De Power Rangers

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Elke zaterdagochtend is op tv Power Rangers Mystic Force te bezichtigen. Ik volg de serie, eerder plichtmatig dan enthousiast, en met de hoop de fascinatie te herbeleven van de oorspronkelijke Mighty Morphing Power Rangers, die halfweg de jaren 1990 dagelijks het scherm bestormden.

Die hoop wordt steeds zwakker. Voor wie de Rangers niet of enkel van horen zeggen kent, hier de omlijsting: de Rangers zijn tieners die overdag een onopvallend leven leiden, maar dankzij een magisch amulet (tegenwoordig een gsm) in staat zijn te veranderen of 'morfen' in gezichtsloze kungfukrijgers. Als extra troef beschikken zij over Zords, dat zijn alle-terrein-robotvoertuigen die eruitzien als dieren. Het te bekampen kwaad bestaat uit een legioen van monsters en vleermuisachtige ridders.

De oorspronkelijke The Mighty Morphing Power Rangers werd gevolgd door Power Rangers Galaxy, Power Rangers in Space, Power Rangers Ninja Thunder, Power Rangers Ninja Storm en nog veel meer, inbegrepen een speelfilm, maar geen enkele van die voortzettingen kan tippen aan de moederserie. Kort geleden was de maat vol. Na een irritante aflevering van Power Rangers Mystic Force, vol Lord of the Rings-mystiek en wapperende mantels, ging ik op zoek in mijn kartonnen dozen met oude videobanden. Ja, ik had ze nog, de Power Ranger-afleveringen van weleer en ook mijn enthousiasme vond ik terug. Wat een fascinerende, prikkelende serie!

Indertijd was de populariteit van The Power Rangers nochtans een bron van zorgen voor talloze verontruste ouders. Zij bestempelden de serie als kwalijke, leeghoofdige pulp met te veel geweld. Sommige scholen verboden leerlingen om op de speelplaats Power Ranger te spelen. Maar om de Rangers op hun waarde te schatten moet men bereid zijn iets verder te kijken dan de gevechten. Want, om het met een parafrase op Samson en Gert te zeggen: 'Er zit meer in de Rangers dan je denkt.'

Indertijd vochten de Rangers elke dag tegen de toverheks Rita Repulsa en de krachtpatser Lord Zedd, die een flatgebouw betrokken op de maan (!). Elke dag mobiliseerden deze twee een monster (meestal een gruwelijke mutatie van een alledaags voorwerp, een wekker, een lamp...), om de Power Rangers te liquideren en te kunnen heersen over de wereld.

U merkt het, de plot is vrij onnozel — maar niet omdat hij uit zichzelf onnozel is, wel omdat het begrip 'plot' niet ter zake doet bij de Machtige Morfende Power Rangers. Wie het verhaal niet volgt, mist niets. De verhaallijn, voor zover deze aanwezig is, is niets meer dan een formaliteit. Precies door het minimaliseren van de plotontwikkeling komt er ruimte vrij voor een heel ander organiserend principe: een stramien van repetitiviteit met minieme variaties. Elke aflevering van de Power Rangers is een herneming van alle vorige, enkel het monster-van-de-dag verschilt.

Onder meer daarom deden de Power Rangers het zo goed bij kinderen. Alle ouders met kleine kinderen zullen het met me eens zijn: kinderen zijn dól op herhalingen. Ze willen helemaal niet elke avond voor het slapengaan een gloednieuw verhaaltje, nee, ze willen nóg eens horen van Roodkapje, nóg eens dat plaatjesboek van Jo en Leen in de dierentuin, nóg eens Musti is ziek. Hun esthetisch genoegen zit in het herkennen van het gekende en in het opmerken van de minimale variatie die u, als ouder, in de vertelling legt.

Zo ook bij de Power Rangers: je weet op voorhand wat de volgende stap in het scenario zal zijn, welk gevecht gaat volgen, waar de gedaanteverwisselingen komen. Dit herhalingsbeginsel stoelt op een esthetiek die radicaal verschilt van het artistieke credo van de originaliteit. De gangbare opvatting is immers dat het repetitieve en het seriematige lijnrecht tegenover het originele en het artistieke staat, en dat dit laatste begrippenpaar onze waardering verdient.

Maar daarnaast bestaat er een esthetica die onbeschaamd stoelt op de naïef-kinderlijke — maar bepaald niet kinderachtige — voldoening van het repetitieve. De gigantische hoeveelheid tv-series, remakes, covers, stationsromans en popliedjes die de media de wereld insturen is geënt op dat plezier van de herhaling. De Eeuwige Wederkeer van Hetzelfde is de hoeksteen van de metafysica van de populaire cultuur. There is joy in repetition. Herhaling en herkenning beantwoorden de behoefte aan stabiliteit, aan zekerheden, aan het verlangen zich thuis te kunnen voelen in de wereld, zonder dat elke dag alles op losse schroeven komt te staan. The Mighty Morphing Power Rangers zijn een uitmuntende en radicale belichaming van deze esthetica.

Ook filmisch gesproken zit er in de Power Rangers meer dan je denkt. In geen enkele andere kinderserie komen zoveel avant-gardistische filmtechnieken voor. De visuele ruimte wordt opgerekt of gecomprimeerd door razendsnel in- of uit te zoomen, beelden worden versneld of vertraagd om de tijdsbeleving te kneden en regelmatig wordt de kijker meegenomen naar ongebruikelijke camerastandpunten: zo kijkt het cameraoog soms verticaal omhoog, zodat je de Rangers van onderuit door de blauwe lucht ziet buitelen.

Die beeldgrammatica komt niet zomaar uit het niets voort. Het feit dat ze uitsluitend in de gevechtsscènes voorkomt, verraadt haar oorsprong: Japanse en Hongkongse vechtkunstfilms. Ook daar vind je dezelfde energieke cameravoering. Het is overigens te weinig geweten dat de Power Rangers een Japanse vinding zijn. Alle scènes met gemaskerde Rangers, Zords en monsters zijn weggeknipt uit de Japanse serie Sentai ZyuRangers.

Het Amerikaanse Fox Kids Network kocht de rechten hiervan op, sneed uit de afleveringen weg wat aan Japan deed denken — met inbegrip van de mensen — en filmde vervangende scènes met Amerikaanse auteurs. Het resultaat is een opvallende stijlbreuk tussen de Japanse en Amerikaanse opnames. Dat is wellicht een onbedoeld effect, maar het contrast heeft een onvermoed dynamiserende weerslag op de serie, als ging het werkelijk om twee aparte werelden: het lieflijke Californische stadje waar de Rangers school lopen tegenover de rotsachtige of stedelijke arena's waar monsters en robots met elkaar slag leveren.

Dat Japanse karakter van de Power Rangers zit ook in tal van andere aspecten. Elke dag levert de MegaZord (de samengestelde robot van alle Rangers) een titanenstrijd met een reuzenmonster in een decor van wolkenkrabbers. Dat is een duidelijke verwijzing naar de Japanse Godzillafilms. De Godzilla is een dinosaurus die sinds de jaren 1950 geregeld de strijd aanbindt met een eindeloze reeks medemonsters zoals Gigantis, Mothra, King Kong, de driekoppige Ghidra en het Zero-Beest. De showdown vindt steevast plaats in steden als Tokio en Osaka, en — net als bij de Rangers — worden daarbij nogal wat wolkenkrabbers verpulverd. Andere sporen zijn iets geraffineerder. Zo is het idee van transformaties ('het morfen') even oud als de Japanse mythologie. Verhalen over betoverde mensen die andere vormen aannemen zijn daarin schering en inslag.

Maar het interessantste Japanse element in de Power Rangers is op en top eigentijds, en heeft te maken met de aparte, verfrissende kijk op technologie die erin naar voren komt. De Japanse wereldbeschouwing maakt namelijk geen ontologisch onderscheid tussen de mens en de hem omringende wereld. Alles maakt deel uit van het geheel der zijnden: rotsen, planten, insecten, dieren, mensen, machines en robots. Het onderscheid tussen natuurlijk en artificieel wordt helemaal niet zo scherp gesteld als in het Westen. Dat merk je in de aanleg van Japanse rotstuintjes en het cultiveren van bonsaiboompjes, tot en met het fameuze Phoenix Seagaia-recreatiecomplex in Miyazaki, waar mensen indoor genieten van een ingeblikte zee met nepstrand.

In het Westen hebben mensen een afkeer van het kunstmatige. Alles moet zoveel mogelijk 'authentiek' en 'natuur' zijn. Het kunstmatige is een vervalsing, een slappe imitatie van het ware ding, op zijn best een vervangmiddel uit armoe, op zijn slechtst een gevaarlijke misleiding. Dat verklaart de collectieve angst voor kunstmatige mensen en intelligente machines (wezens die de mens imiteren) zoals die in sf-verhalen tot uiting komt.

Legio zijn films, romans en series waarin robots hun scheppers vernietigen of supercomputers zich tegen hun uitvinders keren. Een greepje: 2001: A Space Odyssey, Blade Runner, Westworld, War Games, Tron, de Terminator-films en Dr. Who met zijn eeuwig weerkerende Daleks. Ook het Frankensteinverhaal hoort in dit rijtje thuis. Dat gaat op zijn beurt terug op de middeleeuwse mythe van de golem, een beeld van klei dat tot leven wordt gebracht door een joodse rabbi om het huishouden te doen. Uiteindelijk krijgt de golem neiging tot zelfstandig handelen en verliest zijn meester de controle over hem.

Die bijgelovige angst voor de kunstmens wortelt in de joods-christelijke traditie. God schept de mens naar zijn beeld. Een kunstmens maken is God uitdagen. Zo'n hovaardige onderneming moet wel slecht aflopen.

In Japan denkt men daar heel anders over: niemand breekt zich daar het hoofd over robots als pseudomensen. De macht van slimme machines roept er geen weerstand op — veeleer een vanzelfsprekende acceptatie. Daarom staat de Japanse robotica zo ver. Daarom lezen we op de pretbladzijden van onze kranten geregeld over Japanse labs waar men een voetballende, dansende, of op een hond gelijkende robot heeft ontwikkeld. Ook een pseudobiologisch wezen als de tamagochi, de zakcomputer die je moet koesteren en voeden om hem in leven te houden, kon alleen door een Japans brein worden bedacht.

Een dergelijke opvatting over het machinale is ook de dragende grond van de Power Rangers. Eerder dan de technologie als een bedreigende aanwezigheid te zien, toont de serie een ontologisch continuüm tussen dierlijk, menselijk en machinaal leven. Dit gegeven wordt in de Power Rangers in elke aflevering herhaald — als in een ritueel — met telkens hetzelfde filmfragment. Als in een versnelde evolutiegeschiedenis worden uit de oerelementen technologische wezens geboren: uit de aardbodem, uit de zee, uit een gloeiende vulkaan komen op bulderende wijze de Zords te voorschijn, de robots die tegelijk dier en machine zijn. In een mystiek moment van eenwording suizen de Rangers opwaarts en nemen ze plaats aan boord van hun robots. Vervolgens gaan ze met succes de gedrochten van Lord Zedd en Rita Repulsa te lijf.

De strijd van goed (de technologie) tegen kwaad (de zwarte magie) heeft mythische boventonen, maar er klinkt ook een maatschappijvisie in door. De mens die van binnenuit de machine bestuurt, is een krachtige samenvatting van Japans ultieme maatschappelijke droom: jeugd en technologie verenigd voor het goed van de toekomst. Dat is de boodschap die de Rangers uitdragen: het zijn de jongeren die, dankzij hun onbevooroordeelde omhelzing van de technologie, de samenleving vrijwaren voor een terugval naar een duister tijdperk waar toverkollen en zwarte magie de plak zwaaien.

Op die manier verzinnebeelden de Power Rangers een erg bijdetijdse houding tegenover technologie. Want de huiver voor intelligente machines, zoals we die terugvinden in de westerse sciencefiction, is grotendeels achterhaald door de feiten. Dag in dag uit zijn we omringd door intelligente machines en we blijken dat niet erg te vinden. We staan niet meer tegenover de technologie, maar versmelten ermee. We zitten er middenin, net zoals een Ranger in zijn Zord. We kunnen hem maar beter leren besturen, in plaats van er bang voor te zijn. Onze kinderen, dié hebben dat alvast begrepen.