Creatief met conventies: Andrea Zittel

Door Ilse Roosens, op Tue Jun 16 2015 08:34:07 GMT+0000

Anders gaan leven? De Amerikaanse kunstenares Andrea Zittel deed het gewoon. In haar atelier in de woestijn onderzoekt ze alternatieve vormen van wonen en samenleven. In negatieve vormen van verzet gelooft ze niet, wel in openheid en discussie, met co-creatie als rode draad door haar werk. Deze zomer is haar recente oeuvre te zien in de openluchtexpositie The Flat Field Works in het Middelheimmuseum in Antwerpen.

Andrea Zittels eerste solotentoonstelling in België presenteert onder meer een reeks verticale en horizontale panelen. Het zijn abstracte, maar toch heel bruikbare woonelementen: de bezoeker kan er zelf mee aan de slag gaan om zijn ideale leefruimte samen te stellen. Een podium, een stoel, een tafel, een bed of een muur? Door open structuren samen te stellen met louter vlakken, beslis je zelf welke functie(s) elk compartiment kan krijgen. Eén meubel – de naam ‘A-Z Body Processing Unit’ spreekt boekdelen – doet tegelijk dienst als eetruimte en als plek voor ontlasting. Het is geïnspireerd op Zittels eigen ervaring met huisvesting. Hoewel duidelijk is aangegeven hoe je het meubel dient te gebruiken, en er dus weinig ruimte is voor verbeelding, is het werk baanbrekend: het veegt de vloer aan met sociale codes. En zo zijn alle installaties van Zittel multifunctioneel en variabel. Ze zetten de toeschouwer aan tot reflectie over de rijkheid die zulke structuren met zich meebrengen, en vormen een alternatief voor onze conventionele, meer dwingende woon- en levensarchitectuur. ‘We zijn vaak blind voor de dingen die we doen en pas wanneer we alternatieven zien, worden we ons bewust van onze gewoontes en patronen’, zegt Zittel daarover.

Ook in haar extramuraal werk streeft Zittel ernaar mensen bewust te maken van zichzelf en hun eigen routines, en hen uit te dagen tot het ervaren van ‘eyeopeners’. In 2000 verhuisde ze van Brooklyn, New York naar de Californische woestijn, en creëerde er de nederzetting ‘A-Z West’. Ze heeft er haar atelier en organiseert er openluchttentoonstellingen met in-situ-installaties van verschillende kunstenaars. Zo creëerde ze een nieuwe kunstwereld, parallel aan de circuits van galeries en instituten. Het is haar alternatief. Niet dat zij de waarheid in pacht heeft, ze wil enkel tonen en evoceren dat andere samenlevingsmodellen mogelijk zijn.

Door de mazen van het net

Zittels nederzetting in de Mojave woestijn in Californië ontstond gedeeltelijk uit nostalgie en uit liefde voor de natuur, maar was ook geïnspireerd door haar eigen leven in New York. Haar verblijf in een klein appartement, met keuken en badkamer in eenzelfde ruimte, leek haar – hoewel weinig sociaal aanvaard – perfect houdbaar. Daarnaast voelde ze een enorme drang naar een afgezonderd en tegelijkertijd collectief leven. ‘We verlangen allemaal naar privacy, maar willen ook deel uitmaken van een groep.’ Ze koos voor Joshua Tree, een uitgestrekt gebied met maar een paar duizend inwoners, die wel erg op elkaar gericht zijn.

Meer bezit impliceert een grotere onderwerping aan bouwcodes en andere reguleringen, dus begon Zittel te experimenteren met een nog minder materialistisch leven. Door te hergebruiken herleidt ze haar materiële noden tot een minimum. Zo creëerde ze een ‘Regeneration Field’ waarbij papier wordt gerecycleerd, draagt ze haar zelfgemaakte kledij een heel seizoen lang en ontwerpt ze duurzame meubels als antwoord op de huidige wegwerpmaatschappij. Voorwerpen horen niet stuk te gaan, maar mooier te worden bij veelvuldig gebruik. Daarmee begon Zittel haar artistieke carrière ook: met het inventief herstellen van gevonden objecten.

Voorwerpen horen niet stuk te gaan, maar mooier te worden bij veelvuldig gebruik

Innovatie begrijpt ze als een streven naar meer autonomie. Ook binnen de restricties die de overheid oplegt, omzeilt ze graag de wetten die haar vrijheid beperken. Ze overtreedt geen regels, maar tast er de grenzen van af. Zo creëerde ze wooneenheden die net iets kleiner zijn dan gebouwen die aan de bouwcodes moeten voldoen. Voor ‘A-Z West’ ontwierp ze mobiele ‘Wagon Stations’ die door hun tijdelijkheid wel toegelaten zijn, of althans niet verboden. De woonwagens zijn ontworpen door de kunstenares, maar kunnen door de bewoners naar smaak anders vormgegeven en ingericht worden. Tegenover uniforme massaproducten stelt Zittel persoonlijke creatie. Haar Wagon Stations zijn een zoveelste voorbeeld van hoe ze speelt met de idee van meervoudig auteurschap: het samen creëren en hercreëren van een voorwerp, vanuit de overtuiging dat we creatiever zijn wanneer we vertrekken van iets bestaands.

Ook vrijheid is voor Zittel geen blanco blad, maar de autonomie om je eigen lijnen te durven trekken. Ze legde zichzelf een reeks regels op, om die van de overheid te ondermijnen. ‘In een restrictieve samenleving is het soms beter om zelf je beperkingen op te stellen. Dat lijkt een onzinnig idee, maar je leeft dan op zijn minst naar je eigen wetten. Zo is het geen onderdrukking, maar een vorm van bevrijding.’ Zittel heeft niet de pretentie om haar regels aan anderen op te leggen, maar gaat ervan uit dat iedereen zijn eigen regelgeving kan handhaven – net zoals iedereen de vrijheid heeft om alles opnieuw om te gooien.

Permanent zelfkritisch

Momenteel denkt Zittel na over hoe ‘A-Z West’ het blikveld van bezoekers kan verruimen. Twee maal per jaar is het mogelijk een logement op de site aan te vragen. Het leven in de nederzetting – met een minimum aan meubilair, een bed als enige privacy en openluchtdouches onder de hitte – kan voor sommige mensen een confronterende openbaring zijn. Vele bezoekers worden er zich bewust van hun eigen materialistische leven en gaan nadenken over alternatieven. Alleen merkt de kunstenares dat ze tot nu toe in hoofdzaak gelijkgestemde zielen bereikt en overtuigt: kunstenaars, mensen die ervaring hebben met alternatieve levenswijzen, mensen die uit zichzelf al bezig zijn met het kritisch nadenken over verschillende levensvormen. Ze zoekt naar manieren om ook andere mensen uit te nodigen.

67_Roosen_A-Z West © Andrea Zittel.jpgNet daarom verhuisde ze naar Joshua Tree. ‘Ik voelde de nood om in een echte gemeenschap te leven, in plaats van binnen een afspiegeling van de kunstwereld zoals in New York. Ik wou heel verschillende mensen ontmoeten, zodat ik van hen kon leren en op een ander niveau kon nadenken over cultuur en maatschappij. Ik had zelfs de indruk dat ik helemaal niet paste in Brooklyn, terwijl ik me nu wel volledig thuis voel. We werken in ‘A-Z West’ dan ook heel hard aan een open sfeer. We proberen bij het organiseren van de kunstprojecten zoveel mogelijk mensen te betrekken.’ Door in contact te komen met andere visies – soms ook heel conservatieve – voelt Zittel zich gestimuleerd om continu over alles te blijven nadenken. ‘Het probleem dat ik met politiek heb, is dat iedereen zich blijft schikken naar de conventionele normen. Kunst is voor mij een soort van vrijstaat waarin alles past dat elders buiten categorie valt. Het is een veld voor persoonlijke groei en evolutie.’

Consequent zijn in je verzet is een never ending story. Autonomie herwinnen op ‘het systeem’ een dagelijkse strijd

Wat Zittel ook bezighoudt, is dat haar leven in de woestijn waarschijnlijk minder duurzaam is dan het leven in de stad. Er is veel brandstof nodig om jezelf voort te bewegen en om materiaal te transporteren, terwijl hedendaagse architecten vooral het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes en urbanistisch wonen promoten. Het zijn wendingen die een antwoord kunnen bieden op ecologische kwesties en bovendien plaatsbesparend zijn. Is in een afgelegen woestijn gaan wonen dan wel juist? Zittel is zich bewust van de – volgens haar typisch Amerikaanse – expansiedrang en de toe-eigening van ongerepte gebieden waar ‘A-Z West’ zich schuldig aan maakt. Veel mensen die er wonen zijn bezig met duurzame energie, maar zien niet in dat het leven in de woestijn an sich niet duurzaam is. Ter compensatie probeert Zittel zo ecologisch mogelijk te leven, en te genieten van een gebied dat door de opwarming van de aarde binnen een dertigtal jaar wellicht volledig onleefbaar is.

Een andere vraag waarmee ze worstelt, is onze nood aan hedendaagse communicatietools. Via internet kan ze haar kunst in de woestijn promoten, de volgers van haar blog prikkelen met filosofische vragen, alle nodige materiaal online bestellen en vlot contact houden met de kunstwereld. Tegelijk zou ze het interessant vinden haar werk verder te zetten zonder internet of mobiele telefoon. Wanneer ze gaat kamperen, wil ze bewust geen telefoonverbinding: dat levert een betere ervaring op. Hoe zou het zijn om ook ‘A-Z West’ van die communicatie te ontdoen? Voorlopig blijft die vraag onbeantwoord. Consequent zijn in je verzet is een never ending story. Autonomie herwinnen op ‘het systeem’ een dagelijkse strijd.

Kunst in een ander kleedje

En wat met de kunstmarkt zelf? Hoe kan je als kunstenaar overleven zonder op traditionele wijze je werk te verkopen? Zelf hoeft Zittel geen toegevingen te doen, omdat ze veel vrijheid en steun krijgt van haar galerie. Ze maakt het werk dat ze wil maken en kan het verkopen in de ‘parallelle wereld van de kunstmarkt’. Vergelijkbaar met iemand als Raymond Pettibon, ziet ze zichzelf als een kunstenaar die een ‘cross-over’ maakt vanuit het discursieve veld naar het kunsteconomische circuit. Toch wil ze achterhalen hoe ook andere kunstenaars eigenzinnig werk kunnen maken zonder zich te moeten schikken naar de kunstmarkt, en die markt tegelijk kunnen aanwenden om zelfonderhoudend te zijn – om eigen wetten te creëren en de klassieke gang van zaken te ontglippen. Een positieve vorm van verzet tegen de klassieke kunsthandel, zeg maar.

Zittel experimenteerde daarmee in haar pop-upkledingwinkel ‘Smockshop’. Op het internet verspreidde ze de aanwijzingen voor het creëren van een kiel, opdat kunstenaars hun eigen versie konden maken en verkopen. Zo wou ze een alternatieve markt starten, maar het project bleek financieel onhaalbaar. Het lukte niet de producten aan de man te brengen aan een prijs die de consumenten eerlijk vonden: dat zegt op zich veel over hoe de wereldmarkt in kledij eigenlijk in elkaar zit, en nog meer over het belang van dit soort artistiek verzet. Het is werk dat geregeld botst tegen de grenzen van de economische, maatschappelijke en/of wettelijke realiteit. Maar vooral is het werk van Andrea Zittel een wegbereider. Het houdt ons alert voor de brede waaier aan levenskeuzes die ons ter beschikking staan, zolang we er ons maar bewust van blijven. Ziedaar alvast één goede reden om je deze zomer te komen voeden én ontlasten in het Middelheimmuseum. Tegelijkertijd!

Ilse Roosens is freelance curator en publieksbemiddelaar.