Die film over racisme

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Rekto:verso vroeg filmfreaks Servé Hermans (acteur) en Jeroen Versteele (dramaturg en recensent) naar de film te gaan, en elkaar achteraf brieven te schrijven. Ze gingen allebei naar Crash en Capote kijken, maar namen enkele andere films uit het collectieve geheugen mee in hun kijkervaring. Twee jonge podiumbeesten over racisme, de kracht van het filmmedium en de kunst van het niet-realistisch acteren.

Beste Jeroen,

Volgens velen was Crash een zeer geslaagde film. De film won zelfs een oscar voor beste rolprent van het jaar. Voor mij werkt hij echter niet.Toegegeven, het is een goed gemaakte film over onderwerpen als racisme, onverdraagzaamheid, seksisme en vooroordelen. Het begin zet meteen de toon: vlak na een auto-ongeluk zit een zwarte detective naast zijn Latijns-Amerikaanse collega en zegt met spijt in zijn stem: 'In Los Angeles raken de mensen elkaar niet meer aan, ze botsen om maar iets te voelen.' In de eerste helft van de film zie je dan inderdaad een aantal iconen uit de multiculturele samenleving met elkaar botsen, al is het misschien meer schuren dan botsen.
Ik geef een paar voorbeelden. Twee zwarte jongens lijken integer maar stelen dan toch op brute wijze een auto. Een racistische politieagent betast een zwarte vrouw onzedelijk maar redt haar later uit een brandende auto. Een Iraanse winkelier wil een geweer kopen, maar ziet er wel erg verdacht uit. 'Hoho Osama, even geen Jihad' roept de gewerenverkoper. De man blijkt goedmoedig en wil het geweer enkel voor zijn eigen veiligheid kopen. Er zijn talloze van dit soort scènes die zich volgens hetzelfde op den duur voorspelbare niemand-is-wie-hij-lijkt-patroon ontvouwen. Oftewel veel variaties op eenzelfde thema. En zo glijdt de eerste helft van Crash buitengewoon prettig voorbij op de deuntjes van een Magnolia-achtige soundtrack. Waarbij alle personages zich gezellig laten leiden door de vooroordelen die ze over elkaar hebben.
In het tweede deel van de film wordt Crash hopeloos pretentieus en moralistisch. Regisseur Paul Haggis laat daarin al zijn personages in sleutelscènes iets meemaken waardoor ze heel anders over de dingen gaan nadenken. Ze komen tot inzicht. Ze worden gelouterd en bevrijd van hun vooroordelen. Door het opvoeren van typische iconen, een gezwollen soundtrack en de vele momenten van inkeer, wordt de boodschap zo opzichtig en opdringerig gebracht dat ze uiteindelijk haar doel voorbij schiet. De makers klinken als de Nederlandse minister-president Jan Peter Balkenende in zijn oproep tot normen en waarden. Ik begin onderhand de schijt te krijgen van het gedweep met woorden als tolerantie en verdraagzaamheid, zeker als die woorden niet ingevuld zijn. Mijn idee: Paul Haggis wil gewoon zijn gouden oscarvingers niet branden aan politiek incorrecte standpunten en expliciete scènes.
Als in American History X (ik noem maar een voorbeeld) het racisme in het Amerika van vandaag wordt getoond, draait mijn maag om van walging en afgrijzen. Er zit een scène in waarin een zwarte door een racist (Edward Norton) gedwongen wordt met zijn mond open op een stoeprand te bijten. Vervolgens stampt de racist ongenadig hard boven op zijn kop. Zo'n scène slaat mij buiten westen.
Als ik in Crash datzelfde racisme zie, glimlach ik om de scherpe dialogen en geniet ik van de constructie van het scenario. Dat is toch erg! Voor mij is het erg dat ik erom glimlach, en voor de makers dat ze een film over een serieus onderwerp als racisme en maatschappelijke onverdraagzaamheid volstrekt ongevaarlijk maken. Het slaat een gesprek al dood voor het begonnen is.
Film is een bijzonder complex medium. Script, acteren, achtergrondmuziek, cameravoering, montage, geluid, licht enz. — al deze verschillende disciplines moeten samen een eenheid vormen en op elk van deze aspecten kan een film mislukken. Hoe complex het medium ook in elkaar steekt, de uitwerking is bijzonder simpel en effectief. Het werkt of het werkt niet. Crash werkt absoluut, maar op de verkeerde manier.
De film is catchy en lekker licht. Maar het onderwerp verdraagt die lichtheid niet. Nu ik de berichtgeving lees over het bloedbad dat in Antwerpen werd aangericht door een tiener, of over de aftuiging van een zwarte nabij een racistencafé in Brugge, merk ik dat Crash heel erg ver van elke realiteit af staat. In die film worden een hoop disciplines misbruikt om een effect te genereren. Wat mij betreft het verkeerde effect: het effect van de milde glimlach. Bij veel mensen werkt zoiets, bij mij niet. Ik werd er kwaad en ongelukkig van, beste Jeroen, en als dit de beste film van het jaar is ben ik de paashaas.
Films als American History X of Romper Stomper pogen iets te zeggen over de huidige maatschappij. Over de Amerikaanse melting pot. Ze zwengelen in ieder geval een discussie aan. Ze hebben hun effect.
Beste Jeroen, weet jij wat het effect van Crash was? Ik vroeg aan mijn vriendin een paar dagen na het bekijken van de film wat zij ervan vond. Ze fronste en zei: 'Crash, welke film was dat ook alweer … O ja, die over dat racisme. Euh, die vond ik wel goed, geloof ik'. En daar is dan alles mee gezegd.

Gegroet,
Servé

Hallo Servé,

Ik begrijp perfect wat je bedoelt. Crash doet me denken aan Love Actually, die kerstfilm met Hugh Grant. Tijdens beide films voel ik emotie opwellen terwijl mijn verstand protesteert. Ze zijn doorzichtig, voorspelbaar, moralistisch, expliciet en hebben een happy ending, maar ze gebruiken de filmtruken van de foor op zo'n effectieve manier dat je tijdens de één of andere scène wel voor de bijl moet gaan. Dan heb ik het over aanzwellende muziek, een mooie close-up, een knappe montage, een scherpe dialoog, meestal een combinatie daarvan. Als je films maakt, geraak je daar mee weg, Servé. Theater is daar helemaal niets tegen. Film werkt zó goed, dat je geen goed verhaal of scenario nodig hebt om de oscar voor beste film te winnen. Of om mensen te ontroeren.
Of dat ook betekent dat je mensen met alleen maar techniek kan overtuigen van een inhoudelijke boodschap, is een heel andere kwestie. Ik denk eigenlijk van niet. Tijdens de scène waarin die agent het knappe mulatje redt uit de brandende auto krijg ik het warm van de ontroering. Maar ik geloof de regisseur niet in zijn suggestie dat zo iemand na zo'n actie van zijn racistische reflexen af is. Hoogstens is zo'n bullebak daarna nog meer zelfingenomen. Idem wanneer Sandra Bullock, die de ijzige pronkvrouw van een frauduleuze politicus speelt, in de armen valt van haar Mexicaanse schoonmaakster en snikt dat zij haar enige vriendin is. Ik kan niet geloven dat zij voortaan met minder minachting op haar poetsvrouw neerkijkt. Ze zit gewoon in een dipje, ze is eenzaam, ze beleeft zo'n moment waarop je elk levend wezen in je buurt zou doodknuffelen maar waarop je allesbehalve een beter mens wordt — meestal integendeel. De regisseur suggereert van wel, net zoals in de andere verhaallijnen. Die zijn inderdaad allemaal een variatie op hetzelfde thema en geven blijk van dezelfde evolutie. Aanvankelijk is een personage overtuigd van het eigen gelijk, vervolgens komt dat terecht in een sleutelscène met een dramatische gebeurtenis, waarna het inzicht verkrijgt in de ware goedheid van iedere mens op aarde. Weliswaar zijn de verhaallijnen met grote vakkundigheid geconstrueerd, zijn de volzinnen doorleefd uitgesproken door uitstekende acteurs, maar ze zijn o zo kunstmatig en moralistisch.
De reactie van jouw Tine spreekt boekdelen. Crash is inderdaad 'die film over racisme'. Ik ben vergeten tellen hoeveel keer de personages in Crash het woord racisme uitspreken. In Scarface komt het woord 'fuck' 218 keer voor, volgens mij doet 'racisme' het niet veel slechter in Crash. Net zoals in de media en in het maatschappelijke debat wordt het dan ook te pas en te onpas gebruikt en verliest het elke betekenis. Als je neerkijkt op je Mexicaanse poetsvrouw die dagelijks zwijgt en bukkend schrobt, ben je dan een racist? Of als je schrik hebt van een groepje zwarten dat 's avonds je richting uitkomt? Ben je een racist als je een cartoon over Mohammed publiceert? Als je je mp3-speler verbergt als je Brussel Centraal binnenstapt? Racisme betekent volgens Van Dale dat je de opvatting aanhangt dat het ene ras superieur is aan het andere. Er zijn nog echte racisten, hoor. Je hebt de gekken die hun moordfantasieën waarmaken, zoals onlangs in Brugge en Antwerpen. Er is ook de stationsschef die ik vorige week een Chinees zag negeren, die wilde weten hoe hij in Oostende moest geraken. Maar anderzijds wordt er zo snel het label 'racisme' gekleefd op wat in werkelijkheid een veel complexer, gelaagder gedragspatroon is. Alles is zo snel racisme. En daarmee gecategoriseerd, gediaboliseerd, veroordeeld. Zo gauw een reactie, persoon of organisatie 'racistisch' is, hoef je niet meer door te denken over de sociologische en economische achtergrond ervan. Racisme is volgens mij vaker een symptoom dan een overtuiging. Een uitkomst van vele factoren die ingewikkelder liggen dan het simpele beeld dat Crash ervan schetst. Crash schildert racisme af als een ijsschots die wegsmelt als er maar genoeg zon op schijnt. Als een ziekte waar je sterker uitkomt.
Gelukkig zijn we ook nog naar een andere film gaan kijken. Allebei wilden we graag Capote zien. Ik heb goede herinneringen aan Truman Capote want ik hou van zijn boekje Breakfast at Tiffanny's. Ik weet nog dat ik het las tijdens een periode dat ik hield van een meisje dat me aan Holly Golightly deed denken, het wispelturige en lichtzinnige hoofdpersonage. Maar de film Capote gaat over hoe de schrijver In Cold Blood schreef, zijn meesterwerk waarmee hij journalistieke onderzoeksmethodes inzette voor een waargebeurd moordenaarsverhaal. Ik wist niet dat Capote zo'n verwijfde kerel was, Servé. Zou Philip Seymour Hoffman het personage niet een beetje aangedikt hebben met de oscarceremonie in het achterhoofd? Hoe zie jij dat als acteur?
Begrijp me niet verkeerd, Capote vond ik een hele goeie film. Anders dan in Crash, waar personages van de ene naar de andere valse maar expliciete overtuiging zwalpen, krijg je op geen enkel moment zekerheid over wat er zich in Capotes hoofd eigenlijk afspeelt. Hoe overdreven Hoffman uiting geeft aan Capotes homotics en arrogante ergerlijkheden, zo subtiel geeft hij er het raden naar hoe zijn personage zich nu precies voelt tegenover de moordenaars wier leven hij beschrijft. Dat maakt van Capote tenminste een spannende film die je dwingt zélf een oordeel te vormen, empathisch te zijn met het — laat ons wel wezen — weerzinwekkende titelpersonage. Ik vind een film die je tot zo'n oefening dwingt geslaagd. Maar ik vraag me af wat jij van Capote vindt, Servé.

Ik lees je gauw,
Jeroen

Mijn beste Jeroen,

Hoewel ik het een klein beetje gehad heb met de biografische films van Amerikaanse dode of halfdode helden, had ik het afgelopen filmjaar geluk. Capote is geweldig, en Capote was niet de enige biopic die mij trof. Ook Walk the Line over Johnny Cash is een absolute aanrader. Deze films zijn niet in de laatste plaats zo geslaagd door hun vertolkers. In Walk the Line raakt Joaquin Phoenix angstig dicht aan de kern van wat Johnny Cash was, als drank- en pillenzuchtig genie. En voor Hoffmans performance als Truman Capote had Stephen Fry, bij de uitreiking van de BAFTA awards (de hoogste Britse filmprijzen) misschien wel de meest treffende opmerking. 'I once met Capote in a restaurant, but believe me, Hoffman was better', zei hij. Een betere Capote dan Capote zelf dus. Beide acteurs zijn Amerikanen, en laten zien wat ze kunnen, bijna op het ijdele af. Maar er is iets bijzonders aan hun prestaties. Het zijn geen imitaties van respectievelijk Capote en Cash; het zijn veeleer eigen invullingen van een beeld dat de acteurs van hun onderwerp hebben. Hoffman zet een nog nichteriger kinderstemmetje op dan Capote volgens mij ooit heeft gehad. En Phoenix tolt zoveel met zijn diabolische ogen dat Cash bij leven wel haast een vampier geweest moet zijn.
En daar heb ik nou eens zo van genoten. Niet weer dat Amerikaanse hyperrealisme in het acteren. Nee, gewoon 'de Philip Seymour Hoffman show'. Heb jij gezien hoe hij een krant vasthoudt in de film? Met enkel de duim en middelvinger. Geniaal. Ik ken Capote alleen van interviews en ben hem vergeten na Philip Seymour Hoffman. Hij is al jaren Hollywoods ideale bijrolacteur, en nu mag hij eindelijk eens twee uur gas geven en zich scheel schmieren. Hij doet dat met verve. Zonder hem had ik Capote waarschijnlijk een nogal saaie film gevonden. Nu is het een pareltje geworden.
Dat Hoffman wel erg nadrukkelijk naar een oscar hengelt, zoals jij terecht opmerkt, vind ik niet erg. De vertolking van Hoffman is namelijk revolutionair voor Hollywood. Ga maar eens na. In de Amerikaanse cinema zie je over het algemeen een 'gemaakt hyperrealisme' in het acteren. Men hanteert het zogenaamde method acting. Kort door de bocht wil dat zeggen dat men gebruik maakt van het opwekken van emoties door het herbeleven van heftige gebeurtenissen uit het eigen leven. Dat wordt dan aangevuld met een aantal nogal typische technieken. Extreem zacht praten, en in close-ups nooit met de ogen knipperen bijvoorbeeld. Dit alles met de bedoeling een doorleefd en realistisch karakter neer te zetten. Hoffman en ook zijn collega Phoenix staan ver af van dat realisme. Door hun vergrotingen zijn de vertolkingen van hun karakters fantasievoller, transparanter en inventiever. Met name in zo'n biografische film zie je extra goed hoe ze hun origineel interpreteren. Er is immers een vergelijkingspunt.
De Amerikanen kunnen nu dus ook eindelijk ruiken aan een nieuwe vorm van acteren, die in Europa al een tijd aan de gang is. Zo moest ik aan Jeroen Willems denken, een geniale Nederlandse acteur die de theaters afreist met een Brel-programma. Hij zingt Brel op zijn Jeroen Willems': hartverscheurend, eerlijk, theatraal, soms net uit de bocht, altijd op het randje. In niets heeft Willems in zijn stem een gelijkenis met Brel. Maar nog nooit kwam iemand zo dichtbij, juist door zich er ver vanaf te houden. En nu is er dankzij Hoffman en Phoenix ook nog hoop voor Hollywood.

Groeten,
je Servé

Beste Servé,

Geef mij dan maar liever Jeroen Willems, die Brel helemaal naar zich toe trekt, dan Hoffman. Die schmiert zich misschien wel twee uur lekker scheel, maar hij beperkt zich mijns inziens toch een beetje tot het uitvergroten van Capotes maniertjes. Ik praat voor eigen winkel, maar ik wil ook even Brandhaarden in onze vergelijking betrekken. Afgelopen seizoen lieten we enkele van onze acteurs (jij kon spijtig genoeg niet meedoen want je werkt teveel) in een speciaal programma toespraken houden als bestaande politici. Repetitietijd was er niet. De acteurs hadden enkele dagen tevoren speeches gekregen, lazen zich één namiddag in en voerden ze 's avonds op als Helmut Kohl, Margaret Thatcher, François Mitterrand, Pim Fortuyn en andere historische beleidsmakers. Natuurlijk namen de acteurs enkele typische karaktertrekken en retorische trucjes over van hun personages — daar waren de toespraken ook op gericht — maar voor een echte imitatie ontbrak alle voorbereidingstijd. Met als resultaat de meest prachtige interpretaties van de opgevoerde politici. Betty Schuurman hoefde doorheen de toespraak waarin ze de Britse refund opeist maar enkele keren 'Really!' of 'My God!' te kirren, of Thatcher was meteen zichtbaar. Verder kon ze lekker zichzelf spelen. Of wat te zeggen van André Jung, die het kon maken om Helmut Kohl als een soort dyslecticus op te voeren, en een karaf water in één teug op te drinken. Ik bewonder imitatoren, Servé, maar verkies duizendmaal deze 'interpretatoren' waarvan jij verzekert dat ze Hollywood zullen redden. Ik hoop het, evenals ik hoop dat je in de volgende Brandhaarden zal kunnen meespelen. Misschien iets om binnenkort bij een koffie verkeerd te bespreken?

Vele groeten
Jeroen