwel een bijzonder oor voor prettige geluiden en detail. The Pilgrim is evenveel een werk van woorden als van klanken, en juist daardoor een ingang voor het publiek naar elektro-akoestische improvisatie. Het gevoel dat hij op de plaat en cd wil delen is zo diep, en voor velen wellicht ook zo herkenbaar dat hij, in contrast met veel van zijn stijlgenoten, een dimensie aan zijn muziek koppelt die het voor de luisteraar mogelijk maakt om volledig tot de kern van de muziek door te dringen. Emotieloosheid kun je hem dus bezwaarlijk verwijten.

Dood in de groeven

De B-kant van de plaat is andere koek: het is een registratie van de laatste verbale communicatie tussen Jason Lescalleet en zijn vader. Het is enkele dagen voor zijn heengaan, en hij kan nauwelijks nog praten. Je hoort de dood in de kamer cirkelen. Jason probeert tussen de lange stiltes door af en toe wat oppervlakkige vragen te stellen. Het is bijna gruwelijk intiem. Het gemompel van de man op het einde van z'n krachten, de vreemde chemie die je niet helemaal kunt bevatten en de combinatie van het geruis van de ruimte en de tape… De luisteraar wordt betrokken in een moment waarvan hij voordien misschien liever geen notie had gehad, en wordt achteraf opgezadeld met een bevreemdend schuldgevoel. Maar wie staat er écht centraal in deze lugubere ode? Jason Lescalleet, zijn vader of de luisteraar? Is deze registratie moedig of pervers? Wat was de drijfveer van Lescalleet om dit op vinyl te persen en te delen met de wereld? Wat zou zijn vader hiervan vinden? Een ding staat vast: dit document laat enkel de gewetenlozen onberoerd. Enkel en alleen daarom al verdient The Pilgrim het om opgenomen te worden in je verlanglijstje. Was het alleen maar bij wijze van test met jezelf. Kun je de confrontatie aan met het geluid van een onbekende die naar zijn laatste adem ligt te happen? 'Side 2 of the record is difficult for me to listen to,' zegt Lescalleet. Maar waarom perst hij het dan op plaat? Om zichzelf te folteren? Omdat zijn vaders dood op die manier tot kunst verheven wordt? Dit is het meest opmerkelijke deel uit de trilogie, en het minst muzikale. Choquerend kun je de opname zeker ook niet noemen, maar toch roept het de meeste vragen op. Niet over Harrison, maar vooral over diens zoon: Jason Lescalleet.

'Figure 2' deed Harrison een moment op het randje van de dood herbeleven. Wellicht wou Jason de cirkel rond maken en ook het moment voor de échte dood van zijn vader in het geheel verwerken. Goed gevonden. Het komt het werk zeker ten goede. Het geurt wel een beetje naar narcisme, maar laat het nu net dat zijn wat veel mensen aantrekt in een kunstenaar.

Gedeeld rouwproces

'The Pilgrim compact disc is a 74 minute composition based on exaggerated examples of the values my father found in Figure 2. Bells. Chimes. Rumbling vibrations', aldus de beschrijving bij wat je als het slotstuk, het verwerkingsproces, van The Pilgrim zou kunnen beschouwen. De bells en rumbling vibrations kunnen vrij letterlijk genomen worden. Een rinkelend belletje kan, nadat het gehoor een soort gewenning ondergaat, een andere context krijgen en daardoor veranderen in iets abstracters, in een nieuw geluid. De vraag is of er ooit belletjes aan te pas gekomen zijn natuurlijk. Denk ook aan drukke autostrades, televisies met sneeuw die afwisselend hard en zacht worden gezet en kapotte machines. Maar dan nog ben je niet halverwege. Dit stuk wordt agressiever naar het einde toe, waar hij My Petition', het tweede deel van zijn concert op het Intransitive Festival of Electronic Music, toevoegt. Weemoed en verdiet kleuren het begin, maar slaan gaandeweg over in hulpeloosheid en woede. Na 'My Petition' komt Lescalleet terug tot de realiteit en eindigt in stilte. Hij heeft vrede gevonden. Zijn vader is niet meer. Hij is rustig gegaan in zijn slaap. Het zijn min of meer de woorden van Lescalleet zelf, te vinden in het bijhorende booklet. Een gids door zijn gedeeld rouwproces. Een uniek document.

Lescalleets muziek, en de trilogie 'The Pilgrim' in het bijzonder, is een doorgedreven weerspiegeling van hedendaagse westerse emotie. Niet enkel de muziek, maar ook de manier waarop die verpakt en gepresenteerd is, is bijzonder. Het is stroef en ongepolijst. Heel vaak ietwat ongemakkelijk. Ontvreemd, gedesoriënteerd en hoopvol. Er zijn er maar weinig in het genre die met hun zogenaamde elektro-akoestische teringherrie zo diep gaan en zo veelzeggend zijn.