De emancipatie van de naakte man

Door op Tue Dec 09 2014 10:53:48 GMT+0000

Als in de kunsten alles mag, waarom liggen afbeeldingen van ontblote mannenlijven dan zo moeilijk? De Nederlandse galerie MooiMan poetst dat preutse plaatje op met kunstwerken en exposities die van blote basten, welgevormde spiermassa’s en stijve piemels terug een vorm van schoonheid maken. Omdat een naakte man nu eenmaal geen blote vent is.

Vierentwintig jonge, bronstige mannen met ontbloot bovenlijf en opvallende rode manen kijken tegen een helderblauwe achtergrond schalks de ruimte in. Eén muur van de Ferry Store, een boekhandel, exporuimte en koffieplek voor gay(-minnend) Rotterdam, is van plint tot plafond volledig bedekt met deze fotoprints. Bij de ingang wappert de welbekende regenboogvlag trots mee met de wind. Het lijkt logisch, en zelfs hoogst aannemelijk, dat de halfnaakte, roodbehaarde kerels zelf hartstikke homo zijn. Toch? Jan van Stralen zucht diep. ‘Het is oneerlijk. Als deze expo in de galerie op de hoek was gehangen, was er niks aan de hand. Het is allemaal zo context-bepaal. Wij merken het ook op beurzen. Stel, we tonen één blote man, en geen blote mannelijke stellen, hoor je toch meteen: hé, dat is een homogalerie!’

63_simkuté_RED HOT.jpgSamen met zijn partner Sandro Kortekaas opende Van Stralen in 2006 in Groningen galerie MooiMan, nadat een voorganger ervan in Amsterdam zijn deuren sloot. In de rest van Europa zijn er slechts twee gelijksoortige galeries: in München en Parijs. MooiMan levert een ruim aanbod aan mannenbeelden, mannentekeningen, mannenschilderijen en manneninstallaties, van de hand van lokale en vooral internationale kunstenaars. De focus van de galerie is dus ‘de man’, niet noodzakelijk ‘de homoseksuele man’. En toch kunnen de twee galeriehouders maar met moeite aan dat etiket ontsnappen. ‘Weet je, het is meten met twee maten. Een deur verderop hangt een blote vrouw in de etalage, maar dat wordt dan zeker niet beschouwd als een lesbische galerie. Dit is telkens de strijd die we moeten aangaan: een mooie man wekt altijd connotaties met homoseksualiteit op, een mooie vrouw nooit.’

Van Stralen heeft een punt. De foto-expositie van de roodharige adonissen blijkt toepasselijk RED HOT (2013) te heten, en heeft als doel de vooroordelen rond mannen met rood haar weg te nemen. Niets meer, niets minder. Hartstikke homo? Harstikke niet, dus. Het is een thema dat tijdens het gesprek met de galeriehouder (van top tot teen gekleed in zoet zuurstokroze, inclusief brilmontuur en iPad-hoes) vaak de boventoon voert: dat een mannenbeeld veel kwalitatiever moet zijn dan dat van een vrouw, dat ze hun werken vaak moeten verdedigen tegenover het heteroseksuele, kunstlievende publiek, of tegen de priemende vingers en afkeurende adviezen van collega-galeriehouders: ‘dat doe je niet.’ Van Stralen grinnikt. ‘Op de Open Art Fair in Utrecht hadden we aan een bronzen ketting een larger than life marmeren penis met testikels op kruishoogte op de muur gehangen. Dat ding woog 15 kilo. De ‘professionals’ vonden het duidelijk niets, maar het publiek was enthousiast. Eerste avond verkocht!’ Aan een homoseksuele bezoeker, dat dan weer wel.

De ups-and-downs van Adonis

De man in de kunsten, al dan niet in adamskostuum, bekleedt een nogal ambivalente positie. Waar een vrouwelijke borstpartij boe noch ba uitlokt, gaat dat het mannelijke geslachtsdeel in de hedendaagse kunstwereld wat moeilijker af. De weg naar een positief-neutrale, alom geaccepteerde status is niet zonder hobbels: voor kunstenaars die zich (louter) laten inspireren door het mannenthema is veelal geen plek in reguliere galerieën of musea, die zich vanuit een winstoogmerk gestaag laten leiden door traditioneel conservatisme. ‘De man’ ligt niet lekker in de markt. ‘In de húidige markt’, verbetert Van Stralen. ‘Onze galerie bouwt voort op een eeuwenlange geschiedenis waarin het wél gewoon was om te mogen genieten van de anatomie van een man. Wat is er mooier dan dat?’

Waar een vrouwelijke borstpartij boe noch ba uitlokt, gaat dat het mannelijke geslachtsdeel in de hedendaagse kunstwereld wat moeilijker af

Manets Olympia, Goya’s Nude Maja of Courbets l’Origine du Monde: ‘het naakt’ roept in eerste instantie toch onmiddellijk connotaties op met het vrouwelijke lichaam. Dat is nu eenmaal de nalatenschap van een patriarchale negentiende eeuw waarin zij op absolute wijze het enige geaccepteerde object van de mannelijke wellust werd. In de eeuwen voordien viel het feminiene naakt echter in grauw dedain vergeleken met de robuuste bouw en de welgevormde spiermassa’s van haar mannelijke complement, een conventie waarvan de wortels stevig zetelen in de Grieks-Romeinse schone kunsten. Als mystieke demi-god of, na overtreffing van zijn lagere menselijke kwaliteiten, als exemplum virtutis: het mannelijke gestel, heroïsch en atletisch, gold als onbetwistbaar ideaal van de menselijke vorm.

Met de opkomst van het christendom verviel dit esthetisch paradigma: het geloof in onsterfelijkheid impliceerde minachting en angst voor het ‘zondige vleeslijke’. Het was de Renaissance die het viriele naaktfiguur herwaardering inblies. De man – al dan niet met een strategisch gedrapeerd lendendoekje of vijgenblad over zijn ‘hebben en houwen’ – beeldde bijbelse of mythologische verhalen uit en belichaamde als universeel wezen zelfs de gehele mensheid. De opkomst van het Realisme en de preutse puriteinse Victoriaanse waarden maakten vanaf 1850 metten met de man als nakend kijkobject. Tot vandaag is hij in avant-gardistische werken slechts sporadisch teruggekeerd. Tegelijk heeft het ‘naakt’ plaatsgemaakt voor het ‘bloot’: een lijf dat uitdrukking geeft aan individuele introspectieve processen – zoals de getroebleerde (zelf-)portretten van Schiele of Freud – wordt verkozen boven een louter uiterlijke tentoonstelling. Die doet nu gedateerd of zelfs kitscherig aan.

De naakte man is geen naakte vrouw

De conclusie is dat, de Klassieke Oudheid niet inbegrepen, een zichtbare penis gerechtvaardigd moet worden door een allegorische functie – veel meer dan bij afbeeldingen van het vrouwelijke geslacht. Het beeld van een naakt mens, ‘gratuit’, zonder boodschap of vertelling, waarbij het geslacht centraal wordt gesteld, raakt aan een taboe. Buiten de dokterskamer hangt over het lichaam immers steevast een zinnelijke of erotisch-geladen dimensie, die op haar beurt seksuele vragen opwekt. Hieraan grenst dat andere ‘probleem’ dat verband houdt met het afbeelden van het mannelijke lichaam: de ingekapselde aanwezigheid van homo-erotiek, en aldus de opwekking van ‘ongehoorde’ gevoelens in de heteroseksuele onderbuik. In de Griekse en Romeinse kunst was deze prikkeling een aangenaam bijverschijnsel. Deze maatschappij kende immers geen rigide seksualiteitsbegrenzingen, noch de bijkomende implicaties voor iemands individualiteit, zoals dat in onze moderne samenleving wel het geval is. Zoals Eric de Kuyper in De verbeelding van het mannelijk lichaam schrijft: ‘Een vrouw is een vrouw, leert onze cultuur. Maar of de man zomaar een man is, zoals een vrouw een vrouw, is een andere kwestie.’

63_simkute_Marcel Joosen - Torso M met kader.jpg

Het taboe van een afbeelding van een nakende man raakt aan nog een andere factor van de heteroseksuele norm: de man wordt geobjectiveerd en dient zichzelf als zodanig te bekijken. Dat de man op een mannelijk model zou moeten reageren zoals een vrouw op een vrouwelijk object, gaat niet op: onze wijze van kijken is historisch geladen en deze historie van het visueel voyeurisme aanvaardt geen mannelijk kijkobject. De machtsrelaties in de kunstgeschiedenis vallen samen met de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in de bredere samenleving: zowel de opdrachtgevers, de makers en de mecenassen waren (overwegend) heteroseksuele, blanke, meerderjarige mannen. En wat wilden zij graag bekijken, schilderen en bezitten? Juist, de vrouw.

Het is deze seksuele en artistieke autoriteit in de handen van mannen, die volgens John Berger in Ways of Seeing heeft geleid tot de conventionele rollen in de beeldvorming van de seksen: de man kijkt, de vrouw laat zich bekijken en, what’s worse, beziet vervolgens ook zichzélf vanuit de mannelijke blik. Ze objectiveert zo haar eigen lichaam. De Renaissance mocht dan wel bol staan van het mannelijke naakt, deze viriele figuren werden afgebeeld in een ‘betekenisvolle handeling’. De vrouw daarentegen berustte als passieve deerne in haar lichamelijke zinnelijkheid. De (academische) kunstkritiek van de twintigste eeuw heeft de seksualiteit van de mannelijke naakten vervolgens ruimschoots genegeerd, en haar oordelen beperkt tot de vorm- en compositiedimensies.

Strakke broekjes, extreme piemels

Fijn, zou je denken, dat er dan eindelijk een galerie bestaat als MooiMan, waar niet alleen de gemiddelde homoseksueel, maar ook de vrouw aan haar trekken kan komen door zich ongegeneerd te vergapen aan al dat mannelijk schoon. Het tegendeel blijkt waar. Van Stralen: ‘In principe bestaat onze doelgroep uit iedereen die zich aangetrokken voelt tot een mooie man, en daarvan kan genieten. Daartoe behoort dus ook de vrouw. Toch moet ik toegeven dat zeker 90 % van onze kopers homo’s zijn.’ Aha. Wat is hier dan de kink in de kabel? Naast het feit dat vrouwen, net als mannen, simpelweg niet gewend zijn om de man als object te bekijken, ligt het allicht aan het gegeven dat de ‘mannelijke blik’ niet zomaar omgedraaid kan worden tot een ‘vrouwelijke blik’. Er is geen symmetrie in hoe mannen naar vrouwen kijken, en omgekeerd.

Er is geen symmetrie in hoe mannen naar vrouwen kijken, en omgekeerd

Dit blijkt uit het werk van een Amerikaanse feministische kunstgemeenschap, The Fight Censorship Group, die zich in de jaren 1970 voornam om tegengewicht te bieden aan de dubbele standaarden van kunstmusea, waarbij ‘vrouwen op verleidelijke, seksuele en nakende manier worden getoond’ in ‘dezelfde musea die weigeren het mannelijk naakt op eenzelfde wijze tentoon te stellen.’ Het uitgangspunt van de groep wordt memorabel samengevat in een uitspraak van de initiatiefneemster voor de groep, kunstenares Anita Steckel: ‘If the erect penis is not “wholesome” enough to go into museums – it should not be considered “wholesome” enough to go into women.’

Het is dan ook deze penis die vanuit allerlei hoeken, op vele manieren en met uiteenlopende media werd getackeld binnen het visuele onderzoek naar vrouwelijke waarden, ervaringen en sensaties van verlangen. Eén van de bekendere leden van de FC-groep was Joan Semmel, die voor haar schilderijen foto’s van vrijende paren gebruikte. Zo trachtte ze tot een alternatieve beeldtaal van intimiteit en seksuele uitwisseling te komen. Het ging er haar niet om de man zo te objectiveren als dat eeuwenlang het geval was geweest met de vrouw. Wel wilde ze het begrip ‘female gaze’ opbouwen vanuit een autonome, vrouwelijke expressie van driften, zonder daarbij te vervallen in schaamte of sentimentaliteit. In haar reeks Erotic Series (1970-71) toont Semmel abstracte, innige uitsneden van een koppel tijdens het geslachtsverkeer: vlezige, verre van perfecte lichamen in lumineuze, ongebruikelijke kleurenschakeringen vermengen zich met een zachte, melkachtige achtergrond. Het is een viering van kleur en vlees; het geheel zindert en tintelt op kalme, doch enorm sensuele wijze.

Wat een verschil met het oeuvre van bijvoorbeeld Tom of Finland, boegbeeld van de homoseksuele kunstenaars uit een vroegere periode. Zijn werk kenmerkt zich door extreem strakke leren broekjes, extreme piemels (al dan niet in erecte toestand), en extreme bicepsen. Het is een cliché, maar wel één dat wetenschappelijk onderbouwd is: mannen zijn op seksueel vlak visueler en directer, terwijl vrouwen zich laven aan hun eigen fantasie en meer gelaagde verlangens koesteren. MooiMan organiseerde onlangs een expositie, The Female Eye, waarin negen vrouwelijke kunstenaars aan de haal gingen met hun visie op de man.

Het taboe gestript

Al wil MooiMan niet gebukt gaan onder de term ‘homoseksuele galerie’, in technische zin is het dat dus wel. Alleen al doordat de (veelal) homoseksuele kunstenaars hun onderwerp van creatie, de man, gadeslaan en weergeven vanuit een eigen, homoseksuele blik; een blik die niet direct appelleert aan die andere mannenbewonderaars, de heteroseksuele vrouwen. Daarnaast maakt de galerie zich sterk voor de emancipatie van homoseksuele kunstenaars, door geregeld met tentoonstellingen te komen die thematisch aansluiten bij de wens voor wereldwijd grotere gelijkwaardigheid van en verdraagzaamheid jegens homo’s. In 2013 was de galerie officieel onderdeel van het Nederland-Ruslandjaar, en toonde ze met de expositie QueeRussia: the hidden (p)art een maatschappijkritische expositie rond de penibele situatie van holebi’s in Rusland. QueeRussia was zowel te zien in het Antwerpse Zuiderpershuis als te gast bij het Centraal Museum Utrecht. Eerder deed documentairemaker Chris Belloni hetzelfde in Gay and Muslim, maar dan gericht op  het homofobe klimaat in Marokko. ‘Je zou het inderdaad kunnen zien als een vorm van activisme’, legt Van Stralen uit. ‘Maar wel één die ontspringt uit idealisme: wij willen een platform bieden voor maatschappelijke discussie, over een onderwerp dat in het gros van de andere galeries geen weerklank vindt.’

63_simkuté_Alexander Kargaltsev - Black on White.jpgEn hoewel Van Stralen zich meermaals beklaagt over het hardnekkige stigma dat op de man in de kunsten kleeft, geeft hij toe dat hij, voorzichtig en langzaam, toch een groeiende interesse voor dit ‘onconventionele’ onderwerp meent te ontwaren – ‘Misschien wel door ons!’. Het Weense Leopold Museum en het Musée d’Orsay in Parijs toonden in respectievelijk 2012 en 2013 een groteske expositie, getiteld Masculine: The nude man in art from 1800 to present day. Het was voor het eerst dat er een tentoonstelling werd gewijd aan de présence van de naakte man in de kunstgeschiedenis. In 2011 stond Finland schoorvoetend een overzichtstentoonstelling van de soft-pornografische werken van Tom of Finland toe, die uiteindelijk door 90.000 mensen is bezocht. Afgelopen september volgde een speciale uitgave postzegels, en nu niet meer schoorvoetend.

‘Het wordt opener, dat merk ik ook op beurzen’, merkt Van Straten. ‘Over het algemeen kan ik met zekerheid zeggen dat onze stand meer volk trekt dan de buren. De reacties zijn voor het merendeel ook heel positief, mensen zijn enthousiast en vinden het goed dat we dit doen. Dat ondervonden we onlangs weer tijdens de Affordable Art Fair in Amsterdam, waar we op de openingsavond  levensgrote aquarel-afbeeldingen van ons eigen naakte lichaam ophingen, niet te koop. Zo wilden we laten zien hoe bijzonder het is om deel uit te maken van  ‘Karma’, de mooie serie van honderd naaktportretten van de Duitse kunstenaar Rinaldo Hopf.' Het nakende mannenlijf duikt ook steeds vaker op in de massamedia, waar de reclamewereld een belangrijk aandeel in heeft. Klaarblijkelijk is het beeld, gebruikt om alles van onderbroeken tot deodorant aan te prijzen, ‘effectief’: net niet pornografisch, maar wel prikkelend genoeg om impliciete homo-erotische gevoelens op te wekken.

Spanning en fascinatie, aantrekking en afkeer: de afgebeelde man lokt het allemaal uit, zoals het een echt taboe betaamt

Spanning en fascinatie, aantrekking en afkeer: de afgebeelde man lokt het allemaal uit, zoals het een echt taboe betaamt. Was er sprake van een volledige emancipatie en aldus een onverschillig ontvangst, dan zou het beeld zijn kracht hebben verloren, en niet meer interessant zijn, noch voor advertentiemakers, noch voor gespecialiseerde galeries zoals MooiMan. ‘Het is ambivalent’, lacht Van Stralen. ‘Wij strijden voor een grote zichtbaarheid van de man in de kunsten, maar als het algemeen geaccepteerd zou zijn, zou dat de doodsteek zijn voor onze galerie.’

_Tot 9 januari 2015 toont MooiMan in de Antwerpse boekhandel ’T Verschil (Minderbroedersrui 33, Antwerpen) de expositie ‘18+’. Voortaan presenteert MooiMan er elke twee maanden een ‘internationaal georiënteerde’ expositie. Zie www.verschil.be, www.mooi-man.nl. _

Grete Simkuté is vers afgestudeerd mediawetenschapper. Ze schreef eerder als kunstcritica en cultuurjournaliste voor De Morgen, H ART en De Standaard.