De vier benauwenissen van Europa

Door Milo Rau, op Sat May 14 2016 18:55:44 GMT+0000

Vier beelden volstaan voor Milo Rau om de angsten van het Oude Continent in te vatten. Samen vormen ze voor de Duitse theatermaker (momenteel actueel met een stuk over Marc Dutroux met kind-acteurs) een boeketje Europa waar weinig fleurigheid uit spreekt. 'Europa verliest zijn verleden, maar zonder zicht op een toekomst.'

1. Bang voor de leegte

Europa kreunt onder een ideologische angst: wat is ons perspectief? Noem het een crisis in gramsciaanse zin: zo’n moment waarop het oude afbrokkelt en het nieuwe nog niet in de steigers staat. Waar moet het heen? Vijftien jaar lang bezwoer het postmodernisme dat het goed was om geen perspectief te hebben, maar vandaag is juist die openheid onze grootste angst geworden.

Om die te bezweren, grijpen we zelfs niet terug naar het inclusieve idee van de natie, maar naar het idee van de regio, de eigen cultuur, de eigen taal. Dat zijn concepten van vóór Napoleon. Europa lijdt aan ‘horror vacui’: een angst voor de leegte, die zich vertaalt in angst voor religie, voor de islam, voor vrouwen die het overnemen van de echte man, voor alles wat wél ergens voor kan staan.

Europa verliest zijn verleden, maar zonder zicht op een toekomst

Ergens lijkt het een fantoompijn die nog doorwerkt vanuit de Tweede Wereldoorlog. Tot 1989 en zelfs tot in de late jaren 1990 bleef ons verhaal in Europa in de grond een negatief discours: we willen niet hervallen in de horror van de oorlog. Maar niemand vroeg zich af wat er daarna moest komen.

Nu vertaalt zich dat in een angst voor het einde van de geschiedenis, in de angst dat er achter de historische ontwikkeling zoals Hegel die definieerde, geen zin meer zou zitten. In Duitsland voelt die schrik heel reëel aan. Men probeert er de leegte te vullen met allerlei wetenschappelijke en demografische perspectieven, maar ook met eerder emotionele reacties, zoals de Welkom-Cultuur. Alleen, wat heeft die cultuur meer te vertellen dan ‘vluchtelingen welkom!’? Wat hebben we die vluchtelingen verder te bieden? Europa verliest zijn verleden, maar zonder zicht op een toekomst.

2. Bang voor de ramp

71_Rau_planet_700.jpg

Een angst die zich meer in onze dromen afspeelt, is die voor de ecologische klap. Als over dertig jaar de olie op is, hoe komen we dan in onze geglobaliseerde economie nog aan eten? Voedsel zal gegarandeerd veel duurder worden. Het is vandaag toch volslagen absurd hoe we onze koeien hier slachten, ze dan voor verwerking naar een ander continent sturen, ze weer terughalen om er een stempel op te zetten, en ze ten slotte weer exporteren om elders te verkopen?

De lage olieprijs maskeert dat de echte kost per steak zoveel hoger ligt, maar het is een kwestie van tijd voor die illusie genadeloos doorprikt wordt. Dan wacht ons een wereld waarin sommigen wel nog koffie zullen kunnen drinken, en andere niet meer. Reken maar op grote chaos. Eens de olie op is, volgt de catastrofe.

Wat we doen, is het tegendeel van wat realistisch zou zijn

Nu zitten we nog in de bizarre situatie dat alles te koop is, dat zelfs mensen zonder job een flashy mobiele telefoon kunnen kopen. We vinden die welvaart sinds de jaren 1960 normaal, maar ze is absoluut uitzonderlijk. Ze was altijd al gebaseerd op onze koloniale politiek.

Nog steeds geldt wat Marx zei: als je de ware bourgeois economie wil zien, ga dan kijken in de kolonies. In Centraal-Afrika passen onze Zwitserse, Duitse, Belgische bedrijven totaal andere wetten toe dan hier. Dat is echt een andere wereld, daar zie je de grond voor onze welvaart. Alleen, hoelang blijft dat nog duren? We zijn de kikker in het kokende water. Wat we doen, is het tegendeel van wat realistisch zou zijn. En iedereen voelt en weet dat de klap nabij is.

3. Bang voor de minderheid

71_rau_woher kommst du.png

Overal in Europa voel je een angst voor de minderheid die de meerderheid dreigt te worden. Mensen vrezen dat er dan geen Nederlands of geen Duits meer gesproken zal worden in de klas, dat hun kinderen hun eigen taal niet meer zullen kunnen schrijven. Dat is niet zozeer de angst van de arbeidersklasse. Die reageerde xenofoob in de jaren 1980, toen de nieuwkomers jobs kwamen inpikken, maar vandaag heeft zij niets meer te verliezen, en dus stemt ze ook niet meer extreemrechts.

De angst voor de minderheid leeft nu veeleer bij de burgerij: ze is bang dat de traditie van Goethe finaal afloopt. Zo blijken de meeste leden van de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) doorgestudeerde mensen en professoren te zijn. Zelfs Peter Sloterdijk flirt met de AfD. Waarom? Intellectuelen hebben in hun dagelijks leven geen contact met migranten. Ze zijn er bang van omdat ze hen niet kennen.

Ideologisch bekeken gaan we dus terug naar de negentiende eeuw, toen het ook de bourgeoisie was die verrechtste. Racisme neigt terug naar wat het historisch altijd is geweest: de angst van de elite. Dat maakt van deze tijden een echt momentum. Terwijl de elites vrezen dat ze niet langer de drijvende kracht zullen zijn van de nieuwe tijden, vormt zich een nieuwe klasse van migranten, die veel meer kans maakt om het sturende subject van een volgende revolutie te worden. Al wie die overgang niet kan beleven als een kans, wordt er doodsbenauwd van.

Racisme neigt terug naar wat het historisch altijd is geweest: de angst van de elite

De elite zal het wel overleven, zoals steeds. Maar wat met al die andere mensen die zich deel voelden van dat grote mooie project getiteld ‘kapitalisme’? Zij beseffen nu dat ze plots bij de verliezers kunnen horen. West-Europa kende de laatste zestig jaar alleen maar vrede, welvaart, groei. Je kon levensplannen maken voor vijftig jaar.

Maar in de huidige economische situatie kan je nog maximaal vijftien jaar vooruitkijken. Waarom zou je nu nog sparen voor je vijfenzestigste? Dat heeft gewoon geen zin. Het enige wat je nog kan helpen vooruitkijken, is ideologie. Maar als je geen ideologie aanhangt, en niet in een welvaartstaat woont, dan leef je in angst.

4. Bang in de kunst

71_rau_avantgarde.jpg

Ook in de kunst neemt de angst toe. De jongste veertig jaar kon een gouden generatie naar hartenlust avant-gardistische kunst maken en daar zelfs van leven. Nu is het vechten tegen de besparingen en op zoek gaan naar nieuwe partners, terwijl die vaak conservatiever blijken dan voorheen. Voor vele kunstenaars is het veel moeilijker geworden. Vroeger konden in Duitsland vijftig regisseurs groot repertoire opvoeren, nu nog tien. Zo krijg je een continu gevecht: wie mag nog een Faust doen?

De migratie doet de interesse voor klassiek repertoire tanen. En alles is economie geworden. Wil je in de kunsten nog geld verdienen, dan moet je gaan redeneren als een bedrijf, met schandaalkunst en uitgekiende pr. Twee jaar risico-investeren in de avant-gardistische kunst van weleer: dat gaat niet meer. Dan hoor je ‘fuck you’, en ben je out.

'Politiek theater' is in Duitsland een kleinburgerlijke ideologie op zich geworden

Veel vijftigers hebben dertig jaar lang niet anders gedaan, maar nu zijn ze van het ene op het andere jaar gekortwiekt door de guillotine van de bezuinigingen. Van de grote helden van de performance van de jaren 1980 blijft nog nauwelijks iemand over. En zo neemt de druk toe om kunst te maken die politiek moet zijn. Dat is in Duitsland een kleinburgerlijke ideologie op zich geworden.

Alleen betekent ‘politiek theater’ dan niet dat je vertrekt vanuit een intelligente analyse of een heldere ideologie, wel dat je twee Syrische vluchtelingen laat meespelen. Resultaat? Absurd slecht en conservatief theater. De gouden jaren zijn voorbij.

Milo Rau is theatermaker en artistiek leider van het International Institute of Political Murder (IIPM). Zijn tekst werd op basis van een interview opgetekend door Wouter Hillaert.