De kunst van het stelen. 'Reality Hunger' van David Shields

Door Katrien Van Langenhove, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Soms verkoopt een boek zichzelf. Reality Hunger: A Manifesto van David Shields is een vurig pleidooi voor non-fictie, en moet een bijbel worden voor een nieuwe generatie die de relatie kunst en werkelijkheid wil – of noodgedwongen moet – herdefiniëren. Het boek doet heel wat stof opwaaien en zou bijzonder in trek zijn bij Amerikaanse studenten literatuur. Dat is niet verwonderlijk.

Het is een collage van meer dan 600 fragmenten, die voor een groot deel uit krachtige aforismen bestaan, om zo boven je bed te hangen. De verzameling ontstond uit een cursus voor het opleidingsprogramma ‘creative writing’ aan de Universiteit van Washington. Shields, naast docent gerenommeerd schrijver, samplede een werkdocument bijeen, dat voorbeelden uit hiphop en reality tv aanhaalt, maar evengoed citaten van Adorno en Kierkegaard bevat, van op Wikipedia of uit de krant. Ook Reality Hunger is een bont allegaartje, dat naast de eigen notities van de auteur vooral prikkelende citaten bevat. Shields weet waar hij zijn mosterd moet halen. Hij slaagt er bovendien in de verschillende brokstukken zo tegenover elkaar te plaatsen dat de opbouw betekenisvol wordt.

Rauwe, grillige kunstvormen die ‘brokken werkelijkheid’ integreren, dragen Shields’ voorkeur weg. Hij zet zich af tegen de kunstmatige structuur van de meeste fictie. Volgens hem kan de roman, op fantasie gebaseerd, en met plot en personages, onmogelijk iets vertellen over onze samenleving vandaag. Die kent eerder een webstructuur (waarbij je niet weet waar je uitkomt) dan een plotstructuur en is zelf immers ‘ondraaglijk artificieel’. Net daardoor zijn we zeer hongerig naar ‘de werkelijkheid’, moeten een reeks recente voorbeelden uit onze cultuur aantonen. Haast op elke pagina vind je een uitspraak die komaf maakt met fictie. De stellingen provoceren, als in: ‘The world exists. Why recreate it?’ Als lezer word je voortdurend uit je tent gelokt, en kun je niet anders dan uit het rijke materiaal dat Shields je aanreikt je eigen reactie kneden.

Op de voor- en achterflap pronken een aantal lovende woorden van bekende Amerikaanse schrijvers. Een schrijver als Coetzee verklaarde dat hij Shields toejuichte, en dat ook hij schoon genoeg heeft van de knap gemaakte roman. In Morgen heten we allemaal Ali beweert ook Gerrit Komrij dat de roman een ontaard genre is. Is er dan echt iets aan de hand? Natuurlijk niet. Af en toe wordt de roman eens ten grave gedragen, vooral door ploeterende romanschrijvers zelf. Met dat doel schreef bijvoorbeeld Alain Robbe-Grillet in 1963 Pour un nouveau roman (voor Shields het boek ‘that in many ways got me thinking about all this stuff’). Het is een verdienste van Shields om een oud debat op een frisse manier nieuw leven in te blazen en ook buiten de literatuur te voeren. Reality Hunger koppelt traditionele elementen uit filosofie en literatuur(kritiek) aan modieuze fenomenen als Oprah Winfrey, Sophie Calle, Borat of 50 Cent en dat is altijd opwindend. Het boek verleent ‘vrije toegang’ tot een schat aan informatie die iemand voor ons opgroef en ordende, maar we hebben niet het gevoel in een systeem vast te zitten: Reality Hunger bezingt een vrijheid waarvan menig artiest of academicus mag dromen. Aangezien Shields met Picasso vindt dat alle kunst diefstal is, vermeldde hij geen bronnen. Uitgeverij Knopf verplichtte om dat toch te doen, maar de (onvolledige en subversieve) bibliografie wordt voorafgegaan door een korte tekst waarin de auteur uitlegt dat het weglaten van bronvermelding net een principekwestie was (‘reality cannot be copyrighted’) en waarin hij de lezer aanraadt om de volgende pagina’s weg te snijden, langs de daartoe voorziene stippellijn. Dat zou jammer zijn: in de voetnoten toont de auteur net de kunst van het samplen.

Shields is een uitstekend verkoper die er vooral bedreven in is om alles in zijn kraam te laten passen

Shields is een uitstekend verkoper die er vooral bedreven in is om alles in zijn kraam te laten passen: bij sommige quotes mis je dan ook een context. Tegen de inhoud van Reality Hunger kun je heel wat inbrengen. Het biedt niet veel nieuwe inzichten en Shields gooit het kind met het badwater weg: natuurlijk kan fictie ons nog veel vertellen, dit boek lijkt enkel te reageren tegen de platte bestseller. Maar het is minder een onderbouwde tekst dan een gedurfde en stimulerende montage, die legitieme vragen stelt over authenticiteit en originaliteit vandaag. De kunstenaar is al lang geen god meer, maar eerder een dj. Dit boek tracht op een consequente manier de vorm die het zelf bepleit te hanteren, en wakkert op een simpele manier bijvoorbeeld het debat over copyright aan. Tegelijk maakt het nieuwsgierig: welke rol speelt artisticiteit, als blijkt dat de documentaire en het essay inderdaad aan belang winnen? Tegenover de chaos en overvloed in deze ‘newsy times’ is er een grote nood aan één heldere voice of reason, die de lezer gidst, en die biedt dit boek niet. Tegelijk is er wel nood aan persoonlijke archieven die de vinger aan de pols houden, zeker als daaruit een visie spreekt. Als oud materiaal telkens andere dialogen creëert, is goeie sampling tot in de eeuwigheid hip. Want we zijn allemaal wisdom junkies, in andermans woorden, ‘knowing all along that wisdom is, in many ways, junk.’

David Shields, Reality Hunger: A Manifesto, New York: Knopf, 224 p., 2010. ISBN 978030727353