De projectsubsidies zijn weer de pineut

Door Wouter Hillaert, op Wed Jul 29 2015 18:59:28 GMT+0000

We hebben uw aanvraag voor een beurs of projectsubsidie positief bevonden, maar de subsidie zelf krijgt u niet. Die paradoxale boodschap viel deze week in de mailbox van maar liefst 80 organisaties en individuele kunstenaars. Getekend: cultuurminister Sven Gatz. Blijkbaar zit er (alweer) te weinig geld in de projectenpot. Maar waarom krijgen zeven negatief geadviseerde organisaties dan weer wel geld?

De verdeling van de projectsubsidies en de ontwikkelingsgerichte beurzen (in het kader van het Kunstendecreet) is vaste prik in de zomervakantie. Meestal passeert ze daarom in stilte: er wordt geen persbericht aan vuilgemaakt, het parlement is net met verlof vertrokken, en de hele cultuursector ligt voor één keer daadwerkelijk in zijn hangmat.

Bovendien gaat het om relatief kleine bedragen, van gemiddeld 30.000 euro voor projecten en 9.000 euro voor beurzen – met al eens een uitschieter van 945.000 euro voor Musical van Vlaanderen, maar die frats van Joke Schauvliege zal zich niet snel meer voordoen. Projectsubsidies zijn bestemd voor het klein grut van het kunstenveld: jonge makers, kleinere organisaties en individuele kunstenaars.

Twee op drie kunstenaars kregen van de Vlaamse Gemeenschap te horen: fijn project, maar we gaan het niet steunen.

Voor hen vormen die middelen evenwel het verschil tussen wel of geen artistiek project realiseren. Hun werking zelf is zelden gesubsidieerd. Ze vragen dus enkel geld voor één werk, of – in het geval van een ontwikkelingsgerichte beurs – financiële ondersteuning om zich in relatieve rust te kunnen herbronnen of een bepaald artistiek vraagstuk nader te onderzoeken.

Vermagerd verdict

Voor de tweede ronde van 2015 vroegen 150 organisaties in maart samen 5,9 miljoen aan voor hun project in dans, theater, beeldende kunst, muziek, muziektheater, ... Daarvan kreeg de helft – 70 organisaties – een dubbel positief advies van de bevoegde beoordelingscommissies en de administratie, voor een geadviseerd bedrag van 2,4 miljoen. Finaal verdict van de minister (die de adviezen naar eigen goeddunken kan volgen of negeren): 29 organisaties krijgen samen 1 miljoen: amper 41% van de positief geadviseerde aanvragen.

Zo’n lage toekenningsgraad is nooit eerder vertoond. Maar liefst 41 organisaties met een valabel bevonden project zien dat niet financieel ondersteund. Samen krijgen ze 1,3 miljoen door de neus geboord. Ter vergelijking: drie jaar geleden stond de pers wekenlang op zijn kop omdat 15 structureel erkende organisaties (op 250) hetzelfde dreigde te gebeuren. Ze waren positief beoordeeld, maar het geld ontbrak. Voor hen vonden Schauvliege en co uiteindelijk nog 3 miljoen.

67_hillaert_ducks 1.jpg

Voor de individuele kunstenaars valt de balans nog schever uit. Met 130 vroegen zij in maart bijna 2 miljoen aan beurzen en projectsubsidies aan. Daarvan kregen 59 dossiers goeie punten voor zowel hun inhoudelijke als hun zakelijke plan. Commissies en administratie stelden daar een kleine 800.000 euro tegenover. Verdict van de minister: amper 21 op 59 kunstenaars krijgen samen nog geen 300.000 euro.

Twee op drie kunstenaars (waaronder Andros Zins-Brown, Jan Geers, Alix Eynaudi, Kathleen Voet, Sammy Baloji, …) kregen dus van de Vlaamse Gemeenschap te horen: fijn project, maar we gaan het niet steunen. Stel je een prof voor die zegt: je bent geslaagd voor je examens, maar we laten je er niet door. Of het OCMW: je voldoet aan alle criteria voor een uitkering, maar je krijgt ze niet.

Wel geld? Geen cadeau

Officieel heette het in de mail naar 79 organisaties en kunstenaars: ‘Hierbij melden we u de beslissing om uw project niet te ondersteunen. Het zakelijk advies van de afdeling Kunsten en het artistiek advies van de bevoegde beoordelingscommissie, die u als bijlage bij deze mail vindt, waren nochtans positief. De resterende budgetten lieten echter jammer genoeg slechts ruimte om een beperkt aantal aanvragen in te willigen.’ Kan het zijn dat er iets niet helemaal klopt in de wisselwerking tussen beoordelingscommissies en minister?

Het vijvertje voor individuele kunstenaars en projectorganisaties kromp van ruim 10 miljoen in 2013 tot nog maar 6,5 miljoen in 2015.

De rekening, wellicht. Want ook bij die 50-tal organisaties en kunstenaars die zich na deze ronde wel op subsidies mogen verheugen, is er aardig geknabbeld aan het geadviseerde subsidiebedrag. Slechts in zes gevallen volgt de minister de financiële inschatting van zijn experts: bij het muzikale platform Granvat, barokorkest Les Muffati, het multimediale Nadar Ensemble, Boomtown, showcasefestival Glimps en Stad Genk voor de productietrajecten ‘beyond food and design’.

Van de rest krijgen 22 organisaties gemiddeld bijna 9000 euro minder dan geadviseerd (-25%), en zien ook 20 kunstenaars gemiddeld 4500 euro verdampen tussen advies en verdict. Gatz heeft als minister het volle recht op zulke aanpassingen, maar erg consequent zijn ze allemaal niet met zijn eigen appel aan het veld om vooral voor startende artiesten ‘voldoende artistiek budget te vrijwaren bij druk op de middelen’ en ‘aandacht te besteden aan een correcte vergoeding van kunstenaars’ (Visienota Kunsten, p.33).

Terwijl oKo en Kunstenpunt continu wijzen op het belang van respect voor een geadviseerd subsidiebedrag, wordt er hier duchtig op beknibbeld. Zelfs wél geld krijgen is dan niet altijd een cadeau.

Verdacht?

Tenzij de minister wat extra bijpast, natuurlijk. Dat is het geval voor de beurs van kunstenaar Frederik De Wilde: hij krijgt 12.000 euro in plaats van de geadviseerde 9.000 euro (hij vroeg wel 25.000 euro aan). Voor het orkest Le Concert Olympique wordt de geadviseerde subsidie van 36.000 euro zelfs opgetrokken naar 70.000 euro (van de gevraagde 140.000 euro). Gatz’ motivering beperkt zich tot de mededeling dat zijn keuze ‘volledig in de lijn ligt van het positieve zakelijke en artistieke advies’ – terwijl dat in 42 andere gevallen blijkbaar niet geldt.

Misschien is hij gewoon een grotere fan van Beethoven dan de leden van de Commissie Muziek? Maar was Schauvliege dat dan ook, toen ook zij al – tot tweemaal toe – Le Concert Olympique opviste voor in totaal 80.000 euro, telkens na een negatief advies? Blijkbaar orkestreert er op de Olympusberg een erg overtuigend bestuur, waarin onder meer justitieminister Koen Geens en ex-VBO-voorzitter Luc Vansteenkiste zetelen.

67_hillaert_ducks 6.jpg

Gatz zelf buigt in deze ronde zeven negatieve adviezen om (dubbel zoveel als Schauvliege in haar eerste drie jaren). Guillaume Bijl krijgt 10.000 voor een kunstenaarsboek, dankzij ‘zijn sterke reputatie als kunstenaar en zijn belang voor de Vlaamse kunstensector, naast het feit dat intussen een uitgever gekend is’.

Exporuimte TTTT ontvangt 5000 euro voor een expo met Renzo Martens. En Theatergezelschap Barre Weldaad wordt bedacht met 35.000 euro voor zijn komende voorstelling, getiteld Verdacht. Een subtiele verwijzing naar het voorzitterschap van Olivier Auvray (Open VLD Brussel)? Gatz motiveert dat hij voor dit project eerder al een creatieopdracht onderschreef, en het dus belangrijk vindt om het project nu ook daadwerkelijk te laten doorgaan.

Verder voorziet hij – buiten het Kunstendecreet – Brussels geld voor een project van The Brussels Art Institute met Jan De Cock, en Lotto-geld voor de Kortrijkse kunstroute Flux, het ‘artistiek-sociale’ Festival van de Miniemen en een begeleidingstraject voor de winnaars van de Nekka-wedstijd (samen goed voor 83.000 euro).

Streepje trek

Voor zover dat na te gaan valt (van projectsubsidies worden alleen de positieve besluiten en bedragen publiek gemaakt), heeft zelfs de vermaarde vrije ministerhand van Bert Anciaux nooit zo sterk ingegrepen op adviezen voor projectmiddelen. Want al heeft de minister officieel volledige autonomie, toch geldt afwijken van de adviezen van commissies en administratie als een uitzondering, die goed gemotiveerd dient.

Voor theater trok Gatz de streep na vier van de twaalf positief geadviseerde projecten

In een interne mededeling aan zijn administratie schreef Gatz over zijn globale beslissing: ‘Zoals reeds besproken met uw diensten, hebben wij de projectsubsidietabellen voor individuele kunstenaars en organisaties nog strenger aangepakt. Op heel wat dubbel positief beoordeelde individuele kunstenaars en organisaties die bovenaan de ranking staan, halen we de geadviseerde bedragen alsnog naar beneden of suggereren we verschuivingen – dit om ook andere projecten te kunnen ondersteunen en/of om geld te voorzien voor de internationale aanvragen die nog te verwachten zijn/klaarliggen.’

In globo hanteerde de minister inderdaad de befaamde ‘streep’: in de ranking die commissies – tegen hun zin – moeten opmaken van de positief geadviseerde dossiers, bepaalt hij tot welk nummer hij wil of kan honoreren. Voor theater trok Gatz de streep bijvoorbeeld na vier van de twaalf positief geadviseerde projecten: Koen De Sutter, Hanneke Paauwe, Hof Van Eede en Mennomichieljozef krijgen zo wel subsidies, terwijl voor Bog, Larf!, Het Banket, Nunc en vier andere gezelschappen geen middelen zijn. Bij architectuur werd dat één op vier, bij dans twee op zes (Jan Martens en Nat Gras), bij beeldende kunst twee op vijf (waarvan TTTT zakelijk negatief geadviseerd), …

Plots gaat alles afhangen van die ranking, terwijl haar precieze volgorde tijdens commissiegesprekken wellicht zeer moeilijk te funderen valt. Op een eerste vergadering met de commissievoorzitters in 2014 had het nieuwe kabinet trouwens zelf aangegeven dat werken met een ranking niet werkbaar was, omdat je geen appelen met peren kan vergelijken. Gatz zou de ranking afschaffen, maar blijkbaar wordt ze nu toch weer duchtig gebruikt?

Des te opvallender lezen al deze ingrepen naast de subsidiebedragen die de minister zopas ook bedeelde voor internationale projecten, samen goed voor 231.000 euro (tegenover het geadviseerde bedrag van 258.000 euro). Waarom volgt hij daar wel voor 90% trouw de adviezen?

Gepluimde pot

‘Deze beslissingen hebben vooral financiële redenen’, reageert het kabinet aan de telefoon. ‘Er waren te weinig middelen beschikbaar voor het aantal positief geadviseerde dossiers. Dat heeft twee redenen. Eén is een beslissing uit het verleden waarbij projectmiddelen overgeheveld zijn naar de werkingssubsidies. De andere reden is de besparing die we hebben moeten doorvoeren aan het begin van deze legislatuur.’

Hoe de geschiedenis zich altijd herhaalt, als ook de grotere vissen eten moeten krijgen.

Binnen die nauwere marges hanteerde het kabinet bij zijn finale keuze wel een paar principiële overwegingen. ‘We zijn uitgegaan van de voorliggende adviezen en de bijhorende ranking, maar hebben ook rekening gehouden met een evenwicht tussen verschillende disciplines, voldoende regionale spreiding en een verscheidenheid van kleine, middelgrote en grote projecten.’

De verminderingen op de meeste geadviseerde bedragen moesten ruimte creëren om extra dossiers mee te nemen, maar vooral ook een reserve creëren voor middelen die in 2015 nog uitgereikt moeten worden binnen het internationale luik van het Kunstendecreet, bijvoorbeeld voor tussenkomsten in reis- en verblijfkosten van kunstenaars naar en in het buitenland. ‘Als we alle positieve aanvragen voor projectmiddelen en beurzen hadden gehonoreerd, dan was alle geld op geweest. Vanuit een inschatting van nog voorliggende en toekomstige aanvragen moeten we nog voldoende reserve overhouden.’

67_hillaert_ducks 3.jpg

Zo overkomt Gatz waar ook Schauvliege mee geconfronteerd werd toen ze in 2009 aantrad: er zat simpelweg te weinig geld in de projectenpot, omdat haar voorganger Bert Anciaux een flink deel van dat geld gebruikt had om een gat dicht te rijden voor de werkingssubsidies van grotere organisaties.

Soms begint het een beetje op Grieks drama te lijken.

Daarom maakte Schauvliege er een halszaak van om vanaf 2013 de verhouding tussen project- en werkingsmiddelen op te trekken tot 10%. Alleen brak ze in 2014 zelf met dat goede voornemen. Toen kaapte ze uit de projectenpot een slordige 2,26 miljoen om daarmee haar rekening voor de tweejarige werkingsmiddelen (2015-2016) rond te maken. Of hoe de geschiedenis zich altijd herhaalt, als ook de grotere vissen eten moeten krijgen.

Grieks drama

Zo kromp het volledige vijvertje voor individuele kunstenaars en projectorganisaties van ruim 10 miljoen in 2013 tot nog maar 6,5 miljoen in 2015. Reikte Schauvliege in 2013 nog 8 miljoen subsidies uit aan projecten en ontwikkelingsgerichte beurzen, dan klokt dat bedrag dit jaar af op 4,8 miljoen. Bijna een halvering, dus. De symbolische 10% – een verhouding waar Gatz zich bewust nooit op heeft willen laten vastpinnen – is weer teruggevallen tot rond de 5%.

67_hillaert_ducks 4.jpg

Niet zozeer dat cijfer is van belang, wel waar het voor staat: de blijvend marginale positie van al wie in het Vlaamse kunstenveld niet in het hokje van een vaste structuur past. Heb je een boeiend plan, krijg je er ofwel geen middelen voor, ofwel te weinig om het ook echt boeiend uit te werken. Soms begint het een beetje op Grieks drama te lijken. Al roepen de politiek en de sector continu in koor dat er dringend meer aandacht moet komen voor de precaire situatie van (jonge) kunstenaars en de levendigheid van alles wat zich roert buiten de vaste structuren, toch lijkt die marginale positie juist besténdigd te worden.

Maar ja, er is geen geld!? Dan kan je nog altijd samen beslissen om het te herverdelen van boven naar onder. Nu gebeurt het andersom. Maar liefst 80 artiesten en organisaties, die volgens experten wel degelijk kwaliteit garanderen, mogen nu in stilte gaan uitzoeken hoe ze zich er deze keer weer zullen doorspartelen. Dat is niet alleen hun probleem. Dat wordt ooit het probleem van het hele kunstenveld.

Bekijk hier de cijfermatige versie van bovenstaande analyse: overzicht_aanvragen-adviezen-beslissing_maart2015.pdf