'Eigentlijk is de hemel groen en zijn we allemaal kleurenblind'. Interview Johan Grimonprez

Door Lotte De Voeght, op Mon Oct 31 2011 14:48:00 GMT+0000

In een wereld waarin paranoia nog de enige mogelijke levenshouding lijkt, probeert filmmaker-kunstenaar Johan Grimonprez toch een poëtisch, hoopvol en intiem verhaal te vertellen. Naar aanleiding van zijn tentoonstelling in S.M.A.K. spraken we met Grimonprez over zijn nieuwe filmprojecten, na zijn fenomenale en internationaal gewaardeerde dial H-I-S-T-O-R-Y en Double Take. Onvermijdelijk gebeurt dit tegen de achtergrond van de politieke thema’s en media-evoluties die Grimonprez vandaag bezighouden.

Grimonprez’ videowerk is samengesteld uit een wervelende stroom documentairemateriaal, found footage, YouTube-downloads, historische archiefstukken, eigen homevideo's, nieuwsbeelden, reclame, videoclips en flarden Hollywoodfilm. Zijn bekendste film, dial H-I-S-T-O-R-Y (1997), is zo een fragmentarische en flitsende collage van televisiebeelden en homevideo's. Die film kan gezien worden als de (re)presentatie van een ‘supermarktgeschiedenis’ en legt onder het mom van een kroniek van vliegtuigkapingen uiteindelijk de ‘kaping’ bloot van de realiteit door de media. Dat er vanuit hedendaags perspectief niet slechts één geschiedenis bestaat, verbeeldt Grimonprez ook in zijn langspeelfilm Double Take (2009) door een reeks Hitchcock dubbelgangers op te voeren.dial H-I-S-T-O-R-Y en Double Take zijn twee van de werken waarrond S.M.A.K. een cluster referenties verzamelt. De tentoonstelling brengt alle sleutelwerken uit Grimonprez’ oeuvre samen en is opgevat als een dialoog tussen zijn werk en historische en actuele tegenhangers, waaronder Roy Villevoye, Jan Dietvorst, Adam Curtis, Brian Springer, the Yes Men, Dr. John Mack en Adbusters.

ZAPPEND DOOR DE (MEDIA)GESCHIEDENIS

Onheilspellend richt de Engel van de Geschiedenis zich met open vleugels op en tuurt met een verschrikkelijk voorgevoel in het verleden. In plaats van een zinvolle opeenvolging van gebeurtenissen, ziet de engel slechts één allesomvattende catastrofe opgehoopt aan zijn voeten. De engel wil even halt houden, om de doden te laten herrijzen en betekenis te geven aan de ravage die de geschiedenis aanrichtte. Maar dat blijkt onmogelijk, want zijn vleugels vangen de woeste storm der vooruitgang en de engel wordt voortgestuwd in een steeds verder razende toekomst. Met dit beeld van Walter Benjamin opent de recente en veelomvattende publicatie It’s a Poor Sort of Memory that Only Works Backwards over het werk van Grimonprez. Ook Grimonprez probeert immers betekenis te geven aan heden en verleden, via een dissectie en een herinterpretatie van (historische) beelden die in het collectieve geheugen staan gebrand of net tussen de plooien van het overaanbod weggleden. Tegen het decor van de geschiedenis manoeuvreert hij gracieus tussen documentaire en fictie. Zijn werk is gebaseerd op een archeologie van de hedendaagse media en openbaart – en ontwricht – de rol die massaal ge(re)produceerde beelden spelen in de constructie van onze persoonlijke en politieke geschiedenissen, onze angsten en verlangens en de manier waarop we naar onszelf en de wereld kijken.

Onheilspellend richt de Engel van de Geschiedenis zich met open vleugels op en tuurt met een verschrikkelijk voorgevoel in het verleden

Met de live-uitzending op CNN van de bombardementen op Bagdad in januari 1991 werd oorlog een geënsceneerde reality-tv-show. Special effects waren niet langer het monopolie van Hollywood en de realiteit werd een smakeloze parodie op videogames. Spektakel nam de plaats in van kritische afstand en vertroebelde de werkelijkheid. Wat de media verkopen, is de geschiedenis zelf. Grimonprez constateert dat daardoor alles op zijn kop wordt gezet. ‘Wat echt lijkt, is eigenlijk onecht. En wat effectief echt is, wordt afgedaan als complottheorie, onwaar of fake. Zo worden bijvoorbeeld waardevolle, “echte” geneesmiddelen als vals afgeschreven door de heersende Big Pharma. Kurkuma, een wortel waarvan curry wordt gemaakt, of K17 uit wilde amandels en abrikozenpitten blijken heel heilzaam om de infecterende kant van kanker te stabiliseren. Maar omdat Big Pharma deze natuurlijke stoffen niet kan patenteren, wordt hun geneeskrachtige werking in de doofpot gestopt.’ (Dr. David Servan-Schreiber, Anticancer, Parijs, 2007) De quote ‘Maybe the Sky is Really Green, and We’re Just Colourblind’, uit Bart Simpson’s Guide to Life, wordt door Grimonprez dan ook vaak aangehaald. Het citaat duikt op als muurtekst in tentoonstellingen en als titel van een onderdeel van zijn WeTube-o-theek, een uitdijend media-vlogging-archief dat je kan zien als Grimonprez’ artistieke schetsboek. ‘Met mijn werk wil ik aan de noodrem trekken: kijk eens naar boven, want misschien is de hemel inderdaad groen. Bovendien staat de wereld niet stil en wordt de geschiedenis voortdurend herschreven. Het media-archief Maybe the Sky is Really Green (‘Eigentlijk is de hemel groen en zijn we allemaal kleurenblind’)  is daarom zoals al mijn werk “vloeibaar”, dekt vele lagen en moet kunnen blijven groeien. Ook als een werk af is, blijven de thematieken doorwerken. Een film is meestal slechts het topje van de ijsberg, de condensatie van een thematiek die diepgaand is onderzocht.’ Voor Grimonprez is het belangrijk om ook wat onder die top zit te delen, via zijn WeTube-o-theek en het online aanbieden van zijn films en onderzoek.

49_DeVoeght_Grimonprez_1997_jets_pers[1].jpgEen eerste onlineproject was www.zapomatik.com, opgehangen aan de impact van televisie op de realiteit. In het boek It’s a Poor Sort of Memory gebruikt Grimonprez de geschiedenis van de afstandsbediening om die kapstok van het project te schetsen. Tv-kijkers absorberen passief reclame: zo werden ze oorspronkelijk door de mediawereld afgeschilderd. Maar in de jaren 1980 namen ze de controle over en zapten ze, dankzij de uitvinding van de afstandsbediening, weg van de spotjes, tot grote paniek van de adverteerindustrie. ‘Stay-tuned’-strategieën verkortten de lengte van de reclamefilmpjes en gingen al gauw ook de beeldtaal van televisie bepalen. Om de blik van de kijker vast te houden namen zenders als MTV de flitsende montagestijl over, maar snel volgden ook het journaal en zelfs de politieke arena. Onderlinge esthetische codes werden uitgewisseld, en daarbij werd Hollywood niet uitgesloten. De invasie van Panama in 1989 bijvoorbeeld was zorgvuldig gepland tijdens een programma met hoge kijkcijfers, en dus tijdens een ‘low-zapping’ moment, om zoveel mogelijk de publieke aandacht te omzeilen. De eerste versie van Grimonprez’ media-archief, in samenwerking met kunstenaar Herman Asselberghs, was nog een ‘videotheek’. ‘De bezoekers werden zelf curator en konden in een nagemaakte huiskamer in het museum als het ware hun eigen minifestival samenstellen. Ze kregen een remote control, konden films forwarden of rewinden, stopzetten of een nieuwe VHS-tape kiezen. Dat was in 1994, de eerste laptop was nog maar net op de markt. De videotheek was een omvangrijke website avant la lettre, een_WeTube-o-theek_ voordat YouTube bestond.’ Volgens Grimonprez hebben we ons, als iconoclasten, altijd al beelden toegeëigend om onze eigen realiteit samen te stellen. ‘Ik heb het niet alleen over de media, maar ook over ideologieën. Ik denk niet dat we passief in de wereld staan. Zoals we evenmin passieve consumenten van televisie zijn. Een homogene mainstream beeldvorming dicteert niet automatisch een homogene perceptie van die beeldvorming. Op dit stramien is mijn media-archief gebouwd.’

Sinds de jaren 1990 is er veel veranderd, met de opkomst van YouTube in 2006 en met Facebook, maar ook met de convergentie van telefoon, internet, computer en televisie in een mobiel toestel. Tegenwoordig kunnen we ons overal en eindeloos laven aan onbegrensde channel surfing. Parallel daarmee evolueerde Grimonprez’ videotheek naar een WeTube-o-theek: er wordt niet meer ‘gefastforward’ maar wel ‘geskipt’ doorheen digitale bestanden. Ook Grimonprez’ langspeelfilms evolueerden mee. In dial H-I-S-T-O-R-Y ging het nog over de transitie van film naar video naar 24/24u-nieuwsberichtgeving, en over hoe zappen via kabel de norm werd. Het meer recente Double Take bekijkt hoe online skippen, navigeren en continu switchen van het ene beeld naar het andere onze relatie tot die beelden beïnvloedt. Het einde van Double Take is verrassend: terwijl je de hele film door denkt dat televisie cinema zal wegvagen, dat Amerika Rusland zal platwalsen of Rusland Amerika, verschijnt uiteindelijk een derde speler ten tonele die allen overtroeft. In mediatermen is deze nieuwe speler het internet.

(NON)ACTIVISTISCHE POËZIE

Recente vlog-fenomenen als YouTube, Vimeo en Google video laten een grote vrijheid en democratisering van de media vermoeden: een nieuwe macht van onderuit die het publieke debat kan aansturen. Maar deze antiautoritaire, democratische mediavormen worden opnieuw gecommercialiseerd. ‘YouTube is eigendom van Google. Als “prosumenten” staan “YouTubers” hun rechten dus af aan Google,’ legt Grimonprez uit. Hij wil de horizontale, op netwerken gebouwde ‘verflatting’ positief inzetten, zelfs uitbuiten. ‘Tussen produceren en consumeren zitten nauwelijks nog tussenstappen. Je kunt dus gemakkelijk zelf media creëren. Ik wil die ruimte nog verder openbreken en de media gebruiken zoals die niet bedoeld zijn. Maar ook in de reële wereld worden misbruiken van uiteenlopende aard aan de kaak gesteld via YouTube-filmpjes. Tegelijk wordt er op dezelfde manier desinformatie verspreid. Riverbend, een invloedrijke blog van een jonge onafhankelijke Irakese vrouw, die ik graag ooit eens als karakter in een film wil opvoeren, volgde kritisch en van nabij de invasie van de Amerikanen. Al snel maakte het Amerikaanse leger een nieuwe blog aan onder een gelijkaardige en dus misleidende naam, waarop de Amerikanen werden bezongen en geprezen om hun installatie van de democratie in Irak. Enerzijds biedt het web je dus toegang tot een blog die je de realiteit van de situatie in Irak toont. Anderzijds is het even goed een forum voor grootschalige, vaak diplomatieke, desinformatiecampagnes met enorme budgetten. Hetzelfde gebeurt via WikiLeaks. Sommige (des)informatie, specifiek in het hoofdstuk over Iran, wordt opzettelijk gelekt opdat WikiLeaks het zou oppikken.’

49_DeVoeght_Grimonprez_Double_Take_2009_courtesy_Universal_Pictures_Studios[1].jpgToch gelooft Grimonprez dat je als gewone burger over veel middelen beschikt om dichter tot de waarheid te komen. ‘Maar men geeft vaak te snel op, of denkt dat het onmogelijk is, terwijl dat net de bedoeling is van die hele politiek. Men denkt kritisch en politiek te zijn door elke dag een petitie te tekenen. We verdwalen in het overaanbod aan politiek gedachtegoed. Dat komt mede door de supermarktideologie van de nieuwsberichtgeving. Mainstream journalistiek is geëvolueerd tot een adverteermachine van grote bedrijven en de overheid. Sinds de jaren 1980 wordt streng gecontroleerd wie van de pers tot in het Witte Huis komt. Volgens een artikel in The New York Times herbergde het Witte Huis ten tijde van Bush zelfs vijf fake perskantoren, die de status quo naar de mond spraken, wat uiteindelijk verwaterde in een lookalike-politiek, vooral wat betrof de massavernietigingswapens.’

Ook wetenschappelijk onderzoek is volgens Grimonprez zelden echt onafhankelijk, zie ook het recente ontslag van K.U.Leuven- onderzoekster Barbara Van Dyck toen die kritiek uitte op onderzoek naar genetisch gemanipuleerde aardappels. Technologie wordt verondersteld neutraal te zijn, maar is afhankelijk van sponsors. Het Pentagon besteedt tot zestig procent van zijn onderzoeksbudget aan Amerikaanse universiteiten, waarvan er 350 in dienst staan van militair onderzoek (zie Henri Giroux, The University in Chains: Confronting the Military-Industrial-Academic Complex, London, Paradigm, 2007, p. 46). ‘Waarin wordt geïnvesteerd, beslissen bedrijven. Dat is op zich al ideologisch. Bovendien wordt in bepaalde onderzoeksgebieden bijna de helft van de publicaties door ghostwriters geschreven, zoals blijkt uit het recente artikel in Knack “Academische prostitutie” gevaar voor volksgezondheid. In mainstream media wordt het pesticide-resistente gen geprezen. Maar als je dan traceert wie de initiator van het onderzoek is, kom je altijd uit bij Monsanto. Onderzoek in Rusland wees nochtans uit dat hetzelfde resistente gen in soja tumoren veroorzaakt bij ratten. Maar ondertussen worden alle veevoeders sinds de midden jaren 1990 wel geproduceerd op basis van deze gemanipuleerde soja, en steeg het aantal gevallen van kanker in Amerika met 1.000 procent (zie Jeffrey M. Smith, Seeds of Deception, Yes! Books, 2003, Fairfield, IA USA). En wat is de grootste industrie in de VS? Chemotherapie. Niemand stelt zich vragen. Integendeel, genetisch gemanipuleerde soja en maïs werden nu ook in het Europese Parlement goedgekeurd. Politiek dialoog heeft plaats gemaakt voor lobbyen.’

Poëzie is een manier om naar de wereld te kijken en je als individu niet te laten ingraven in het systeem. Dat is ook een politieke keuze

Het heersende mediabeeld correspondeert niet meer met de reële politiek en met de actuele staat van de wereld. Daarom neemt Grimonprez als kunstenaar een standpunt in. Hij zet deze context op zijn kop, als een hofnar die van binnenuit al schertsend de scherpste kritiek levert. Hij breekt grenzen open, en plaatst onderwerpen impliciet op de agenda. In plaats van de media te deconstrueren, bootst hij hun taal na. Bovendien doorprikt hij zijn eigen mimetische strategie, zoals in dial H-I-S-T-O-R-Y. De dialoog die aan de basis ligt van de film, tussen een romancier en een terrorist, bevraagt de status van de kunstenaar tegenover de status van televisiebeelden. De film verkondigt de dood van de roman, maar is zelf gebaseerd op een boek. Het spel tussen de schrijver en de terrorist – die volgens de schrijver veel vernuftiger de media kan bespelen – kan gelezen worden als een metafoor voor Grimonprez’ rol van filmmaker binnen een door media verzadigde wereld. ‘Via poëzie kan ik nog weerstand bieden. Poëzie is een manier om naar de wereld te kijken en je als individu niet te laten ingraven in het systeem. Dat is ook een politieke keuze. Niet dat ik mij daardoor noodzakelijk buiten de maatschappij plaats, integendeel. Veel van mijn werk vertrekt vanuit een schizofrene positie. Je kan ook deel zijn van de mainstream en die tegelijkertijd toch bekritiseren.’

OPRECHTE SCHOONHEID VAN HET INTIEME

Zo komen we bij de kern van Grimonprez’ werk. Debatten en teksten over zijn werk focussen meestal op de politieke discussie die erin doorschemert. De zuiver poëtische kern en de fragiele, haast filosofische ‘taal’ worden soms over het hoofd gezien. Want uiteindelijk heeft Grimonprez het over de essentie van wat het vandaag betekent mens te zijn. Terwijl paranoia nog de enige ‘state of being’ lijkt te zijn, vertrekt Grimonprez van een fundamentele ontroering en verwondering en drijft hij de dramatiek tot het uiterste door. In dial H-I-S-T-O-R-Y kan je de driehoek van de kaper, de gekaapte en de media zien als een alternatieve invulling van Antigone – met Antigone als de moderne terroriste die zich afzet tegen de staat door zich te beroepen op een hogere, goddelijke macht. dial H-I-S-T-O-R-Y vertaalt een Griekse tragedie naar hedendaagse media, en raakt zo aan diepmenselijke kwesties: dood en afscheid. Natuurlijk kunnen die niet worden losgekoppeld van de grotere context. Na de vliegtuigkapingen in de jaren 1970 werden nieuwe veiligheidsmaatregelen ingevoerd. Daardoor wordt een uiterst intiem moment als afscheid nemen van een geliefde op de luchthaven, vandaag gedomineerd door een serie surveillance-rituelen.

Grimonprez speelt met de manier waarop de realiteit inhaakt op onze kleinmenselijke verhalen. ‘Zelfs ons lichaam is niet meer onze eigendom en onze diepste verlangens worden gedicteerd door producten die moeten worden verkocht. De grote (buiten)wereld en de kleine (binnen)wereld spelen constant op elkaar in en ik wil in mijn werk beide niet scheiden. Ook de observeerder en het geobserveerde kunnen niet van elkaar onderscheiden worden. Als je naar een film kijkt, kan je die niet loskoppelen van je eigen leven. Er bestaat geen objectieve noch een subjectieve, maar alleen een intersubjectieve wereld. De realiteit én de waarheid fluctueren en daarom verschuiven ook de thema’s in mijn werk. Ik wil als kunstenaar iets toevoegen aan de bestaande conventies, aan de heersende consensusrealiteit. Ik vind het relevant en schoon om een intiem verhaal, zoals Hitchcock die in Double Take zijn dubbelganger ontmoet, te plaatsen tegen iets groots. Omdat dit grootse, in dit geval de Koude Oorlog, vertaalt wat dat intieme vertelt.’

49_DeVoeght_Grimonprez_massa-huwelijk_p[1].jpgEen volgende uitdaging ziet Grimonprez in het verbeelden van een liefdesverhaal, vertrekkende vanuit elementen die ook al subtiel doorheen dial H-I-S-T-O-R-Y en Double Take zinderden. Hoe kan je, in een tijd waar in plaats van een product eerder de ervaring van een reclamespot wordt gekocht en waar gebaren van liefde merknamen worden, nog oprecht een liefdesverhaal vertellen? Hoe kan je een liefdesverhaal brengen terwijl onze diepste verlangens worden ingezet in marketingstrategieën? Glossy reclame doet ons leven vervagen tot een fantastische belofte en we verwarren de realiteit met een commercial break. In afwachting van nieuwe financiering voor zijn script werkt Grimonprez alvast aan een low budget-preludium op zijn grote liefdesverhaal. In ...Because Superglue is Forever onderzoekt hij het fenomeen van happy endings, waarbij kinderen liefdesscènes naspelen uit films, reclamespotjes en YouTube-filmpjes. ‘De opnamen gebeuren met iPhones en vertrekken vanuit het standpunt van de kinderen. Ook zij zijn bezig met Facebook en YouTube. Via die wegen proberen ze de wereld te begrijpen. YouTube is voor hen een venster op de grote wereld, en niet alleen op het politieke gebeuren maar ook op het intieme. Televisie heeft onze perceptie van “einde” herschapen en de happy endings in mijn werk belichamen daarom niet alleen de geschiedenis van de filmkus, maar ook het algemene idee van einde. Tot het einde van de wereld. Maar waar het postmodernisme het einde verkondigt van alle grote ideologieën en utopieën, geloof ik wel nog in iets. Kiezen voor poëzie? Dat is al heel veel. Ik geloof dat er nog altijd een opening is. Ik geloof in dialoog en communicatie. En hoewel bijna al mijn werken teruggaan naar (roman)schrijvers – Kobarweng naar Don DeLillo, dial H-I-S-T-O-R-Y naar Jorge Louis Borges, Double Take naar Tom McCarthy en een volgend project over de wapenindustrie naar Andrew Feinstein – blijf ik daarbij niet hangen in een soort taalcentrisme. Ik geloof dat via een zwangere stilte veel betekenis kan worden doorgegeven en dat er een soort intuïtie bestaat die voorbij taal gaat. Dat speelt mee in alles waarmee ik bezig ben.’ In alles, en dus niet alleen in taal maar ook in reclameboodschappen en zelfs in de ‘taal’ van grote bedrijven, zit een poëzie waarmee Grimonprez graag speelt. Dat is een heel complex gegeven, want een bepaald beeld kan in betekenis verschuiven. En daarbij liggen de uitersten eigenlijk heel dicht bij elkaar. Die uitersten bespelen, en met die twee betekenissen tegelijkertijd iets proberen doen, dat is de kern van Grimonprez’ werk. Dat iets tegelijkertijd heel politiek kan zijn, maar ook heel poëtisch.

Lotte De Voeght is redacteur beeldende kunst van rekto:verso.

In S.M.A.K. Gent loopt nog tot 29 januari 2012 de eerste Belgische retrospectieve van Johan Grimonprez met als titel It’s a Poor Sort of Memory that Only Works Backwards: On Zapping, Close Encounters and the Commercial Break.

Via www.johangrimonprez.com en www.zapomatik.com kan Grimonprez’ WeTube-o-theek worden geraadpleegd en kunnen de publicatie It’s a Poor Sort of Memory that Only Works Backwards (Hatje Cantz, 2011) en een groot deel van zijn videowerk integraal worden gedownload.