Cinéma du trou

Door op Sun Mar 03 2013 19:43:23 GMT+0000

In hun overzichtstentoonstelling Optimundus dalen de ‘videasten’ Harald Thys en Jos De Gruyter met pervers enthousiasme af in de donkere krochten van ons alledaagse bestaan, richten ze hun sarcastische blik op de onderbuik van de kunstwereld en sublimeren ze met evenveel genot hun eigen machismo.

56_VanEecke1_Jos de Gruyter & Harald Thys, Das Loch, 2010, video still380.jpgHet werd zo stilaan tijd dat het kunstenaarsduo Harald Thys en Jos De Gruyter eens breed mocht uitpakken in eigen land. Met Optimundus brengt het M HKA een overzicht van hun belangrijkste films uit de voorbije vijf jaar in twee grote zalen. De tentoonstelling laat zien hoezeer het werk stilistisch en thematisch geëvolueerd is naar een soort orgelpunt waarbij verontrustend realisme en absurde stilering samenvloeien. De opstelling is symmetrisch: tussen de twee filmzalen is er een grote ruimte vrijgemaakt waarin niet alleen tekeningen en schilderijen zijn opgesteld, maar vooral ook de figuranten uit de fantasmatische videowereld van deze unieke videasten. Die figuranten, voor de duidelijkheid, zijn poppen.

Statistics are people, too

Het videowerk van Thys en De Gruyter heeft de voorbije jaren een duidelijke evolutie doorlopen. In een eerste beweging maakten de kunstenaars uiterst gestileerde video’s waarin mensen als marionetten in het decor werden geplaatst. Tot die groep behoren Ten Weyngaert (2007), Der Schlamm von Branst (2008) en het magistrale The Frigate (2009). In een tweede beweging werden die mensen vervangen door echte poppen: skeletten van staal waar een hoofd van piepschuim op werd geplakt. Die min of meer aangeklede skeletten met beschilderde hoofden en valse baarden werden de hoofdrolspelers in video’s als Das Loch (2010) en Les énigmes de Saarlouis (2012). Tussendoor werden de poppen vervangen door een didactische grafiek van cirkels en stippellijnen, in de video About the Relation Between the Real World and the Parallel World (2010). De video is opgebouwd als een pseudowetenschappelijke voordracht over de manier waarop een parallelle wereld vijandige aanvallen uitvoert op de echte wereld. Daarbij fungeren tot chifres gereduceerde figuren als vijandige entiteiten die in de echte wereld binnendringen.

De wereld die Thys en De Gruyter creëren is een sarcastische abstractie van onze eigen alledaagse wereld

Optimundus biedt een overzicht van die video’s en maakt de principes van Thys en De Gruyters kunst duidelijk aan een breder publiek. Tegelijk is de tentoonstelling misschien ook een keerpunt, want het is nog maar de vraag in welke zin de kunstenaars hun video’s nog dieper in de abstractie zouden kunnen duwen dan ze met About the Relation hebben gedaan. In zoverre die video dus min of meer te beschouwen valt als een theoretische programmaverklaring voor het voorbije project van de kunstenaars, biedt hij ook een kader om de implicaties van de vroegere video’s volledig door te denken. En die implicaties lijken vooral te draaien rond de ontmenselijking van het leven in een maatschappij die door en door getekend is door disciplinerende conventies: een antihumane maatschappij waarin menselijke communicatie al haar waarde verliest. Ook de titel van de tentoonstelling, Optimundus, verwijst met bittere ironie naar dat antihumanisme, want de wereld die Thys en De Gruyter creëren is natuurlijk allesbehalve een optimale wereld: het is een sarcastische afschaduwing of abstractie van onze eigen alledaagse wereld waarin de kleinste, scherpste en meest achterbakse kanten van het menselijke bedrijf in opperste stilering zijn gevat.

Tableaux troublés

Die dystopische bespiegeling over de echte wereld, waarvan de video’s de parallelle uitvergroting zijn, vertrekt niet vanuit een theoretisch standpunt. De bron van het werk ligt net in een directe betrokkenheid bij het echte leven. De video’s met ‘echte’ mensen zijn namelijk allemaal opgebouwd rond Ten Weyngaert, een sociaal ontmoetingscentrum in Vorst waar het de bedoeling was om mensen via kunstactiviteiten een soort therapeutisch proces te laten doormaken: disciplinering door ‘creativiteit’. De video’s bieden een uitvergroting van het soort spanningen die zich in een dergelijke context voordoen. Die spanningen draaien vooral rond bureaucratie, latente agressie en machogedrag (kortom, de problemen die zich voordoen wanneer ‘marginalen’ in groep worden samengebracht om tot verantwoorde burgers te worden omgebouwd). De video’s zijn echter op zo’n manier uitgewerkt dat ze de context van het ontmoetingscentrum overstijgen en kleine metaforen worden voor alle bekrompen kanten van onze door ressentiment geteisterde maatschappij.

56_VanEecke2_Jos de Gruyter & Harald Thys, Projection Ten Weyngaert (2007 - 26 min) Courtesy the artists, Galerie Isabella Bortolozzi.jpgHet meest uitgepuurde voorbeeld is ongetwijfeld The Frigate, een sterk metaforische bespiegeling over machismo. Een half dozijn mannen beloeren een zwart geschilderd schaalmodel van een fregatschip. Het schip symboliseert de vrouwelijke seksualiteit; iets wat duidelijk wordt wanneer het fregat als object van de mannelijke blik wordt vervangen door een vrouw op een sofa. Wat volgt, is een ijzige sequentie waarin de vrouw en de mannen volledig gekleed een reeks tableaux vivants doorlopen waarin ze zijn opgesteld als de figuren in een pornofilm. Hoewel alle scènes in de film volkomen statisch zijn, met lang aangehouden close-ups van gezichten en loerende blikken, hangt er een explosieve sfeer van latente agressie over het gebeuren. Die sfeer is er ook in Ten Weyngaert, dat opent met een massa-executie van een groep in rij opgestelde mensen, en Der Schlamm von Branst, waarin een aantal mannen figuren uit klei maken om er vervolgens met perverse nauwgezetheid gaten in te prikken.

De enscenering in deze films is onwerkelijk en gekunsteld: acteurs die als slaapwandelaars poseren terwijl een stem op de klankband monotoon hun dialogen voorleest. In die zin gaat het inderdaad om een parallel van de echte wereld, want door het uitvergroten van stereotiepe handelingen en posities laten de films toe om de agressie die ze thematiseren terug te koppelen naar de alledaagse wreedheden in het ‘echte’ leven. De ironische afstandelijkheid wordt echter nooit didactisch, omdat de metaforiek altijd een beetje duister blijft: de centrale objecten waar de films rond draaien, zoals een modelschip of een paardenkop uit klei, liggen net buiten het spectrum van gebruikelijke symbolen, zodat er een unheimliche kloof gaapt tussen het besef dát de films iets symboliseren en de vraag wát ze dan precies symboliseren. Dat het universum van de films zelf koppig weigert om ons sleutels aan te reiken om het geheel open te breken, werpt de kijker op zichzelf terug: gedwongen om op eigen houtje zin te scheppen in de absurde logica van de films, plooit men vanzelf terug op het arsenaal van gedragingen en uitingen die men kent uit het dagelijks leven en die in de film de volledige grammatica van menselijk gedrag uitmaken.

Video killed the gallery star

In de films met poppen wordt het retorische karakter van de films nog duidelijker. Maar ook de gitzwarte galgenhumor van de kunstenaars breekt hier voluit naar buiten. Das Loch geldt in dat opzicht als een tweede meesterstuk na Het fregat. De film plaatst twee poppen met hoofden van piepschuim en opgeplakte baarden tegenover elkaar: de door hogere idealen gedreven schilder Johannes en de huis-, tuin- en keukenpornograaf Der Fritz, een “videokunstenaar” die met zijn handicam in zijn kelder afdaalt om de jonge meisjes te filmen die hij daar gevangen houdt, en vervolgens met zijn blitse sportwagen een rally wint om bij de aankomst pas te merken dat een hond die hij onderweg aanreed, nog altijd aan zijn wielen kleeft. De film is door en door sarcastisch, zowel in de manier waarop de groeiende ontreddering van Johannes (wiens vrouw hem aanmaant om toch maar lucratief videowerk te gaan maken in plaats van schilderijen) als de vettige vadsigheid van Der Fritz (met een knalrode kop en zwarte ringbaard) worden aangedikt.

56_VanEecke4_Jos de Gruyter & Harald Thys, So ist das 2013 Courtesy the artists, Galerie Isabella Bortolozzi photo M HKA.jpgEen belangrijk element in Das Loch zijn de schilderijen van Johannes, die eruitzien als amechtige oefeningen in ‘echte kunst’. In de tentoonstelling staan effectief tientallen knudde doeken opgesteld, door de kunstenaars geschilderd, maar gepresenteerd als het oeuvre van Johannes. Het zijn stuk voor stuk lamentabele kopietjes van het betere abstracte werk (Miró, Pollock, Kandinsky ...) waarin ‘echte’ kunstenaars hun hoogdravende metafysiek communiceren, maar die geen kat nog koopt: video killed the gallery star. Die ironische commentaar op de kunstwereld contrasteert uiteraard scherp met de sociale context waaruit de eerdere video’s opborrelden. Die spanning tussen stilering en realisme, tussen ironie en engagement, staat heel dicht bij de manier waarop – de door de videasten sterk bewonderde – Rainer Werner Fassbinder de conventies van het melodrama tot in het absurde stileerde om zo, paradoxaal, de gevoelens van de ‘kleine’ mens (zowel in de zin van de onderdrukte mens als in de zin van de bekrompen kleine geest) helder te stellen. Thys en De Gruyter ondernemen een gelijkaardige ondermijning van het sociaal drama.

De gemene deler door de werken heen is de metafoor van het kijken: een nauwgezet observeren van de manier waarop geweld de wereld beheerst. En die blik wordt uiteindelijk tot in het absurde doorgedreven en geïroniseerd in About the Relation. Dat videowerk is een grafische oefening op een computer, waar een volle cirkel en een cirkel in stippellijn de ‘echte’ wereld en de ‘parallelle’ wereld voorstellen. Een belerende stem legt uit hoe de twee werelden met elkaar in interactie treden, terwijl de grafiekjes in de projectie dat proces illustreren. Wat een ironische structuralistische les lijkt over een obscure tweewereldentheorie, kan echter net zo goed worden gelezen als een gesublimeerde biologieles waarin lichamen andere lichamen binnendringen en koloniseren.

Objet petit q

De pointe is uiteraard dat Thys en De Gruyter in Der Fritz een soort alter ego hebben gecreëerd. Want wie zijn zij zelf, indien niet die twee kerels die al jarenlang in nauwe samenwerking louche videowerkjes over vieze seks maken, gefilmd in een sociaal centrum met familie, vrienden en vrijwilligers die daar rondhangen? Thys en De Gruyter maken abstracte porno zonder seks. Er is weliswaar geen bloot vlees te zien in de films, maar kuisheid is wel vaker het zondags kostuum van de zonde. Ik zou dan ook argumenteren dat de fallus het objet petit q is van de video’s: onzichtbaar, maar toch overal aanwezig. Enerzijds zijn de films een ontluistering van de macho, wiens spreekwoordelijke kleine piemel (een vrouw verkrachten is een uiting van onmacht en frustratie) te kijk wordt gezet omdat hij net niet in beeld komt (ironische kuisheid in de vorm). Die lul is ook metaforisch: het is de spreekwoordelijke lul van Der Fritz (een echte zak van een vent). Anderzijds maken de films het reële geweld dat machismo teweegbrengt, pijnlijk tastbaar door de latent agressieve sfeer die ze genereren, druipend van ressentiment. Zelfs de paardenkop uit klei in Der Schlamm von Branst ziet eruit als een impotente druiplul.

Thys en De Gruyter maken abstracte porno zonder seks

In dat opzicht blijft het nuttig om terug te verwijzen naar Het Geel van Gent (2005), een vroeger videowerk (helaas niet opgenomen in de huidige presentatie) waarin de kunstenaars zelf figureren in de slaapkamer van een hotel. De Gruyter staat voor het raam en kijkt naar buiten, Thys ligt op bed. Beiden in een crèmekleurige kamerjas. Inertie alom, terwijl beide heren zich verliezen in zinloze discussies. Dat bizarre huis clos suggereert de prelude of het naspel van een pornofilm. Komen ze pas uit elkaars kont of kruipen ze er straks nog in? Achter het loerende oog van de camera kunnen we de blik van ‘Der Fritz’ vermoeden, heftig registrerend in afwachting van het moment dat de actie losbreekt en alles ‘echt geil’ wordt. Dat laatste gebeurt echter nooit, want het beest van de lust ontketenen, zou elk universum, parallel of niet, fundamenteel ontwrichten. Het oeuvre van Thys en De Gruyter werkt precies omdat het constant balanceert op de grens tussen kitsch en realiteit.

Vingeroefeningen

Maar tegelijk zijn het die duisternis, die ontwrichting en die agressie die de kunstenaars ons, door het prisma van hun ondoorzichtige metaforen heen, willen laten voelen. Het werk van Thys en De Gruyter is een uitnodiging om af te dalen in de donkere konijnenpijp van hun parallelle universum: de achterkant of, zo men wil, het gat van de wereld. Met geamuseerde ironie staren de kunstenaars in de beerput van het leven, het gat waarin al onze illusies (Beschaving! Kunst! Cultuur!) verdwijnen. Als twee saters lokken Thys en De Gruyter ons mee in hun visie. Eens ze je hebben (gepakt), laten ze je niet meer los. Het is dan ook de stem van de kunstenaars zelf die aan het slot van het machtige Das Loch dit orakelt: ‘We will break into all of your holes. We will do so until only one big hole remains. The black hole that smells of your death, we will break into that too. And when everything is broken into, we will start all over again. We are like that, we are like that.’Dit is geen kunst die onder het laagje vernis van de beschaving peutert: dit is kunst die alle illusies kapot wil vingeren.

De tentoonstelling ‘Optimundus’ loopt tot 19 mei in M HKA, Antwerpen, zie www.muhka.be.

Christophe Van Eecke is filosoof, freelancepublicist en auteur van Only Connect (Breda, 2011); www.christophevaneecke.be.