De renaissance van revue?

Door op Sat Sep 12 2015 01:09:55 GMT+0000

Is revue terug van weggeweest? Met Revue Ravage viste Josse De Pauw een genre op waarvan we het bestaan grotendeels vergeten waren. Hij scoorde er zelfs een selectie voor het Theaterfestival mee. Ook Stany Crets bereidt voor dit najaar een grootse Winterrevue voor, zij het in zijn meer vermakelijke variant. ‘Het werd tijd om het stof van het genre te vegen’, aldus Crets. Maar is er vandaag nog wel plaats voor deze ouderwetse showdiscipline? Welke rol kan ze dan vervullen?

‘Ik had al een tijdje zin om een revue te maken’, vertelt Josse de Pauw in een inleidend filmpje over de voorstelling. In het  programmaboekje bij Revue Ravage legt hij verder uit waarom. ‘Ik ben als kleine jongen nog meegenomen door mijn ouders, om naar een echte revue te gaan kijken. In Brussel was dat. Ik herinner me veel changementen op scène: doeken en panelen die constant van plaats verwisselden. Om telkens weer een nieuwe sketch aan te kondigen. En veel muziek natuurlijk, om de zaken te doen vooruitgaan. Of om, totaal onverwacht, emotioneel uit de hoek te komen. Maar altijd in een feestelijke stemming. Dat soort van grote bewegingen, dat vind ik zo aantrekkelijk aan die vorm.’

67_vankalmthout_kvs_reveuravage-rdannywillems_73a8266.jpg

Revue Ravage, een coproductie van NTGent en KVS, trok vanaf maart op een kleine zegetocht door het land. De Pauw zorgde voor de regie en Tom Lanoye schreef de tekst. ‘Het idee was dat Tom losse stukken zou schrijven waarmee we konden schuiven. Een revue bestaat uit losse onderdelen, dus zo wilde ik te werk gaan, dat vind ik ook leuk. Tom heeft er toch een verhaal doorgeweven en daar ben ik uiteindelijk ook heel tevreden mee.’ De voorstelling portretteert een linkse politicus aan het eind van zijn Latijn. Als zelfs zijn achterban vindt dat het tijd is om te stoppen, besluit hij met een knal uit het leven te stappen.

‘Actualiteit en kunst gaan altijd samen’, aldus Lanoye. ‘Er wordt niet specifiek verwezen naar mensen uit de Belgische politiek, maar een link is onvermijdelijk.’ Niet toevallig kozen de theatermakers voor een socialistische partij. ‘Links is ons het beste bekend, dus is het ook eerlijker om dat te bekritiseren. Rechts zou te makkelijk zijn.’ Niet alleen die slinkse commentaarfunctie recupereerden De Pauw en Lanoye uit de historische revue. Dans en muziek maken de productie compleet. Scènes worden afgewisseld met soms verpletterende zangprestaties, goed voor het wow-effect dat zo eigen is aan revue. Vijftien muzikanten van Flat Earth Society, onder leiding van Peter Vermeersch, zorgen voor een swingende toets. ‘Uit ons stuk komt een visie naar voren, maar dat betekent niet dat het zwaar politiek theater is’, vertelt Vermeersch. ‘De vorm van revue zorgt voor een zekere luchtigheid en toont de absurditeit van de politiek.’

67_vankalmthout_winterrevue affiche.jpgStany Crets vertrekt voor zijn Winterrevue, die op 17 december in première gaat in Antwerpen, vanuit een compleet andere insteek. ‘Als je aan honderd mensen vraagt wat revue is, komen ze niet verder dan danseressen met pluimen in hun kont, een slechte goochelaar en drie sketches zonder pointe. Aan die visie moet dringend gesleuteld worden.’ Op vraag van Theater Elkerlyc is Crets van plan om een echt spektakel op podium te zetten. ‘Vroeger werd tijdens revue de draak gestoken met actualiteit, als ontlading voor artiesten en publiek. Maar zelf ga ik geen maatschappijkritiek verwerken in mijn revue, dat is niet mijn functie’. Crets mikt vooral op vermaak en verwondering. ‘Ik wil absoluut pluimen! Ik weet nog niet in welke vorm, maar ze zullen niet aan de danseressen hangen. En onze goochelaar zal een goede goochelaar zijn.’

Zowel Stany Crets als Josse De Pauw grijpen expliciet terug naar de revue als genre, maar doen dat vanuit heel uiteenlopende benaderingen. Revue Ravage gebruikt de vergeten theatervorm om maatschappijkritische kwesties aan te kaarten, Crets om zich daar juist even van af te sluiten en plezier te maken. Is het nostalgie? Of heeft revue ook iets te bieden voor deze tijd?

Revue, een korte geschiedenis

Voor een goed begrip moeten we eerst terug naar de wortels van de revue. De vroegste vormen zagen het licht in de negentiende eeuw in Parijs. De Revue Locale was een wrap-up van actualiteiten van een afgelopen jaar, als een vroeger voorloper van de eindejaarconference, die inspeelde op de grote veranderingen. Elke show had een compère en commère, een komisch duo die de avond van commentaar voorzag. Zij moedigden het publiek aan tot interactie. Liedjes verbonden de verschillende nummers aan elkaar. Ze werden altijd gecomponeerd op bekende melodieën, zodat de zaal die spontaan kon meezingen. Voor de rode draad zorgde een overkoepelend thema uit de actualiteit, zoals een nieuwe draak die op het Belfort was gezet. Pas later volgden de Revues à grand Spectacle, die door hun meer erotische karakter en hun nadruk op vrouwelijk schoon enkel toegankelijk waren in de grootsteden. Danseressen werden naakter en de thema’s luchtiger. Een thema als ‘bloemen’ kon toen heel goed gekozen worden.

Heeft tv volledig afgerekend met het samen aan tafeltjes van live revue genieten? Niet helemaal.

Van massamedia als radio of tv was nog geen sprake. Op de combinatie van entertainment en ‘nieuws’ hadden revues nog het alleenrecht. Ze pakten uit met nouveautés die de voorstellingen adembenemend maakten. Zo waren de eerste bewegende beelden te zien in het revuetheater, toegankelijk voor alle lagen van de bevolking. Maar die hoogtijd zou na de Tweede Wereldoorlog algauw tanen, met de democratisering van dat andere krachtige visuele medium: de televisie. Heel aanschouwelijk zag je die neergang geschetst in de tv-serie Oud België (2010) van Indra Siera. Van de Antwerpse Ancienne Belgique, één van de laatst overgebleven revuetheaters, schetst het scenario van Peter van den Begin en Stany Crets de laatste stuiptrekkingen, eind de jaren 1970. De kas is leeg, het vaste cliënteel sterft uit, de matinees zijn geschrapt, de prijzen van tv-sterren worden te hoog en het allooi van de rest te laag, terwijl het stadsbestuur aast op het gebouw. Zwijgend staart uitbater Leonard naar zijn volle wand met vergeelde foto’s. Met optredens van artiesten als Louis Armstrong had zijn theatertje grootse gloriedagen gekend, maar het kan niet meer op tegen de magnetiserende en alles overheersende werking van de tv.

De revue zelf volgde de studio’s in: televisie nam de rol van de bar-théâtres over. Voor de kijkbuis kon een veel groter publiek van de overweldigende shows genieten. Zo nam het succes van de artiesten ongekende vormen aan. In Nederland zorgde televisie voor de faam van André van Duin en vormde de springplank voor zijn live tournees vanaf 1970. In 2009 liet hij nog de show De Nieuwe Revue, zijn lievelingsgenre, van het beeldscherm knallen. In Vlaanderen volgden Crets en Van den Begin hun personages uit Oud België van het podium naar de studio. In hun Debby en Nancy show, eerst op VTM en dan op Eén, stonden glitter en glamour centraal, en werd actualiteit afgewisseld met vermaak en showbizz.

67_vankalmthout_Oud België 4.png

Die medium-switch van revue is niet alleen een verhaal van hogere budgetten en een breder bereik. Er is ook een inhoudelijke verwantschap, betoogt Evelien Jonckheere in haar boek Kijklust en sensatiezucht, een geschiedenis van variété en revue. Ze legt de opvallende link tussen de revuevoorstellingen van vroeger en de hedendaagse zapcultuur. ‘Zowel in een revuevoorstelling als in de massamedia ontbreekt narratie en lineariteit’, legt ze aan rekto:verso uit. ‘Er is wel een thema, maar geen verhaalopbouw. Als je even niet oplet, heb je eigenlijk niets gemist.’ Een andere link die de revue-specialiste ziet, is die van modevorming en identiteit. ‘Sterren en modes zijn altijd sterk beïnvloed geweest door revue en variété. Er werd bijvoorbeeld duidelijk gemaakt wat er typisch vrouwelijk gevonden moest worden. Dat gebeurt nu via reclames en tv-programma’s.’ Ook duidt Jonckheere aan dat we gelijkenissen kunnen zien met digitale media als facebook. ‘Het gaat om een “menselijke zoo”. Mensen vinden het leuk om naar elkaar te kijken. Dat voyeurisme was er in de negentiende eeuw ook al, maar op een ander niveau. Die menselijke fascinaties zijn nooit veranderd. De verpakking is nieuw, maar au fond veranderen mensen niet. Honderd jaar geleden stond revue voor vooruitgang en had je de romantici die terugkeken.’

Spektakel aan zee

En de authentieke sfeer van de revuetheaters? Heeft tv volledig afgerekend met het samen aan tafeltjes van live revue genieten? Niet helemaal. In verschillende kringen, van meer commercieel tot meer sociaal-artistiek theater, wordt nog regelmatig dankbaar teruggegrepen naar de vorm van revue. Zo maakte Vitalski in april in Antwerpen nog Revue Vitalski voor het Enter Festival, samen met gewone buurtbewoners. In opeenvolgende nummers kwamen zij vertellen over hun leven, afgewisseld met opvallende muzikanten. Zelf zat het publiek aan tafeltjes en werd het in de vorm van een bingo bij de show betrokken. Ook de Zwarte Komedie, ‘het laatste satirische theater van Vlaanderen’ dat dit voorjaar de deuren moest sluiten na een subsidiestop, maakte nog minstens één revue-achtig stuk per jaar. Zijn laatste voorstelling, De burgemeester van Vlaanderen, werd in de kranten omschreven als een ‘potpourri van muziek, sketches en teksten’.

Het publiek moet nu anders geraakt worden dan met een betuttelend vingertje.

Maar de echte behoeder van dit bijna verloren gegane podiumgenre is Het Witte Paard in Blankenberge. Voortbouwend op een traditie van revueshows in Knokke en Oostende, opende de familie Smet het theater in 1936 als een familiebedrijf. Daarbij haalde ze inspiratie uit Oostenrijk, zo laat het interieur nog altijd zien. Afbeeldingen van Oostenrijkse landschappen sieren de muur, en het bier wordt geschonken in halve literglazen of zelfs in glazen laarzen. ‘Vroeger waren de shows meer basic’, vertelt Veerle Jacobs, manager van Het Witte Paard. ‘Maar ze zijn mee geëvolueerd met de tijd. Nu brengen we een combinatie van zang, dans en humoristische sketches, en staan er sinds tien jaar steeds meer internationale bekendheden op het podium, terwijl we vroeger puur met Belgische artiesten werkten.’ Uit het revuetheater is intussen ook een heel concern gegroeid, met drie hotels, een brasserie, twee restaurants en een bar in het casino van Blankenberge.

67_vankalmthout_Het Witte Paard 2.jpg

Is dat de reden waarom Het Witte Paard als enige revuetheater de tand des tijds heeft overleefd? Jacobs noemt veeleer de naamsbekendheid en de aantrekkingskracht van het theater zelf als oorzaak van het succes. ‘Overal in Vlaanderen kennen de mensen ons. Onze shows zijn van hoge kwaliteit. De basis van de revue zit er nog altijd sterk in, maar vormelijk vernieuwen we voortdurend. Zo zijn we het podium nu aan het uitbreiden met een led-wall: een videowall met ledlichtjes waarop je beelden kan projecteren. Voor wat je vroeger met rekwisieten op het podium vertelde, integreer je nu de achterwand in de show.’ Filmpjes van de shows, die Het Witte Paard vlijtig op youtube zet, tonen een combinatie van entertainment en satire, maar zonder politiek te worden. De satire focust veeleer op het entertainment van hedendaagse tv-programma’s, bijvoorbeeld door programma’s als So you think you can  dance kritisch onder de loep te nemen. Daarnaast wordt er heel wat afgezongen en gedanst. En vooral: het plezier spettert van het podium over op het publiek.

Voor Stany Crets, die zelf jaarlijks geniet van een voorstelling in Het Witte Paard, ligt daarin de eigenlijke waarde van revue. ‘Mensen zien graag spektakels. Kijk naar Tegen de Sterren op, dat vier of vijf keer de Lotto Arena uitverkocht. Dat is een tv-programma dat verplaatst is naar theater, maar eigenlijk is het een revue.’ Crets vindt die terugkeer naar de live ervaring veelzeggend. ‘Al is alles overgenomen door tv, en wordt tv nu weer overgenomen door internet, toch gaan mensen nog massaal naar festivals. Ze willen de sfeer voelen, ruiken en proeven.’ Voor Crets zou revue dáárop moeten inspelen. ‘Interactie is een van de belangrijkste aspecten van revuetheater. Mensen lachen, zingen mee en beleven de show samen. Dat interactieve aspect missen tv, radio en alle andere massamedia. Dat maakt revuetheater en zapcultuur ook zo fundamenteel verschillend.’ Toch lijkt de revue, als ze bij de tijd wil blijven, die zapcultuur van de massamedia wel te moeten integreren. De ledwall van Het Witte Paard zegt alles. Ook Crets geeft toe daar voor zijn show niet onderuit te kunnen. ‘Theater moet zijn publiek er per slot van rekening bij kunnen houden.’

Retro als nieuwste mode

Twee revues maken natuurlijk nog geen renaissance, laat staan een trend. Toch valt het dubbele wederoptreden van dit genre in het theaterlandschap op, zeker omdat het vanuit twee verschillende hoeken komt. Vanwaar die hernieuwde interesse, juist nu? Evelien Jonckheere kadert ze binnen een veel bredere retro-hype. ‘Zelfs bij de jeugd merk je een nostalgische tendens. Alles wat er oud uitziet, is weer in. Er worden weer LP’s gedraaid, dansscholen onderwijzen de charleston en de lindyhop, hippe huizen worden ingericht met meubels uit vervlogen tijden en overal in de stad verkopen vintagewinkels authentieke mode uit de jaren 1950.’ Het is volgens Jonckheere niet ondenkbaar dat alle hippe lindyhoppers ook de revuevorm heel gewillig in hun armen sluiten, als retrovorm van vermaak. ‘In direct contact kunnen interageren met een medium is op zich een curiositeit geworden, en net die interactie is uniek aan revue.’

67_van kalmthout_De Zwarte Komedie.jpgOok ontwikkelingen binnen de podiumkunsten zelf kunnen een deel van de verklaring aanreiken. Na alle postmoderne spel met normen en vormen vanaf de jaren 1980, en na alle discussies over het elitaire karakter van gesubsidieerde kunst na 2000, neigen theatermakers nu weer meer naar spelplezier en generositeit jegens hun publiek. ‘De doorgewinterde toeschouwer overtuig je niet meer met schokeffecten’, vindt Evelien Jonckheere. ‘Het publiek is daar door alle revoluties zo aan gewend geraakt dat het nergens meer van opkijkt.’ Ook expliciet politiek theater roept nog zelden controverse op, ervaart Katrien Scheir van de Zwarte Komedie. ‘Toen stichter Bert Verhoye ooit een stuk maakte over een groot collaborateur in Vlaanderen en daarbij een duidelijke link legde naar politici uit de rechtervleugel, werden er stenen door de ruiten gegooid en is het theater zelfs in brand gestoken. Maar die tijden zijn voorgoed voorbij. Toen we zes jaar geleden een gelijkaardig stuk op de planken brachten, was er helemaal geen reactie.’

Het publiek moet nu anders geraakt worden dan met een betuttelend vingertje. Jonckheere stelt dat het enkel nog via een sluwe omweg te bereiken is. Via een luchtig genre als revue, dat plezier en vermaak uitstraalt, kan de zaal als het ware verleid worden tot een kritisch standpunt. Dat is ook precies wat De Pauw in de revue aanspreekt, leerde het programmaboekje van Revue Ravage. ‘Ik heb het gevoel dat je met zo’n vorm dingen kunt zeggen die anders misschien belerend zouden overkomen. Of moraliserend. Dat laatste is een revue zelden of nooit, in mijn ogen. Het is een soort van carnavaleske terugblik op wat geweest is. Een mild spottend commentaar op de feiten.’

Theater van het volk

De revues van Crets en De Pauw belichten allebei een ander historisch aspect van het genre. De Winterrevue vooral wil vermaken en verwonderen. ‘Ik vind niets mooier dan toeschouwers en acteurs die aan het einde van een voorstelling diep gelukkig zijn, daarom hou ik zo van revue’, verklaart Crets. ‘Eén van mijn mooiste theatermomenten was toen Peter Van den Begin me meevroeg naar het dertigjarig jubileum van Nicole en Hugo, het bekende Vlaamse schlagerduo, nu vijftien jaar geleden. Er viel van alles te zeggen over smaak en inhoud, maar je zag wel mensen die hun hele hart op de planken uitstortten. Het was zo puur. Die eerlijkheid en integriteit heb ik altijd onthouden. Ook bij André Hazes zie je dat. Je kan zeggen: kitsch. Maar het is blijkbaar de stem van het volk, en dus eerlijk, anders zouden zulke carrières niet zo lang duren.’ Van de historische revue van de negentiende eeuw beoogt Crets dus vooral die volkse aanspraak. Terwijl de burgerij zich verzamelde in de schouwburg, was het volk welkom in de revues, en daar was het gelukkig.

_Revue Ravage _daarentegen speelt in op de brede actualiteit en doet op licht satirische wijze aan maatschappijkritiek. De historische revues waren misschien niet zo politiek geëngageerd als deze voorstelling, maar ze bespraken wel de actualiteit. Zo steekt Revue Ravage de draak met het theater rond onze eigentijdse politiek. De Pauw: ‘Het idee van politiek en revue was er snel, omdat het ook past bij wat we de laatste jaren op het echte politieke forum gezien hebben. Mocht dat een echt gezelschap zijn geweest, zouden ze in de volgende ronde geen subsidies meer krijgen.’

67_vankalmthout_Winterrevue.jpg

Wat Crets en De Pauw echter delen, is dat ze revue terug op de kaart zetten als een volwaardig genre. Allebei struikelen ze over de onderwaarderende kijk op revue, als was het een lagere vorm van kunst. Als vanzelf verhouden hun overwegingen zich ook tot het eeuwige debat tussen ‘moeilijk’ en ‘simpel’ theater. Crets: ‘Ik vind dat theater zichzelf niet elitair mag maken. Er zijn verschillende theaters en er is voor elk wat wils. Het moeilijke is dat het volkse theater, dat laagdrempeliger is, vaak wordt gezien als entertainment. Daardoor krijgt het nooit subsidies en worden de tickets dus veel duurder.’ Ook De Pauw uit zijn onvrede: ‘Ik koos ook voor revue omdat je in deze wereld vaak een vals dilemma in je schoot krijgt geworpen, namelijk dat van entertainment of Kunst met een grote K. Ik vind dat het best allebei kan zijn.’

Misschien is dat wel de voornaamste rol die revue vandaag nog kan spelen: de rol van verzoener, in een podiumlandschap dat nog altijd graag in kampen denkt. Hedendaagse revue kan een hele reeks aangeschroefde opposities helpen wegmasseren. Tussen theater en televisie. Tussen hoge en lage cultuur. Tussen ‘ouderwets’ en ‘vernieuwend’. Tussen ‘experimenteel theater’ en ‘het brede publiek’. Tussen ‘navelstaren’ en ‘politiek gemoraliseer’. De kracht ervan is dat het van nature een brede aanspraak heeft, als vorm. De Winterrevue moet 14.000 tickets verkopen om het spektakel te kunnen financieren – de keerzijde van commercieel toneel. Revue Ravage heeft dat aantal al gehaald, met bijna dertig uitverkochte opvoeringen. Is de revue dan nu terug van weggeweest? Moeilijk te zeggen, dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Maar waarin Revue Ravage alvast is geslaagd, en wat je straks ook van Winterrevue mag verhopen, is dat ze ons opnieuw herinneren aan het volle potentieel van dit genre. Revue spreekt tot onze nostalgie, maar werkt vooral heel aanstekelijk en enthousiasmerend, en laat bovendien ruimte voor een subtiele kritische noot.

Rozemarijn van Kalmthout studeert Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent. Ze schreef dit artikel in het kader van een stage bij rekto:verso.