Cultureel fascisme?

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Wat is dat toch? Ons probleem met diversiteit? Waarom kunnen wij, open minded people, niet met anders zijn overweg?

Op het Theaterfestival 2006 volgde ik op de debatdag van het Vlaams Theaterinstituut (VTi) de werkgroep 'diversiteit'. De eerste straffe uitspraak kwam van een wijze dame. Ik vermoed dat ze jong was in de sixties:

'Laten we niet in de valkuil trappen om diversiteit alweer te verengen tot multi-etniciteit.'

Gelukkig kende ik in 'de sector' geen kat. En liet ik mij dus niets gelegen aan titels, functies of palmares. Door mijn jaren als straathoekwerker heb ik trouwens een ergerlijke 'en wat dan nog'-attitude ontwikkeld.

Dus antwoordde ik meteen: 'Ja, mevrouw. Natuurlijk, mevrouw. Maar met dit soort wollig gezwollen gezwijmel bakken we geen spiegelei. Ik hou ervan om te spreken over Marokkaanse jongens tussen acht en achttien. Want daar kunnen we iets over zeggen. Dat is hanteerbaar (die gasten soms ook). Een beetje analyse en reductie mag dus wel, om ook concrete besluiten en beslissingen te kunnen nemen.'

Zelfde werkgroep: 'Ja zeg, nu hoor ik dat de VDAB een aparte opleiding voor allochtone acteurs wil opstarten. Zo kunnen we toch niet beginnen, dat leidt toch tot segregatie.'

So what? De Arbeidersbeweging heeft toch ook in afzondering een vuist moeten maken? De vrouwenbeweging had toch ook haar aparte tijd nodig om tot de jaren van verstand te komen? De homobeweging heeft zich toch ook moeten afscheiden en manifesteren om tot een ietsie pietsie aanvaarding en integratie te komen?

Bruce Lee OOK, Theater Stap

Geef ook andere groepen hun tijd en ruimte.

Onder meer Boal, Marcuse en sociologische denkers rond 'sociale ecologie' (de Chicago School) wezen al op het feit dat segregatie niet uitsluitend negatieve effecten hoeft te hebben. In hun visie kan concentratie en afscheiding een noodzakelijke fase zijn voor de ontwikkeling van de identiteit van individuen en van groepen individuen.

Flying Carpet vzw en VRT waagden het er alvast op. Het resultaat is het volbloed allochtone theatergezelschap de Halve Maan. Natuurlijk is zo'n troep de schrik van elke debuterende Vlaamse kunstenaar. De nieuwe bloedjes riskeren uit het niets de hoogte in gekatapulteerd te worden. Een al te vroege burnout behoort dus tot de risico's. Maar reken ook maar dat deze acteurs heel kritisch in de gaten gehouden zullen worden.

In het onderwijs blijkt onderricht van verschillende vakken in de moedertaal van allochtone kinderen vruchten af te werpen. Vakken als wiskunde begrijpen ze ineens veel beter, en ze leren veel vlotter een tweede taal wanneer ze eerst de moedertaal grondig beheersen. Opvallend is dat vooral leerkrachten en directie (specialisten, toch?) deze gerichte aanpak ondersteunen. Politici zijn vaak sceptischer.

KIJKEN EN LUISTEREN

Zelfde werkgroep op het Theaterfestival 2006, een andere dame ditmaal. Ze bleek te programmeren in een groot kunstenhuis:

'Ja, ik was deze zomer op een hedendaags theaterfestival in Afrika. Maar niets van wat ik daar zag, kan ik in mijn huis (wiens huis?) programmeren. Het past niet in onze artistieke context. Mijn publiek (wiens publiek?) heeft daar geen boodschap aan.' Wablief?!

Als hedendaagse Afrikaanse acteurs, vertellers, schrijvers, regisseurs, beeldend kunstenaars, dansers of choreografen hun verhaal op die bepaalde manier willen vertellen… Als die bepaalde vorm hun levende kunst is… Wie zijn wij dan om dat niet op onze podia te dulden? Willen wij wel luisteren? Willen wij wel naar hen kijken?

Wat zouden zij eerst in onze context moeten passen? Waarom zouden zij zich onze concepten moeten wringen? Ruikt dit verdomd niet naar cultureel fascisme?

Mochten we nu eens aan Afrikaanse kunstenaars en curatoren zelf vragen om jaarlijks hun 'best of' van het voorbije theater- en dansseizoen samen te stellen? En die voorstellingen vervolgens onvoorwaardelijk programmeren?

Misschien is dan hier en daar een beetje duiding of extra informatie over de context van de voorstelling wel noodzakelijk. Maar is dat een belemmering? Ook hedendaagse dans en muziek worden vaak van een inleiding voorzien.

Bovendien kan het onvoorwaardelijk programmeren van werk dat in een anders-culturele context ontegensprekelijk tot kunst gerekend wordt, ons westerlingen dwingen ons eigen kunstconcept voortdurend in vraag te blijven stellen en te blijven herdefiniëren.

ARTISJIEK

Een jaar later ging het in de obligate werkgroep diversiteit, op het Theaterfestival 2007, al meteen over 'artistieke beoordelingscriteria' voor diversiteitprojecten.

En weer was de zo funeste opsplitsing 'sociaal' tegenover 'artistiek' het struikelblok. Pure kunst zou uit het culturele potje gesubsidieerd moeten worden. 'Sociale kunst' uit het sociale potje. Vond de zitting. Algemeen.

Ook deze werkgroep werd besloten met bitter weinig concrete conclusies.

Wij durven gewoon niet geloven dat Turken, Marokkanen, negers en andere sociale gevallen wel eens simpelweg artistiek relevant werk zouden kunnen leveren.

Wat artistiek relevant is? Een positief antwoord op volgende vragen, wat mij betreft. Is er noodzaak om dit werk te maken? Is er noodzaak om dit werk te communiceren aan een publiek? Vertelt dit werk iets over, of voegt het iets toe aan het gangbare leven in deze bepaalde samenleving?

Ook de professionaliteit van de kunstenaar vind ik een belangrijk criterium. Of met een vergelijking van Willem Elias: iedereen bakt wel eens een taart, toch zijn er bakkers. Iedereen maakt al wel eens iets kunstigs, toch zijn er kunstenaars.

GO ANCIAUX, GO!

Er kan in dit kader van alles opgemerkt worden over onze Vlaamse minister van cultuur Bert Anciaux en zijn promotie van meer diversiteit in de kunsten. Maar hij durft tenminste al eens een stok in het kiekenkot te gooien.

Ik pluk er lukraak twee leuke uit.

Quota in het sociale en culturele verenigingsleven? Een verplichte 10%-regel voor de samenstelling van de raden van beheer van grote instellingen? Absoluut! Gewoon doen.

Ooit heeft ook een kleine politieke partij zichzelf deze beperkende maatregel opgelegd om meer vrouwen op de lijst te krijgen. Het heeft haar veel stemmen opgebracht. Meteen werd ze in praktijk ook wel geconfronteerd met de lasten. Het bleek niet zo eenvoudig om voor dit ritssysteem voldoende vrouwen te vinden die op zo'n lijst wilden gaan staan, laat staan om ook effectief te gaan zetelen. Een aantal van de vrouwen die er wel zijn ingevlogen, hielden het binnen het jaar voor bekeken.

Maar het resultaat is wel dat honderd jaar na het stemrecht voor vrouwen, vrijwel elke Vlaamse politieke partij uitpakt met evenwichtige lijsten. Dat onze regeringen veel evenwichtiger zijn samengesteld. Dat een aantal straffe madammen de trends breken en het beleid bepalen.

Zolang het niet vanzelfsprekend is dat in Vlaanderen een gesluierde moslima het nieuws mag lezen, is zo'n verplicht quotum een noodzakelijk kwaad. Als sturende fase.

En ja, de sportclubs zullen op termijn merken dat het niet evident is, samen douchen na de training. De theaters zullen merken dat jongeren energiek zijn.

Maar als quota er op termijn toe kunnen leiden dat de raden van beheer en podia van onze cultuurhuizen een eerlijker afspiegeling van de bevolking van ons land vormen: graag!

En subsidies voor creatieve en artistieke uitingen van illegalen, om nog een ander plan van Anciaux te noemen? Geweldig toch! Het juridisch mogelijk maken dat de staat mensen betaalt om hier niet te mogen zijn...

Heel wat zogenaamde 'straatmuzikanten' over de hele wereld blijken trouwens professioneel geschoolde musici te zijn (volgens een onderzoek op de Street-Musicians Meeting in Istanbul, april 2007).

EIGEN LIJF EERST

Na mijn terugkeer van een intensieve training traditionele Derwish dans in Istanbul / Yalova (integratie mag van beide kanten komen) kreeg ik van een leraar te horen:'Ja, ik heb in de jaren zeventig ook nog wel aan whirling gedaan, maar ik ben daar tegen. Dat is van en voor de Turken. Hetzelfde met D. en P. die in Japan Butoh-dans zijn gaan leren. Wat zouden wij Europeanen in godsnaam proberen een Japans lijf te krijgen?'

De persoon in kwestie was toevallig gekneed uit Vlaamse klei, en mijn docent Grotowski. Was Grotowski trouwens geen Pool?

Het gaat toch ook helemaal niet om dat Japanse lijf? Het gaat om onderzoeken, nieuwe invalshoeken vinden, je lichaam in een andere positie plaatsen en zien wat er dan gebeurt met de geest, het hart, de ziel (zo je wil).

Zelf speel ik momenteel in een performance met Armando Dios. Toevallig ook een fysiek gehandicapte acteur die in de jaren tachtig op Studio Herman Teirlinck te horen kreeg 'dat zijn fysieke conditie het onmogelijk maakte een professionele acteursopleiding te volgen'. Intussen brak de man wel potten met onder meer Bataclan en La Loteria van cirQ en in 'Kom kijken naar de westerse mens' van Bart de Wildeman. Niet toevallig allemaal nogal Gents.

Een programmator van een kunstencentrum zei mij al op voorhand: 'Nee jong, ik moet dat niet. Gehandicapten op een podium, ik knap daarop af.' Hij is niet eens komen kijken.

Een andere dame uit de zestiger jaren blafte mij straight in the face, op de vraag of ze de performance al had gezien of nog zou komen kijken: 'Nee, en ik wil dat ook niet zien.'

Aha.

'Nee, echt niet.'

Enneuh, wat zijn dan uw argumenten misschien?

'Nee als ik hoor wat S. (dramaturg) daarover vertelde, dan wil ik dat niet zien.'

Ok, en wat zijn dan uw argumenten?

'Gewoon, ik heb daar geen boodschap aan. Dat mag toch, hé Luk?'

Uiteraard. Dank u.

Je zal maar jong performer zijn in Vlaanderen.

Ze is, uiteraard, niet eens komen kijken.

Dus een programmator knapt bij voorbaat af op gehandicapten op scène. Een zakelijk leidster wenst op basis van een verhaal, een interpretatie van horen zeggen, bij voorbaat te besluiten dat ze er geen boodschap aan heeft.

Nee, ik ben geen gefrustreerde kunstenaar. Het gaat hier om de inhoud van wat ik zeg. Ja, toen voelde ik me zeker gefrustreerd. Maar nee, dat rechtvaardigt niet dergelijke discriminerende vooringenomenheid.

Een gelijkaardig lot was trouwens jarenlang Theater Stap beschoren: een gezelschap dat intussen al meer dan twintig jaar professioneel theater maakt met al even professionele 'emotioneel hoger begaafden'. Aanvankelijk was het even een hype. Maar al snel was het 'toch maar therapie', 'toch niet echt kunst'.

Intussen bestaan die koppigaards wel nog steeds. En ze staan er! Op het vlak van regie-experimenten was Stap zelfs vaak vernieuwend voor Vlaanderen. En intussen voltrok de integratie zich verder: diverse normale professionele acteurs deelden al met plezier de scène met acteurs van Theater Stap.

Via de straat en de hiphop zijn de eerste Noord-Afrikaanse dansers al in de hedendaagse dans geïnfiltreerd. Zonder ironie: wat een open en internationale gemeenschap, die dans!

Helemaal op eigen houtje zijn de Marokkanen de stand-up comedy binnengetuimeld.

Nigel Williams en Axel Agnew zijn trouwens ook migranten.

BANGE BLANKE MAN?

Maar nee, we knijpen schizofreen ons gat dicht als het écht op diversiteit aankomt. We kunnen er gewoon niet mee overweg.

De bange blanke man bestaat niet. Alleen een witte, dominante, ego- en etnocentrische, middenklasse stadsbewoner.

Sommige schouwburgen hebben evenwel al een Marokkaanse poetsvrouw. Een enkele theatertempel beschikt al over een Marokkaanse technicus. Een zeldzame witte raaf mag in een jury zetelen.

Maar diversiteit wordt pas een realiteit als er een neger programmeert. Als er een Marokkaan voorzitter wordt. En weet je, zo heel veel zal er niet veranderen. Er zijn immers ook middenklasse Marokkanen. Niet elke arbeider gaat naar de voetbal.

We willen ze zo graag in onze zaal. Maar ze mogen geen lawaai maken.

We willen ze zo graag op onze podia. Maar we willen dat alleen op onze manier.

Weet u, ze hebben ons niet nodig!

Zolang wij onze ivoren torens omhullen met wollig geleuter. Zolang wij ons onledig houden met filosofische debatten over, maar niet met de allochtone gemeenschap. Zolang wij niet de ballen hebben om op straat eens zelf met makakken te gaan klappen. Zolang hebben zij geen boodschap aan ons.