Duo Dates: tien voorstellen voor Antwerpen
Door op Tue Jun 14 2016 06:13:28 GMT+0000Op 6 juni 2016 kwamen ze in Monty voor het eerst uit de kast: de tien culturele duo’s die elk een voorstel hebben bedacht voor diverse uitdagingen in het Antwerpse kunstenveld. Tijdens DUO DATES gingen ze over die ideeën in gesprek met een 50-tal aanwezigen, op zoek naar concrete samenwerkingen om die dromen te realiseren. De besproken voorstellen lees je hier. Wordt vervolgd!
DUO DATES is een initatief van kunstencentrum Monty, denktank Sectie MoFo en cultuurtijdschrift rekto:verso. Noem het gerust een cultureel relatiebureau: we koppelden telkens twee culturele zielen die elkaar vaak nog niet kenden, en gaven hen één opdracht: werk samen een voorstel uit dat tegemoet komt aan één van de tien uitdagingen uit het charter van het Antwerps Kunstenoverleg (AKO, 2014, p36).
Van de vijftien koppels die vanaf maart 2016 in gang zijn gestoken, werden de meeste instant verliefd, vielen sommigen weer single, vonden nog andere net te weinig tijd om elkaar vaker te zien. Uiteindelijk haalden twaalf koppels de voorlopige eindstreep: zij stelden op maandag 6 juni 2016 hun plannen kort voor in Monty, en gingen daarna aan discussietafels in gesprek met het aanwezige (sector)publiek.
Alle aanwezigen konden via ‘power tickets’ hun steun verlenen aan hun favoriete voorstellen, door zich te engageren om op de hoogte te blijven, de projecten actief mee te realiseren, of er zelfs geld aan te geven. Vraag het gerust na bij wie er waren: het werd een inspirerende avond, met een vibrerende energie onder de stoelen. Daar broeit iets in Antwerpen… Na de zomer gaan we verder op zoek hoe we enkele plannen ook daadwerkelijk kunnen realiseren.
Wil je ook meedenken of -werken? Schrijf de duo’s aan, of contacteer Shari Legbedje (shari@podiumkunsten.be) en Wouter Hillaert (wouter.hillaert@rektoverso.be) als je meer wil weten over DUO DATES op zich. Wie weet kan dit ook in pakweg Gent of Leuven?
VOORSTEL 1: een coöperatie van aandeelhouders voor MAF
Gerardo Salinas & Kathleen Treier
Mestizo Arts Festival (MAF) & het TheaterFestival ontwikkelden het plan om op drie niveaus samen te werken:
- Selectie en broedplaats: Gerardo is lid geworden van de jury van Circuit X en Kathleen komt naar de feedback-groep in de jaarlijkse Work-In-Progress-presentaties op MAF.
- Onderzoek en reflectie: beide festivals gaan samenwerken rond gemeenschappelijke interesses zoals nieuwe stedelijkheid en haar impact op de kunsten.
- Uitwisseling: beide festivals gaan een gedeelde activiteit in elkaars festivals cureren.
Ondertussen heeft de realiteit deze plannen echter ingehaald: MAF zal in 2016 geen Vlaamse middelen krijgen, de organisatie van het festival komt in het gedrang. Zo zijn Gerardo en Kathleen op een nieuw idee gekomen…
MAF werkt al 10 jaar met veel partners in de sector rond nieuwe stedelijkheid, rond het idee van de mix en rond coöperatie. MAF heeft de beslissing genomen om een coöperatie te worden. Dat komt van pas, het thema van MAF volgend jaar is ‘eigendom’. Het vertrekpunt is het pleidooi voor een gedeelde verantwoordelijkheid in het onderzoek en de ontwikkeling van een superdiverse kunstensector.
Het TheaterFestival zal op zijn komende editie in Antwerpen ruimte bieden om dit voorstel te presenteren met een open call voor potentiële aandeelhouders. Het TheaterFestival zal het experiment mee opvolgen.
Gerardo Salinas (1973) heeft gewerkt als redacteur voor pers- en communicatiebedrijven in Buenos Aires en Madrid. Hij werkt al 13 jaar als stafmedewerker bij de Arenbergschouwburg. Hij is artistiek leider van het multidisciplinaire Mestizo Arts Festival. In Argentinië publiceerde hij 'Menos Uno' (micro essays, gedichten en verhalen) en 'El Cañón de Vladivostok' (novelle). In 2017 wordt Gerardo stadsdramaturg bij de KVS.
Kathleen Treier (1984) studeerde Germaanse Talen en Theaterwetenschappen aan de UA. Sinds september 2015 is ze de nieuwe festivalcoördinator van het TheaterFestival Vlaanderen, dat alternerend plaatsvindt in Antwerpen, Brussel en Gent. Het festival focust in de toekomst op de verbinding met stad, publiek en professionals.
VOORSTEL 2: samen vreemdgaan tussen organisaties
Tijl Bossuyt & Tunde Adefioye
“You can’t use the masters tool to build a new house” – Audre Lorde
Wij willen het idee van ‘vreemdgaan’ uitwerken: een leerproces met als doel om anders om te gaan met elkaar, met je doelpubliek en collega’s in het veld. ‘Vreemdgaan’ kan de praktijk en het debat in Antwerpen (maar liefst veel breder) echt stimuleren.
**Waarom? **De laatste vijftien jaar benadrukt elk manifest of beleidsdocument het belang van zich verbinden met de veranderende wereld, maar toch blijft het vaak steken bij goede wil. Er zijn ook altijd veel discussies geweest waarin ‘blanke’ mensen (meestal mannen) het gesprek domineren en controleren. Dat heeft geen zin. We moeten zorgen dat de machtsverhoudingen meer gelijk worden. Zo’n juiste uitwisseling en perspectiefwissels zijn echt nodig. We moeten zorgen dat we nieuwe definities creëren en woorden/concepten herdefiniëren.
**Wat? **Vreemdgaande kunstenorganisaties die elkaar niet goed kennen of nog nooit iets samen deden, gaan samenwerken voor een voor hen onbekende doelgroep. Dat kan hun denken en handelen stimuleren tot nieuwe inzichten, producten, ideeën en visies.
**Hoe? **Om hen goed voor te bereiden op die dialoog, is er ook een toolkit die verschillende evidenties in vraag stelt, om organisaties te prikkelen tot een andere denkwijze, tot een alternatief voor hun mogelijks kapitalistische, paternalistische, kolonialistische, genderongevoelige manier van werken. Het is immers nutteloos als je gaat samenzitten en één van de partners niet (volledig) open staat voor zo’n gesprek.
Een interessant voorbeeld: De Zomer van Antwerpen zette al in op een soort van vreemdgaan door kleine organisaties zoals Mama’s Open Mic of Let’s Go Urban geld te geven om hun eigen activiteiten/producties uit te werken, en zo ook meer inspraak in hun eindproduct. Tegelijk verkleinde dat de kans dat hun idee werd overgenomen door een grote organisatie. Het kan nog een stap verder gaan, want de Zomer van Antwerpen had vooraf al een specifiek doel voor ogen, plus financiële middelen en dus een onbesproken macht. Organisaties kunnen ook samen inzetten op iets totaal nieuws met een onbekend doel, dankzij middelen van een onafhankelijke instelling of een fonds.
Tijl Bossuyt is artistiek en zakelijk leider van de kunsteducatieve organisatie De Veerman. Vroeger was hij danser en artistieke coach, daarna bekwaamde hij zich in beleidsontwikkeling kunsteducatie en cultuurmanagement. Noem hem een coach/inspirator van artistieke en artistiek-participatieve projecten**.** (www.veerman.be)
Adeshola Adetunde Adefioye, of simpelweg Tunde, werd geboren in Los Angeles (Californië) uit een Nigeriaanse vader en een Afro-Amerikaanse moeder. Hij groeide op in één van de minst veilige wijken van LA, maar kon desondanks gefocust blijven op zijn studies. Hij haalde een bachelor in Vrouwenstudies (2003) aan de San Diego State University en een master in Cellulaire en Moleculaire Biologie (2006) aan de San Francisco State University. Hij belandde uiteindelijk in Europa voor een doctoraat in de Bio-Informatica aan de KULeuven. In 2009 stampte hij samen met enkele mensen Urban Woorden uit de grond. Sinds 1 april is hij stadsdramaturg bij KVS.
VOORSTEL 3: een leesclub voor niet-westers repertoire
Malikka Bouaissa & Jo Roets
Ons gesprek
Malikka laat ons met haar website ‘al.arte’ kennis maken met kunst en cultuur van Mahreb tot Mashreq en verder. Zij ziet interessante dingen gebeuren in Noord-Afrika (Marokko, Algerije, Tunesië, Egypte) en landen in het Midden-Oosten (Egypte, Libanon, Libië, Palestina, Iran, Irak), maar van al dat moois komt hier te weinig aan bod, het wordt ook nauwelijks besproken. Al Arte probeert de jonge generatie hier te laten zien wat er allemaal kan: acteurs en kunstenaars zijn rolmodellen, het cultureel erfgoed kan inspireren.
Jo heeft binnen Laika een lange traditie opgebouwd in het bewerken van klassiekers van Fjodor Dostovjevski, Truman Capote, William Shakespeare, Giambattista Basile, Italo Calvino... Laika schreef in zijn subsidiedossier het voornemen in om ook de niet-westerse canon te ontdekken. Maar als je de vraag naar ‘Oosterse klassiekers’ aan literatuurliefhebbers voorlegt, is het eerste antwoord gegarandeerd: De sprookjes van 1001 nacht. Dat is natuurlijk prachtig materiaal, maar er moet toch meer zijn? Wie is de Arabische Shakespeare?
Malikka Bouaissa gaf meteen enkele nieuwe suggesties, zoals de reisverhalen van Ibn Battuta of mondeling overgeleverde verhalen van Dehya La Kahina, een legendarische Berberse verzetsstrijdster uit de 7e eeuw. Dit materiaal, dat we vooralsnog niet goed kennen, verdient het om gelezen, bewerkt, geïnterpreteerd en gespeeld te worden. Niet in een Berbertent of noodzakelijk gerelateerd aan urban, maar in een grootstedelijke context, ontdaan van alle historische romantiek.
Ons voorstel
We richten een diverse leesclub op die dit materiaal, inclusief goede vertalingen, opzoekt en doorneemt. Namen om te contacteren: Hazim Kamaledin (Iraaks auteur en artistiek leider van Woestijn ‘93 en Cactusbloem), Abied Alsulaiman (Faculteit Letteren Campus Antwerpen).
We verspreiden het materiaal zo ruim mogelijk:
- In eerste instantie digitaal via Open Doek, Al Arte, Schrijverspodium...
- In tweede instantie door het publiceren van teksten.
Blijkbaar heeft Moussem al enige tijd zo’n lees- en werkgroep voor ogen. Moussem wil samen met Kaaitheater niet-westerse literatuur lezen, analyseren, presenteren in tekstlezingen en publiceren. Mogelijk kan die groep ook een rol spelen in het produceren. Cees Vossen (Moussem) die dit project leidt, wil graag samenwerken, maar stelt wel dat de groep best niet al te uitgebreid wordt. Er kan ook nagedacht worden over een werkverdeling: theaterteksten, volkse verhalen, hedendaags materiaal...
VOORSTEL 3b: art hijack
Malikka Bouaissa & Jo Roets
Een kunstenaar, gezelschap of groep met een divers culturele achtergrond neemt gedurende een bepaalde tijd een andere werking over. Bedoeling is dat die organisatie uit haar comfortzone komt, door zelf de ontwrichting te organiseren. In het geval van kunsthuizen die voor een jong publiek werken, kan dat ook gebeuren door kinderen of jongeren. Concreet zoekt een gezelschap dus een partnership met een organisatie met een ‘diverse’ culturele of sociale werking en creëert een context voor een ‘overname’, bijvoorbeeld een buurt- of stadsproject.
VOORSTEL 3c: een parttime opleiding theaterdocent/regisseur
Malikka Bouaissa & Jo Roets
Aan de Toneelacademie Maastricht bestaat al sinds de jaren 1980 een parttime opleiding tot theaterdocent/regisseur, kortweg PTO. Specifiek aan de PTO is dat het mensen brééd opleidt: (spel)techniek, theorie, didactiek, regie, … De lessen vinden plaats op vrijdag en zaterdag. Het uiteindelijke diploma is een bachelor met eerstegraads lesbevoegdheid. De studenten komen terecht in kunsthumaniora’s, niet-professionele theatergroepen, DKO en educatieve organisaties, en/of groeien door naar professionele gezelschappen. Zo’n goede parttime opleiding docent/regisseur in Vlaanderen zou op vele vlakken kunnen bijdragen tot meer diversiteit:
- Het docentschap is een rolmodel: als er meer diversiteit komt bij docenten, is dat stimulerend en inspirerend voor een samenleving
- Docenten zijn gewend om te werken met grote groepen, wat handig is bij community theater, sociaal-artistieke projecten enz.
- Door een opleiding in de breedte kunnen afgestudeerden op vele vlakken werk vinden (docent, speler, theatermaker, regisseur), wat hen artistiek meer overlevingskansen geeft
- Door het parttime-format kunnen studenten al beroepsmatig bezig zijn, wat de drempel verlaagt voor studenten van diverse origine
Malikka Bouaissa is oprichtster en hoofdredactrice van het internationale online cultuurmagazine al.arte.magazine: een magazine over kunst, cultuur, design, muziek, film, theater, keuken, mode, reizen en meer, in een ‘East meets West’-concept. Daarnaast organiseert ze onder al.arte vzw heel wat cultuur- en kunstgerelateerde evenementen.
Jo Roets is co-artistiek leider van Laika, theater der zinnen. Laika richt zich tot een jong publiek, werkt graag in de stad en speelt in theaters of op locatie in binnen- en buitenland. Daarnaast is hij docent aan de parttime opleiding tot theaterdocent/regisseur (kortweg PTO) aan de Toneelacademie Maastricht.
VOORSTEL 4: kennisuitwisseling met een resultaatsverbintenis
Denis Van Laeken & Orlando Verde
We stellen vast dat kennis ontbreekt. Kennis over elkaar, maar ook zelfkennis. Er is meer verspreiding van kennis nodig. Kennis over zeden, gewoonten, geschiedenis. Kennis vanuit een seculier perspectief: geen overdracht van waarden, maar uitwisseling van feitenkennis.
We zien een nood aan confrontatie. Met jezelf. Met wat in je naam wordt gedaan. We zien dat de kunsten daar een rol moeten in spelen: ze moeten daarin weer gevaarlijk worden. Kunst moet weer explicieter over de samenleving durven spreken. We hebben het niet over een terugkeer naar het politieke theater van de jaren ‘60. We moeten ook rekening houden met het gevaar van de instrumentalisering, van de recuperatie. Maar we geloven erin dat dat gevaar de kunstenaar juist kan stimuleren om waterdicht werk te produceren.
Van de overheid verwachten we dat ze die kennisuitwisseling organiseert vanuit en/of met het middenveld. Met een resultaatverbintenis.
Het gesprek op 6 juni ging vooral over de noodzaak van kennisdeling, welke vormen daar allemaal rond bestaan, alsook over de zin en onzin van resultaatsverbintenissen, maar dat heeft het voorstel voorlopig nog niet concreter gemaakt. Wordt vervolgd…
Denis Van Laeken (1954) studeerde moraalwetenschappen in Brussel en richtte in 1983 kunstencentrum Monty op, waar hij tot vandaag de artistieke leider waarneemt. Hij was betrokken bij toneeluitgeverij Bebuquin en lag in 2006 mee aan de basis van het Antwerps KunstenOverleg (AKO).
Orlando Verde is stafmedewerker bij Kif Kif vzw. Hij schrijft voor onder andere Kif Kif, MO* en rekto:verso. 'Columnkoorts' (Kif Kif, 2014) verzamelt een aantal van zijn teksten. Hij is actief geweest als filmmaker en DJ en blogt voor @abouttheshuffle.
VOORSTEL 5: adoptie van een organisatie van ‘divers allooi’
Seckou Ouologuem & Marc Verstappen
Het plan bestaat erin dat organisaties binnen het Kunstendecreet jaarlijks minimaal één organisatie met een ‘divers’ profiel ‘adopteren’, d.w.z ondersteuning bieden. Groot of klein heeft geen belang: de wijze van ondersteuning en samenwerking gebeurt volgens onderlinge afspraken, en kan zich afspelen op diverse gebieden: artistiek-inhoudelijk, juridisch, organisatorisch, marketing, publiekswerking, publiekswerving ...
- BIG BROTHER is het basismenu, een samenwerking bestaande uit twee organisaties die actief zijn op cultureel gebied.
- BIG SISTER is een uitbreiding van het menu, met een tweede samenwerking, nu tussen een artistieke organisatie en verenigingen uit het socioculturele veld, middenveld, ...
- MATCH MAKING: jaarlijks evenement waarbij potentiële partners de kans krijgen met elkaar kennis te maken. Dit evenement is zo breed en open mogelijk.
Art 1: Elke vereniging die structureel erkend wordt binnen het Kunstendecreet, engageert zich in dit plan.
Seckou Ouologuem (°1985) rapt al achttien jaar en slamt al zes jaar. Hij won de KifKif Awards in 2010 en was finalist in het Belgisch kampioenschap van 2012. Hij maakte muziek en/of theater met o.a. ‘t Arsenaal, Chris Lomme, Zuiderpershuis en sociale, educatieve en culturele events via de vzw A.Kult.E.
Marc Verstappen (1962) is algemeen directeur van Villanella, kunsthuis voor kinderen en jongeren. Hij leidt De Studio, heeft een zwak voor literatuur en jeugdcultuur in alle maten en gewichten. Voorheen was hij als producent, dramaturg of festivaldirecteur actief bij o.a De Nachten, Tweetakt, Brugge 2002, ...
VOORSTEL 6: ‘duo dates’ als een continu uitwisselingstraject
Mike van Alfen & Marc Maillard
Ons gesprek
Wij zijn zo gecharmeerd door onze wederzijdse kennismaking via deze Duo Date, dat we dit concept verder willen uitwerken tot een voorstel. De insteek is niet het oplossen van problemen, maar het in gang zetten van een verrijkend proces. Dat vertrekt vanuit nieuwsgierigheid via kennismaking, en kan uiteindelijk leiden tot nieuwe (artistieke) inspiratie en tot het samenbrengen van werelden. We gaan er vanuit dat dit proces ook voor een publiek interessant kan zijn, omdat nieuwsgierigheid nu eenmaal één van de grootste drijfveren van mensen is. Zo is het ook mogelijk om de verschillende achterbannen bij elkaar te brengen.
Waarom is zulke duo dates belangrijk? We zitten elk in onze kleine wereld en bewegen ons binnen gekende krijtlijnen met eigen routines en zich herhalende rituelen. We worden geïnspireerd door mensen, muziek, theater, televisie, internet, films, literatuur, reizen, eten en meer. Die inspiraties vormen het referentiekader van ons werk en wie we zijn. Het kan dan ook zeer verfrissend, confronterend of verrijkend werken om ondergedompeld te worden in de wereld van iemand, die we niet of nauwelijks kennen.
Ons voorstel
Wij stellen daarom voor om Duo Dates op te zetten met twee mensen uit de kunsten. Dat kan gaan om twee mensen met andere etnische wortels, andere werkvelden of disciplines, dan wel met religieuze of politieke, maar ook met gender- of generationele verschillen – of natuurlijk allerlei combinaties van deze verschillen. Hoe groter de verschillen, hoe spannender de date.
Elk trekt de ander gedurende een aantal uren zijn of haar wereld in. De gastheer of -vrouw bepaalt wat er in die tijd, gedaan, gezien, beluisterd, aangeraakt, geproefd of geroken wordt. De gast weet op voorhand niets van wat hem of haar te wachten staat. Er is tegelijk ook een regisseur/redacteur betrokken, die het proces begeleidt en artistiek opvolgt.
Deze dates worden op video geregistreerd. Uit dat materiaal worden twee video’s van maximaal een uur gecomprimeerd, waarbij de keuze van de beelden bepaald wordt door de receptieve partij, in samenspraak met de redacteur/regisseur van het project.
Die selectie wordt de basis voor een live-presentatie. De twee uitverkorenen bepalen samen met de regisseur welke vorm die zal aannemen. Ze bepalen ook of er een bepaald parcours, een bepaald onderwerp/thema of een vraagstelling aan de basis van de presentatie zal liggen – of juist eerder helemaal niets. Ze bepalen ook samen welke elementen en items aan bod zullen komen, en ook eventueel welke gasten. Er wordt een volgorde bepaald, maar er wordt niet gerepeteerd. Zo blijft het element van onvoorspelbaarheid tot het einde gewaarborgd.
De presentatie is eenmalig, maar het kan interessant zijn het materiaal online toegankelijk te maken. Korte versies van de twee video’s kunnen bv als teaser dienen. Wij denken aan een reeks van tien maandelijkse pop-up evenementen per jaar, met telkens een andere presentatieplek in Antwerpen, om zo ook die wereld veranderlijk te houden.
Mike van Alfen is opgeleid als theatermaker en fysiek performer aan de Amsterdamse Hogeschool voor Kunsten, woont ruim 20 jaar in Brussel, en werkte de afgelopen 25 jaar aan projecten mee in een grote diversiteit aan disciplines. Van 2007 tot 2014 was hij lid van het artistiek team van het grootstedelijk podium en werkplaats MC in Amsterdam, vooral als coach/mentor/dramaturg/regisseur van nieuwe verhalenvertellers uit grote steden. Sindsdien is hij op freelance basis in soortgelijke functies actief voor o.a. MAF, RIGHTABOUTNOW INC., H30, Skinfama en op het podium voor Seppe Baeyens/Ultima Vez in Tornar.
**Marc Maillard **is al dertig jaar figurentheatermaker, maar begon als scenograaf en lichtontwerper, volgde een opleiding vrije grafiek op St. Lucas en richtte Theater FroeFroe op, waarvan hij nog steeds artistiek directeur is. Hij promoot het professionele figuren- en beeldend theater voor jeugd en volwassenen.
VOORSTEL 7: een Love Song-installatie met allerlei muzikanten
David Tricot & Serge Verstockt
Wij willen een grootschalige LOVE SONG-actie doen in Antwerpen, waarbij kunstenaars van alle origines worden uitgenodigd om een boodschap van liefde op een hartvormige voice recorder op te nemen.
Uiteindelijk mondt dit uit in een grootschalige LOVE SONG-installatie in een nader te bepalen ruimte, waar publiek en kunstenaars kunnen genieten van alle individuele love songs (door het apparaatje tegen het oor te plaatsen). Tegelijk willen we dat de totale LOVE SONG van alle kunstenaars samen weerklinkt als een surround systeem vanuit alle hoeken.
ChampdAction startte dit initiatief LOVE SONG een tweetal jaren geleden op, en de installatie kan nu verder aangroeien met nieuwe bijdragen van diverse kunstenaars uit Antwerpen. LOVE SONG is een concept van Serge Verstockt dat werd opgestart door ChampdAction ism M HKA, de Buren en Objectif, en ook een projectsubsidie kreeg van de stad Antwerpen. Er zijn intussen enkele honderden ingesproken/gespeelde/gezongen buttons, maar er zijn er ook nog honderden lege die aan kunstenaars bezorgd kunnen worden.
Hier vind je meer info over LOVE SONG.
David Tricot is een drukke baas uit het Antwerpse. Als muziekliefhebber is hij geen genre-adept, hoewel hij wel een van de belangrijkste footwork promoters is van de Lage Landen. Hij is oprichter van Recordlabel Foot Juice Art en een van de smaakmakers van Champion Sound Crew. Daarnaast programmeert hij het geweldige PARK Festival, om ruimte te bieden aan jonge artiesten.
**Serge Verstockt **organiseerde in 1985 onder meer de “Elektronische Muziekdagen Antwerpen”. Hij was toen als docent verbonden aan het conservatorium van Arnhem en speelde o.a. met het SEM-ensemble. In België bestond op dat moment een tekort aan professionele ensembles die hedendaagse muziek wilden uitvoeren. Om hieraan tegemoet te komen, richtte hij in 1988 het ensemble Champ d’Action op, dat heel wat Vlaamse hedendaagse muziek op het programma plaatste.
VOORSTEL 8: huiskunstenaars op scholen en in voetbalclubs
Arbi el Ayachi & Johan Petit
Deze stad is de laatste tien jaar heel hard van uitzicht en karakter veranderd. En het maffe is: wij weten dat wel, maar wij beseffen dat toch niet ten volle. De stad verandert in het echt nog veel sneller en harder veranderd dan dat wij dat kunnen zien. Ons besef van de werkelijkheid loopt achter op de reële werkelijkheid. En het bijna sciencefiction-achtige gevolg daarvan is dat we nu al in de stad van de toekomst leven, maar het zelf nog niet weten.
Als wij het over dé stad hebben, dan hebben wij het altijd over de stad in onze kop en niet over de stad in het echt. Tussen die fictieve en de reële stad gaapt er vandaag een enorme kloof. De jongeren die in deze stad opgroeien, die hebben geen last van de stad zoals ze vroeger was. Zij zien en beleven de stad zoals ze nu is. En die stad waarin zij leven, die bestaat nog niet – of nog bijna niet – in verhalen, films en toneelstukken. En dus is er grote nood aan nieuwe verbeeldingen van de hedendaagse stad. Om aan die nood tegemoet te komen, hebben Arbi en ik concrete aanbevelingen bedacht:
1) Verbeeld de jeugd, want de jeugd is de stad van vandaag
Kunstenorganisaties moeten middelen inzetten om jonge makers uit allerhande disciplines (beeldende kunstenaars, schrijvers, toneelmakers, filmmakers…) de stad in te sturen, de jongeren tegemoet. Dat kan door:
- Documenteren: Geef hen de tijd en de middelen om op welke manier ook, naar gelang goesting en interesse, die jongeren te documenteren – via interviews, workshops, whatever: zorg voor ontmoetingen.
- Verbeelden: Begeleid die makers, help hen om het materiaal om te zetten in verhalen, toneel, teksten, slam poetry, film, schilderijen.
- Tonen: Toon het werk aan de jongeren: breng ofwel hen naar het werk, of – wat meestal nog effectiever is – breng het werk naar de jongeren, door die films, verhalen, toneel te tonen.
2) Ga niet op zoek naar kwaliteit, maar ontwikkel een biotoop waarin kwaliteit kan gedijen
Kunstenorganisaties moeten in eerste instantie onderzoeken op welke manieren jongeren van vandaag zich uitdrukken: via slam poetry, dance, filmpjes, vlogging, parcours, tekenen… En daarna moeten ze deze vormen structureel en zo laagdrempelig mogelijk ondersteunen. Kwaliteit mag op dat moment geen doel op zich zijn. In de eerste plaats moeten er omstandigheden gecreëerd worden waarin jongeren zich kunnen uitdrukken. De kwaliteit zal zich daarna wel tonen.
Het is dus van belang dat de leefwereld en de denkkaders van de jongeren (met een diverse achtergrond) meer verbeeld worden. Kunstenorganisaties moeten dus middelen inzetten om artistieke medewerkers de loopgraven in te sturen. Om in scholen en op andere plekken jongeren te interviewen en hun verhaal te documenteren, liefst zo informeel mogelijk.
Vervolgens kunnen ze met die verhalen aan de slag gaan in de vorm van theater, slam poetry, films... en die resultaten terugkoppelen naar de jongeren. We dromen van huiskunstenaars op scholen en in voetbalclubs. Ook jonge makers uit een conservatorium zouden zes maand op een school kunnen intrekken. Tegelijk is er nood aan plekken waar jongeren zich ook zelf kunnen uitdrukken en verbeelding vrij kan worden ontwikkeld. Zo creëer je een nieuwe vorm van maken.
Uit het gesprek op 6 juni bleek een gedeelde noodzaak om meer met jongeren aan de slag te gaan. HETPALEIS en ccBe bekijken momenteel hoe ze jongeren een platform kunnen bieden en hen kunnen stimuleren tot eigen artistieke beeldvorming, bijvoorbeeld met een open schrijfcursussen. Dat maakt er een inspirerend gesprek van. ‘Binnen de cultuursector beginnen paradigma’s over wereldbeschouwing eindelijk te schuiven’, aldus Johan Petit.
Arbi el Ayachi is een Antwerps-Marokkaanse stand-upcomedian en was lid van het multiculturele comedy-collectief Hakims of Comedy. Hij is ook acteur, zat mee in ‘Comedian vindt werk’ en treedt regelmatig in Nederland op.
Johan Petit is een van de drijvende krachten achter het Antwerpse MartHA!tentatief. Hij studeerde af aan het Rits, kan nog altijd niet kiezen tussen theater en stand-up, en vertelt daarom al vele jaren het liefst spannende verhalen.
**VOORSTEL 9: een diverse vooropleiding in Antwerpen **
Aminata Demba & Clara van den Broek & Els De Bodt & Jarrod Francisco
Eén op twee Antwerpse, en één op vijf Vlaamse jongeren zijn van diverse origine. Toch is diversiteit binnen de gevestigde theaterscholen nog erg beperkt. Jongeren met een migratieachtergrond vinden hun weg niet. De scholen zijn zich bewust van het probleem, maar ondervinden moeilijkheden om jongeren van diverse origines aan te trekken.
Eén mogelijke brug is een Antwerpse/Vlaamse vooropleiding met als doelgroep: jongeren die vanuit hun sociale of culturele achtergrond minder makkelijk in contact komen met kunst of (hoger) kunstonderwijs. Een vruchtbaar model biedt de Theatervooropleiding van het Amsterdamse Likeminds, die zeer hoge slaagcijfers kan voorleggen: 12 van de 14 jongeren die het traject in 2014-2015 doorliepen, werden aangenomen op een theaterschool. Anders dan het zevende jaar van de Kunsthumaniora, wil de nieuw op te richten vooropleiding geen voltijds programma aanbieden, en zich buiten een schoolse context situeren, zodat ze kan gecombineerd worden met werken, en ook een iets oudere doelgroep kan aanspreken. De vooropleiding situeert zich tussen initiatieven als Transfocollect/KunstZ enerzijds en de audities aan de theaterscholen anderzijds.
Gedurende 36 zaterdagen worden maximaal 15 deelnemers getraind op het vlak van spraak, lichaam, beweging, en tekstbehandeling, en gaan ze bovendien naar voorstellingen kijken. De opleiding is bedoeld als voorbereiding op een toelatingsproef aan een toneelschool, en wordt individueel aangepast. Wie talent heeft voor teksttheater, wordt toegeleid naar de proef voor het Conservatorium Antwerpen. Wie talent heeft voor fysiek theater, wordt eerder toegeleid naar Gent. Enzoverder…
De financiering gebeurt voor 50% vanuit de stad Antwerpen (voor de verloning van een coördinator, en eventuele extra kosten voor de docenten), en voor 50% in natura vanuit de partners. Die partners zijn:
- Toneelscholen: zij leveren docenten (AP diversiteitsbudget?)
- Theaterhuizen: zij leveren docenten (makers/acteurs die in dienst zijn), repetitieplek en/of presentatieplek. We denken aan huizen als Monty, deSingel, Het Toneelhuis, WPZimmer… en initiatieven van gezelschappen als ‘School in Residence’. De partners hebben een afgevaardigde in de Raad van Bestuur van de vooropleiding. De bedoeling is dat de partners mede verantwoordelijkheid dragen. Toneelscholen engageren zich om die studenten van nabij te volgen, en eens aangenomen eventueel extra ondersteuning te bieden. Theaterhuizen engageren zich om de studenten, eens ze de toneelschool hebben doorlopen, eventueel een speel- of presentatieplek te bieden wanneer ze hun eerste stappen willen zetten in het veld. De vooropleiding is zo een gemeenschappelijk gedragen initiatief, waartoe iedere partner bijdraagt vanuit zijn eigen kracht en mogelijkheden.
Clara van den Broek (°1974) is actrice, theatermaakster (SKaGeN) en schrijfster. Ze coördineert de afstudeerrichting acteren in het Conservatorium Antwerpen, waar ze ook les geeft. Ze werkte voor de krant De Morgen en het podiumkunstentijdschrift Etcetera. Ze studeerde acteren bij Dora van der Groen, en Romaanse Talen en Culturele Studies aan de KUL.
Aminata Demba is actrice en presentatrice. Ze studeerde een Master in Cultuurmanagement aan de UA maar besloot na haar studies om haar liefde voor te spelen na te streven. Haar eerste productie 'Dis-moi wie ik ben' werd gemaakt dankzij het project Gen2020 van ‘t Arsenaal Mechelen i.s.m. Mestizo Arts Festival. In 2016-2017 zal ze te zien zijn in 'De moed om te doden' van Toneelhuis, 'Futur Simple' van De Maan en 'Marieke Marieke', een theaterstuk van Leen Braspenning.
Els De Bodt is toekomstig directeur van HETPALEIS (vanaf 1 augustus 2016) en werkte daarvoor als directeur van Het Theaterfestival, programmator theater en dans in STUK Kunstencentrum en als cultuurjournalist.
Jarrod Francisco is directeur bij Likeminds (NL). Likeminds is producent en netwerk van meerstemmige theatermakers die de stad gebruiken als inspiratiebron én podium. In voorstellingen en publieksopbouw is Likeminds een afspiegeling van Amsterdam: divers, dynamisch en eigenzinnig.
VOORSTEL 10: een impulsfonds voor stedelijke kunstpraktijken
Eline van Hoye
Hoe kunnen we een antwoord bieden op het eerste punt van het AKO-charter: ‘Onze grootste maatschappelijke uitdaging is meer groepen deel te laten uitmaken van de kunstpraktijk’?
Mijn voorstel is een impulsfonds voor praktijken die de stedelijke realiteit als uitgangspunt nemen. Aanvragen worden niet schriftelijk ingediend, maar via beeld: videomateriaal of foto’s ter vervanging van de artistieke CV. Schriftelijke procedures worden zoveel mogelijk vermeden. Projecten worden mondeling voorgesteld in één of meerdere gesprekken. Naast artistieke kwaliteiten worden ook andere criteria gehanteerd, zoals de mate waarin het ingediende project de huidige stedelijke demografie weerspiegelt. De projecten worden beoordeeld door een jury die evenwichtig is samengesteld en eveneens de demografische realiteit weerspiegelt.
De middelen komen niet enkel vanuit stad of Vlaanderen. Ook kunstorganisaties investeren in een project via een coproductie-bijdrage voor een project dat aansluit bij de doelstellingen van de eigen organisatie. Diversiteit staat bij de meeste AKO-leden (allemaal Antwerpse kunstenorganisaties) immers hoog op de agenda. Ze zijn op zoek naar methodiek, artiesten van diverse origine, ontwikkeling van een ander canon.
Zo’n impulsfonds biedt de AKO-leden dus de kans om mee te investeren in nieuwe projecten die spontaan ontstaan, maar zeker ook in wat er al is, zoals MAF, Nuff Said, Let’s Go Urban… Via het fonds investeren we beter in wat er is en wat zich bewijst. Het blijft immers moeilijk om dit alternatieve circuit mee in de financiering van het Kunstendecreet te krijgen, terwijl deze organisaties net een reëel antwoord bieden op de eerste en grootste uitdaging van de Antwerpse kunstensector. Een cofinanciering, uiteraard gekoppeld aan inhoudelijke input, levert op voor alle partijen.
Eline van Hoye is coördinator van kunstZ, een organisatie die inzet op de talentontwikkeling, opleiding en ondersteuning van podiumkunstenaars van diverse etnisch-culturele origine. In de theaterwerkplaats van kunstZ worden voorstellingen gecreëerd en kunnen kunstenaars hun eigen projecten ontwikkelen. Met de kunstZ Academie richt kunstZ een deeltijdse theateropleiding in, specifiek gericht op mensen van etnisch-culturele diverse origine.
ARTISTIEKE BIJDRAGE 11: _The Ten Commandments for Gilbert & George _
Marc Vanrunxt & Ahilan Ratnamohan
Marc en Ahilan kwamen tijdens hun gesprekken uit bij een artistiek statement. Op 6 juni leidden ze de avond in met een performance op basis van de tien ‘commandments’ (1995) van het kunstenaarsduo Gilbert & George: tien verordeningen voor hun eigen artistieke oeuvre. De tien verordeningen werden stuk voor stuk voorgelezen, waarbij ofwel Marc er een eigen invulling bij danste, ofwel Ahilan er een artistieke beschouwing bij liet lezen door zijn collega-kunstenaar Junior Bright Etuwé:
I. THOU SHALT FIGHT CONFORMISM
II. THOU SHALT BE THE MESSENGERS OF FREEDOMS
III. THOU SHALT MAKE USE OF SEX
IV. THOU SHALT REINVENT LIFE
V. THOU SHALT GRAB THE SOUL
VI. THOU SHALT GIVE THY LOVE
VII. THOU SHALT CREATE ARTIFICIAL ART
VIII. THOU SHALT HAVE A SENSE OF PURPOSE
IX. THOU SHALT NOT KNOW EXACTLY WHAT THOU DOST, BUT THOU SHALT DO IT
X. THOU SHALT GIVE SOMETHING BACK
Ahilan Ratnamohan is een Australische kunstenaar die tussen Antwerpen (BE) en Sydney (AUS) werkt. Hij is vooral bezig met theater en dans met een focus op samenwerkingen met performers zonder klassieke opleiding. Zijn werk is geïnspireerd door onze huidige samenleving, hybride culturen en de paradoxen hierin.
_Marc Vanrunxt is choreograaf, danser, docent, mentor. Hij onderzoekt de grenzen van dans als medium en choreografie als taal, door rekening te houden met de mogelijkheden van het menselijk lichaam. In zijn werk probeert hij begrippen als tijd, ruimte, energie en aanwezigheid te herdefiniëren. Het oeuvre van Vanrunxt werkt rond tegenstellingen als zichtbaar/onzichtbaar en tastbaar/ongrijpbaar. Zijn artistieke woordenschat vindt haar wortels in de punkbeweging en het abstract expressionisme. Marc Vanrunxt is artistiek leider van de organisatie voor dans Kunst/Werk. (www.kunst-werk.be) _
VOORSTEL 12: wait and see…
Ook Annik Claes (Prospekta) & Carolina Maciel de Franca (Arsenaal/Lazarus) hadden heel vruchtbare gesprekken, en zijn bezig met de uitwerking van een voorstel dat voorlopig nog niet publiek gemaakt kan worden. Carolina kondigde op 6 juni de nakende geboorte ervan aan, en suggereerde al dat dit plan mogelijks andere voorstellen zou kunnen ondersteunen…