De elementen volgens Coil

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Hoe klinkt LSD? Antwoord: zoals Coil, de avant-gardeformatie die zo'n twintig jaar lang heeft geëxperimenteerd met muziekgenres die nog steeds niet bestaan. Heeft geëxperimenteerd, want in november 2004 kwam John Balance in een dronken bui lelijk ten val en overleed.

Balance vormde samen met (zijn voormalige levenspartner) Peter 'Sleazy' Christopherson de harde kern van Coil, een ongrijpbaar muzikaal fenomeen dat ons onder meerdere namen — zoals Time Machines, Black Light District en ELpH — een enorme en behoorlijk onoverzichtelijke catalogus naliet: meer dan dertig albums en talloze singles, soundtracks, remixen en gelegenheidsprojecten. Coil schreef bijvoorbeeld de soundtrack van Derek Jarmans meditatieve film The angelic conversation (1985). Hun muziek voor Clive Barkers Hellraiser (1987) werd wegens 'te eng' nooit gebruikt maar is nu nog te beluisteren op Unnatural history II (1995), één van hun verzamelcd's. En wie een beetje mee is met de huidige muziekscene heeft hun werk onwillekeurig al gehoord, al was het bijvoorbeeld maar één van hun remixen op Further down the spiral (1995) van Nine Inch Nails. De invloed van Coil op Trent Reznor en andere coryfeeën van de avant-rock en experimentele scene is dan ook vrij massief geweest. Maar met de dood van Balance is definitief een einde gekomen aan dit unieke muzikale verhaal: end of transmission.

dionysos en apollo

Wie Coil niet kent, kan het best zijn weg beginnen zoeken via The golden hare with a voice of silver, een dubbele cd die in 2001 — in eerste instantie voor de Russische markt — werd samengesteld als een 'inleiding tot Coil'. De keuze voor een dubbele set was niet toevallig. Er zijn namelijk twee kanten aan Coil: een agressieve, luidruchtige kant en een meer contemplatieve 'maanzijde' die neigt naar hypnotiserende soundscapes. Die tweedeling weerspiegelt de ontwikkeling van de groep, die aanvankelijk oprees uit de performance-gerichte as van Throbbing Gristle en vooral indrukwekkend Dionysisch kabaal produceerde. Met het album Astral disaster (1999) maakte de groep de overstap naar het meer meditatieve, al was de grens nooit scherp en kon Coil tot op het laatst zeer hard bijten. Beide kanten moeten dan ook gezien worden als wederzijds aanvullend. Kabaal en contemplatie zijn twee aspecten van Coils persoonlijke muziekvisie die de grens tussen deze wereld en andere dimensies wil doorbreken door de verbindingskanalen tussen de twee open te zetten. Of je als luisteraar in het bestaan van die andere dimensies gelooft, is niet meteen relevant, want eens je de muziek leert kennen, werkt ze op een zeer aardse manier bijzonder verslavend. Coil heeft een sound die op je netvlies werkt en op je ingewanden. Het is muziek die onder de huid kruipt en daar de slapende honden wakker schudt.

Muziek is de Dionysische kunstvorm bij uitstek. Dat vond Friedrich Nietzsche toch, die in zijn boek Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik (1872) stelde dat in ieder kunstwerk twee krachten aan het werk zijn. De eerste noemde hij het Dionysische, verwijzend naar Dionysos, de Griekse god van de roes. Het Dionysische belichaamt de excessieve levenswil, de fundamentele oerkracht die in de kern zit van alles wat bestaat. Het is rauw, woest en ongecultiveerd. Het is de primaire bevestiging van het leven in al zijn aspecten, zowel de aangename als de pijnlijke. Volgens Nietzsche 'toont' het Dionysische zich in de kunst. Maar een rechtstreekse confrontatie met deze oerkracht zou de mens overweldigen en vernietigen. Daarom is er in ieder kunstwerk een tweede kracht aan het werk, de Apollinische, genoemd naar Apollo, de god van de orde en het licht. Het Apollinische is het principe dat de Dionysische levensdrift een vorm oplegt waardoor het draaglijk wordt voor de mens om er naar te kijken. Dit gebeurt in alle kunstwerken en bij uitstek in de tragedie, waar de wrede mokerslagen van het Noodlot tot een esthetische ervaring worden getemperd in de vorm van het drama.

Maar de muziek is dus een uitzondering onder de kunsten, zij is de Dionysische kunst bij uitstek omdat ze in tegenstelling tot bijvoorbeeld de schilderkunst, het theater of de literatuur geen afbeeldingen of metaforen gebruikt maar rechtstreeks de oerkracht vertolkt; onbemiddeld en direct. Het Dionysische werd het eerst uitgedrukt in de Griekse mysteriereligies waar volop aan sparagmos werd gedaan, een rituele praktijk waarbij dieren met blote handen uit elkaar werden gescheurd en in het rond gegooid. Deze sacrale rituelen duiken in de kunst van de twintigste eeuw terug op, eerst in het werk van Hermann Nitsch, maar later ook in de performances van COUM Transmissions en Throbbing Gristle. Genesis P-Orridge, de bezieler van die twee projecten, had de gewoonte om zelfverminkingen, bloed, melk en lichaamssappen een centrale plaats te geven in zijn voorstellingen. Coil nam deze Dionysische tendens aanvankelijk over. Zo speelde de groep in 1984 legendarische performances waarbij Balance en Christopherson zichzelf op het podium lavementen gaven met bloed terwijl gastster Marc Almond poëzie declameerde.

De atmosfeer van deze vroegste Coil is indringend gevat op Transparent (1984), een collectie live-opnames en repetities. Het zwaartepunt van deze cd is het onthutsende tweeluik 'Rape' en 'Poisons', een macabere evocatie van een brutale verkrachting die begint met een aanzwellend zuigende tunnelklank en plots explodeert in het getier van vocaliste Zos Kia. De ruis van de oude cassette-opname draagt bij tot de misselijke sfeer van dit martelstuk. In het bij de cd gevoegde 'Coil Manifesto' uit 1983 lezen we dat 'COIL are archangels of KHAOS. The price we pay for existence is eternal warfare. There is a hidden coil of strength, dormant beneath the sediment of convention. Dreams lead us under the surface, over the edge, to the Delirium state. Unchained. [...] Our rationale is the irrational. [...] COIL is compulsion. URGE and destruction. [...] COIL know how to destroy Angels.' Deze destructieve kracht van het irrationele is op zich een door en door nietzscheaanse gedachte en zal zich steeds opnieuw laten gelden in hun werk.

De meest losgeslagen exponenten van dit soort Dionysische ontbindingsmuziek vinden we op Scatology (1984) en Horse rotorvator (1986), twee albums waarop in een wolkbreuk van kabaal zowel pedofilie, Pasolini (I__taliaanse regisseur; vermoord toen hij onderzoek deed naar de banden tussen de maffia en de prostitutie, red.) en sadomasochistische poepseks als de Openbaringen van Johannes de revue passeren. Horse rotorvator is het meest apocalyptische van de twee albums. Het opent met het polymorf perverse 'The anal staircase' waarop lachende peuters spiraalsgewijs in een niet nader te bepalen dikke darm verdwijnen, en bereikt een hysterisch hoogtepunt met 'Circles of mania', de beste interpretatie van Dionysische extase die men aan deze kant van Stravinksy's Sacre du printemps zal vinden. Het album sluit af met 'The first five minutes after death', een relatief melodieuze track die later een boeiende gedegenereerde gedaante zou aannemen als 'The first five minutes after violent death' waarmee The golden hare afsluit. De toevoeging van violent in de titel is niet onbelangrijk, want de nieuwe versie klinkt als een nummer dat levend wordt gevild. Electronisch gegenereerde schreeuwen roepen onmenselijke associaties op met de getormenteerde figuren in de schilderijen van Francis Bacon. In de volgende jaren zou de groep deze sound herwerken, slijpen en tenslotte perfectioneren op het eclectische Love's secret domain (1991), hun meest bekende en populaire album dat een radicale collage is van experimenten, acid house en nog een paar niet nader te specifiëren genres.

visionaire reizen

Astral disaster (1999) luidde een nieuwe fase in voor Coil. Het album werd op twee dagen tijd opgenomen met Samhain/Halloween 1998, volgens de Keltische overlevering het moment waarop de doorgang van de menselijke naar de bovennatuurlijke wereld openstaat. En hiermee wordt er bloed uit een nieuwe ader getapt, namelijk de traditie van de 'magick' die teruggaat op de zestiende-eeuwse mysticus John Dee en zich via het werk van William Blake en Alistair Crowley stevig in de Britse subcultuur zou nestelen. Zowel Coil als Throbbing Gristle bewogen zich in magische kringen waarin naast William S. Burroughs ook filmmakers als Kenneth Anger, Donald Cammell en Derek Jarman circuleerden. En het was vooral John Balance die zich thuis voelde in dit milieu, want hij heeft vaak getuigd van zijn vele visioenen — en dan bedoelde hij niet de gevolgen van overmatig LSD-gebruik. Als kind reeds zag Balance echte visioenen. 'I always thought if you had visions it'd be really nice,' vertelde hij ooit, 'you'd sit there and see fairies gambolling out on the lawn or whatever. But it's not like that at all for me. It was like absolutley horrific things — I'd look at curtains and look at trees and see just a mass of dead people'. Hoewel de visionaire traditie door en door Brits is, kon de kleine Balance op weinig begrip rekenen toen hij zijn kostschoolvriendjes in zijn ervaringen wilde laten delen. Maar de visioenen bleven zich aandienen. Jaren later zou hij, mogelijk onder invloed van drugs, midden in een discotheek een engel met een lezenaar zien neerdalen.

Visionaire reizen zijn in veel opzichten parallel aan de Dionysische extase: in beide gevallen treedt men uit de tastbare wereld naar een andere, diepere en meer fundamentele dimensie. De vraag of zo'n dimensie 'echt' bestaat of een chemische reactie in de hersenen is ten gevolge van enorme opwinding of druggebruik, is hier niet relevant: het gaat om de manier waarop de muziek deze ervaring uitdrukt en (vooral) probeert door te geven aan de luisteraar. Coil klinkt in deze tweede periode dan ook veel contemplatiever: het openen van de kanalen naar het bovennatuurlijke haalt een kosmische dimensie in de muziek binnen. 'The overall Coil symbol was the black sun, [...] and we've deliberately decided to go from solar to lunar aspect. [...] It seems a logical step... moon music,' lichtte Balance de nieuwe evolutie toe. Maar het is niet allemaal pais en vree in deze heidense wereld. Eén van Coils meest radicale experimenten met nieuwe dimensies is Constant shallowness leads to evil (2000) waarop het lange 'Tunnel of goats' veel weg heeft van reisimpressies die werden opgetekend tijdens een wandeling door de kanalen naar de spirituele overkant. 'Tunnel of goats' klinkt als een kosmische vlakgom waarmee hele sterrenstelsels te lijf worden gegaan tot ze in klanksplinters uit elkaar knallen. Maar wie de moed opbrengt om dit cataclysmische miasma meermaals te beluisteren, wordt voor zijn doorzettingsvermogen beloond. Onder het kabaal zwelgt een duidelijke cyclus van zuigend, cirkelend zoemen dat inderdaad iets weg heeft van een tunnel naar het hart van een heidense duisternis, dooraderd met galmende stemmen die uit de muur van geluid komen zweven. Muziek uit de _n_de dimensie. Klanken die schaven in je hoofd.

Nadat Astral disaster de poorten naar de overkant had opengezet, begon de geitentunnel aardig wat leuke muziek richting Coil te sturen. Op enkele jaren tijd maakte de groep zijn beste werk met Musick to play in the dark vol. 1 (1999) en Vol. 2 (2000) en de dubbel-cd Moon's milk (in four phases) (2001). De eerste twee albums bevatten experimenten in electronische muziek. Lange, vaak bloedmooie en onwereldse composities als 'Red birds will fly out of the east and destroy Paris in a night' en het onbeschrijflijk tedere 'Batwings (a limnal hymn)'. Ook voor wie geen synthetische hulpmiddelen gebruikt, biedt deze muziek toegang tot een verheffend spectrum van onwerkelijke klanken. Na al het Dionysische kabaal valt op deze albums eveneens onbeschroomde schoonheid te ontdekken, zoals het sussende 'The dreamer is still asleep', een bijna pastorale evocatie van Koning Arthur.

De nieuwe muzikale fase ging ook gepaard met een verhuis. Balance en Christopherson betrokken jarenlang een woning annex studio in Londen, in de buurt van de Theems. De sterke getijdenwerking van die rivier had hen altijd gefascineerd en in 1999 besloten ze het eeuwige tripfeest van Londen in te ruilen voor de verweerde kust van Wessex, waar ze in de stilte van de landelijke omgeving aan hun 'maanmuziek' konden werken. De ritmes van Moeder Natuur inspireerden hen tot vier mini-albums die de lente- en herfsteveningen en de twee zonnewendes van het jaar moesten markeren. Deze kleinoden werden naderhand samengebracht als Moon's milk, een hypnotiserend mooie collectie zoemend van organische en oeroude klanken die ons uit de krochten van de aarde tegemoet komen waaien. Het is ideale muziek om bij te ontwaken. En dat is niet vreemd, want veel van de stukken werden vroeg in de ochtend gecreëerd met zicht op zee, en op een dieet van kruidenthee in plaats van drugs en alcohol. Moon's milk is in eerste instantie zalvende, helende muziek, maar dan zonder de irritante New Age-associaties die dit oproept. Zo is het hemelse 'Rosa decidua' opnieuw muziek van een ongekende tederheid. Het vlechtwerk van klank en zang vleit zich laag na laag over je heen tot je ingekapseld zit in een cocon van glorend licht. Maar wees gewaarschuwd: het gaat hier niet om easy listening of sfeervol muzikaal behang. Coil eist altijd de aandacht op. Het is muziek die al je sensoren bespeelt en zich zelfs nog door verstopte poriën in je huid weet te boren. En weerom klinkt niet alles even zalvend en welwillend. Nu en dan doorbreken scheuren het klankbad en scheren kometen door de ether. 'A warning from the sun' doorklieft de muzikale trance met een op zichzelf terugkrullende chaos van zuigende, ploffende en heen en weer zoemende klanken waar Balance met een irritante falsetstem overheen oreert. En weinig laat zich vergelijken met de als getijden af en aan rollende incantaties van 'The auto-asphyxiating hierophant'. Als runen konden spreken, dan klonken ze als de late Coil.

epiloog

De oudst bekende Griekse muziek kende het principe van de anakrousis of prelude en de katastrofè of epiloog. Beide zijn sonore explosies van dissonant lawaai die de stilte moesten genereren waarin de eigenlijke muziek kon plaatsvinden. Katastrofè heeft echter een dubbele betekenis: het verwijst niet alleen naar de chaos en wanorde van een klankexplosie, de term duidt technisch ook op het rustpunt dat de snaar van een lier bereikt nadat ze gestopt is met vibreren en de klank is weggestorven. Het vormt dus een grens tussen de alledaagse wereld en de wereld van het sacrale, Dionysische theater waarin de tragedie zich voltrok.

De muziek van Coil is katastrofale muziek. Ze wil op de geopende grens tussen deze wereld en het bovennatuurlijke staan. Ze haalt klanken terug uit het oeroude en toont ze in hun ongetemde oorspronkelijkheid. Coil schraapt de Apollinische bovenlaag van de beschaving weg en neemt ons mee in een muzikale wereld die zich letterlijk in een onmenselijke dimensie bevindt. Vandaar het geweld, de woestheid en de desintegratie, maar ook de kosmische adem die als herfstdraden over hun latere werk heen hangt. Kosmisch betekent trouwens niet dat Coil zich leent tot aromatherapie of dagelijkse yoga-sessies. Geen geprefabriceerde New Age, dankuwel. Deze muziek wordt gedragen door een bijna metafysisch project: de kosmos en al haar dimensies weergeven in klanken, de meest primaire en Dionysische symbolen die de mens ter beschikking staan. Van de bestiale schreeuw van Transparent tot de incantaties van Moon's milk heeft Coil zo min of meer het hele spectrum aan vocale expressie doorlopen. Nu Balance er niet meer is, kan deze muziek definitief loskomen uit haar bron en zichzelf aan de wereld terugschenken. Via limited editions, bootlegs en talloze obscure mp3-bestanden infiltreert Coil al jarenlang het zieke organisme van onze laat-kapitalistische maatschappij. Eis dat uw platenboer deze schijfjes in de rekken zet. En als hij weigert, begeef u dan op een maanverlichte nacht naar een bos en fluister iets tot een oude eik. Wie weet, zingt hij wel terug. Of schreeuwt. In ieder geval: op die manier komt u vroeg of laat te weten hoe de ware kern van de kosmos klinkt.

discografie

Zos Kia/Coil, Transparent (Threshold House/World Serpent, remastered s.d.)

Scatology (Threshold House/World Serpent, remastered 2001)

Horse rotorvator (Threshold House/World Serpent, remastered 2001)

Love's secret domain (Threshold House/World Serpent, remastered 2001)

Unnatural history II: smiling in the face of perversity (Threshold House/World Serpent, 1995)

Astral disaster (Threshold House/World Serpent, 1999)

Musick to play in the dark (Chalice/World Serpent, s.d.)

Musick to play in the dark² (Chalice/World Serpent, s.d.)

Constant shallowness leads to evil (Eskaton, s.d.)

Moon's milk (in four phases) (Eskaton/World Serpent, s.d.)

The golden hare with a voice of silver (Eskaton/World Serpent, s.d.)

Nine Inch Nails, Further down the spiral (TVT/Interscope, 1995)

bibliografie

Friedrich Nietzsche, Die Geburt der Tragödie (1872), in: Friedrich Nietzsche, Kritische

Studienausgabe, dl. 1, München/Berlijn/New York: Deutscher Taschenbuch Verlag/Walter de

Gruyter, 1999, pp. 9-156.

Camille Paglia, Sexual personae. art and decadence from Nefertiti to Emily Dickinson (1990),

Harmondsworth: Penguin, 1992.

Ian Penman, 'England's dreaming', in: The wire, nr. 194, april 2000, pp. 26-32.

Mark Pilkington, 'Sounds of blakeness', in: Fortean times, nr. 142, januari 2001 (nu op

www.forteantimes.com/articles/142_coil.shtml).

Dave Thompson, Alternative rock, San Francisco: Miller Freeman Books, 2000.

link

www.brainwashed.com/coil/main.html