De eerste stap

Door op Mon Mar 06 2017 10:26:20 GMT+0000

Het M HKA heeft grootse toekomstplannen. Mogen we daarvoor nog een suggestie doen? Meer aandacht voor vrouwelijke kunstenaars in zowel de collectie als de geplande tentoonstellingen is een noodzaak voor elk museum dat zichzelf bij de tijd wil noemen. (HART)

Michaelina Woutiers. Zegt die naam u iets? Ze was een tijdgenoot van Rubens en Van Dyck en werkte vanuit Brussel. Woutiers was bijzonder getalenteerd en kan samen met Van Dyck beschouwd worden als dé top van de 17e-eeuwse Barokschilderkunst. In stijl en kwaliteit is hun werk nauwelijks te onderscheiden. Het zou me dan ook niet verwonderen mochten sommige van haar werken onterecht toegeschreven zijn aan Van Dyck. Een andere figuur is Clara Peeters uit Antwerpen. Hoewel net als Woutiers succesvol in haar tijd, was ook zij tot voor kort een grote onbekende. De tentoonstelling Clara Peeters. Aan tafel! in 2016 in het Rockoxhuis maakte daar een einde aan. En terecht, want Peeters was de pionier van het stilleven. Vreemd dat we dat pas 400 jaar na haar dood te weten komen.

Vlaamse Meesters: sowieso mannen?

74_hanssen_Michaelina_Wautier_-_self-portrait_with_easel (2).jpgHet M HKA gaat verbouwen en heeft ambitieuze toekomstplannen, vernamen we in een recent nummer van kunsttijdschrift HART. Dat is fijn om te lezen en goed nieuws, want zoals artistiek directeur Bart De Baere zegt, kent Vlaanderen géén volwaardige musea voor hedendaagse kunst, hoewel haar grootste troef beeldende kunst is. Dit project is de eerste stap naar zo’n volwaardig museum, aldus De Baere. Dat schept hoge verwachtingen.

De Baere kondigt 3 monografische overzichtstentoonstellingen aan die zullen plaatsvinden in het najaar van 2017, 2018 en 2019. Ze dienen om het werk van Marcel Broodthaers, Joseph Beuys en James Lee Byars in de verf te zetten. De drie grote B’s, zo noemt De Baere ze en hij beschouwt hen als de Besten van de hedendaagse kunst. Bovendien hadden de drie B’s tijdens hun leven een persoonlijke band met Antwerpen. Het artikel van HART verwijst naar de missietekst op de website van het museum:‘M HKA wordt een hedendaags forum voor kunst, publiek en de wereld’. Het nieuwe museum van de toekomst heeft ambitieuze plannen.‘Het project van het M HKA heeft de notie van Vlaamse Meesters als kern’, zo staat er. En: ‘Beeldende kunst in en uit Vlaanderen is zowel cultureel als economisch een relevant exportproduct. Niet alleen hedendaags, maar ook verankerd in de geschiedenis. [...] Vlaanderen blijft tot op vandaag een centrum van wereldbelang voor beeldende kunst met kunstenaars zoals David Claerbout, Jan Fabre of Luc Tuymans die in de wereldwijde top honderd kunstenaars van het moment staan.’

Vlaamse Meesters dus. Even verder worden vooral ‘Vlaamse’ kunstenaars aangehaald die in de tijdelijke en permanente collectiepresentaties te zien zullen zijn. Op twee kunstenaars na zijn het allemaal mannen. Geen enkele in België residerende vrouwelijke kunstenaar is erbij. En dat in een missietekst die de ambitieuze toekomst van het museum wil bekend maken met de klemtoon op Vlaanderen? En dat als eerste stap naar een volwaardig museum?

Verder is de ranking waar het citaat naar verwijst, geen directe kwaliteitsranking, maar een kansenranking. De kunstenaar die internationaal de meeste kansen krijgt om haar of zijn werk te tonen in toonaangevende instituten, galerieën en andere locaties, staat het hoogste genoteerd. Dat is de kern van het probleem. En misschien toont die zich al in de keuze voor de term ‘Vlaamse Meesters’. Kunst is internationaal en de geschiedenis van de kunst leert ons dat vrouwen steeds minder kansen kregen dan hun mannelijke collega’s. Nadien worden ze dan dikwijls vergeten of uit de kunstgeschiedenis weggegomd. Herontdekt worden is hun laatste hoop. Maar hoewel ze veel talrijker zijn dan vroeger, blijkt ook nu nog dat ze vergeten worden, waardoor ze qua erkenning moeilijk kunnen concurreren met hun mannelijke collega’s, laat staan in dergelijke kansenrankings. Als ze niet vermeld worden, krijgen ze minder kansen.

Mentaliteitswijziging gewenst

In 2007 bleek dat in de collectie van M HKA, 85 vrouwelijke kunstenaars (internationaal) opgenomen waren op een totaal van 550, goed voor 15%. Tien jaar later is dat percentage volgens informatie van M HKA zelf met 3% gestegen naar 18%, of 124 vrouwen (internationaal) op 691 kunstenaars. Als ze niet in de collectie zitten, kunnen ze niet getoond worden.

Hoe kan het M HKA volwaardig meespelen in de Europese (sub)top, als het museum in zijn missietekst vergeet dat vrouwelijke kunstenaars ook recht hebben op hun ruimte en erkenning?

Hoe kan het museum de ambassadeur zijn van de beeldcultuur in Vlaanderen, als het vergeet dat ook onze vrouwelijke kunstenaars daar deel van uitmaken? Als we stilaan moeten beseffen dat beeldende kunst het gezicht van Vlaanderen is én onze grootste troef, moeten we dan ook niet stilaan beseffen dat dat gezicht voor een groot deel vrouwelijk en multicultureel is? Waarom lezen we niets over hen in de missietekst ? Waarom zijn ze afwezig? Waar is de diversiteit?

Het M HKA heeft de afgelopen jaren zeker inspanningen geleverd om meer vrouwelijke kunstenaars te tonen en dat is alleen maar toe te juichen. Maar van een gelijkwaardig evenwicht en gelijke kansen is er voorlopig nog geen sprake. In de programmatie van het museum zijn nog geen drie vrouwelijke ‘B’s’ te bespeuren, die eer komt hen voorlopig nog niet toe. Er is niet alleen een betere infrastructuur nodig om het museum van de toekomst te worden, maar vooral een mentaliteitswijziging.

Hoe kan het M HKA volwaardig meespelen in de Europese (sub)top, als het museum in zijn missietekst vergeet dat vrouwelijke kunstenaars ook recht hebben op hun ruimte en erkenning, als ze ondervertegenwoordigd zijn in de presentaties en de collectie? Zolang het museum niet inzet op het grondig wegwerken van dat onevenwicht en onrecht, kan het nooit die ambitieuze functie waarmaken. En met een groei in de collectie van 3 % op 10 jaar tijd zal het nog heel erg lang duren eer het museum een volwaardig museum zal zijn.

74_hanssen_muhka.jpgWerk discriminatie weg

Er bestaat in België/Vlaanderen een hele grote groep vrouwelijke kunstenaars die op professioneel hoog niveau werkzaam is. Het is wel erg jammer dat het nu in 2017 nog steeds niet evident is dat onze vrouwelijke kunstenaars die belangrijke spelers zijn op het veld van de hedendaagse kunst, zowel nationaal als internationaal, nog steeds vergeten worden als het gaat om erkenning en waardering voor hun werk, als het gaat om het in kaart brengen van de geschiedenis, als het gaat om deel uit te maken van het (toekomstige) geheugen.

In 2018 krijgt Michaelina Woutiers haar eerste solotentoonstelling. De curator is Katlijne Van der Stighelen, auteur van Vrouwenstreken – o__nvergetelijke schilderessen uit de Lage Landen (2010), die van het herstellen van de kunstgeschiedenis haar levenswerk heeft gemaakt.  Zij zal Michaelina Woutiers, één van onze grootste schilders uit de 17e eeuw, haar ruimte geven in het Rubenshuis 400 jaar na haar dood.

Ik wens het museum van de toekomst, het M HKA, zeer veel succes toe. Maar laat ons die toekomst samen vieren met een open blik, met álle kunstenaars. Voorzie veel plaats voor vrouwelijke kunstenaars in óns museum van de toekomst, zodat we niet nogmaals 400 jaar moeten wachten op een vrouwelijke curator die oog heeft voor deze historische discriminatie. Het actief wegwerken van die discriminatie, dát is de eerste stap.

Deze tekst verscheen eerder in het gewaardeerde tijdschrift HART.

Kom woensdag 8 maart naar Gender Bender, een discussiesalon van rekto:verso en Arenberg over gender in cultuur.

Karin Hanssen is beeldend kunstenaar, doctor in de kunsten en onderzoeker aan KASKA. Ze richtte ook Picture This! Gender & Art (2017) en CWAB (2011) op, een onderzoeks- en promotieplatform met een databank voor vrouwelijke hedendaagse kunstenaars werkzaam in België.