Beste Griet Op de Beeck,

Door Bert Van Raemdonck, op Fri Apr 28 2017 09:01:55 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week vraagt Bert Van Raemdonck zich af of het Boekenweekgeschenk nog wel een cadeau is voor de literaire belezenheid.

Deze week raakte bekend dat jij de auteur bent van het volgende Boekenweekgeschenk. Het boek(je) dat je daarvoor zal schrijven, zal volgend jaar op meer dan een half miljoen exemplaren worden gedrukt, en gratis worden verspreid via de Nederlandse en de Vlaamse boekhandels. Jijzelf zal in een knettergek mediacircus belanden en van de ene meet-en-greet naar de andere signeersessie worden meegesleurd, van het ene televisie-optreden naar het volgende radio-interview.

Ondanks recente pogingen om daar iets aan te veranderen, kennen we dat jaarlijkse boekencarnaval in Vlaanderen nog altijd maar nauwelijks, maar in Nederland betekent het mogen schrijven van zo’n Boekenweekgeschenk niet veel minder dan een heiligverklaring. Het is er zowat de hoogste piëdestal die schrijvers kunnen krijgen.

Om even heel eerlijk te zijn: ik reken mezelf niet tot de grootste liefhebbers van jouw werk. Maar toch gun ik je je succes uit heel mijn hart. Ik doe dat niet alleen omdat ik iedereen alles gun, maar ook omdat je – tot spijt van wie ’t benijdt – de laatste jaren een onwaarschijnlijk groot en hondstrouw lezerspubliek hebt opgebouwd. En of de literaire snobs dat nu leuk vinden of niet, dat wil wel degelijk iets zeggen. Blijkbaar raak je met je boeken een snaar die massaal veel lezers erg graag voelen trillen. Dat die paar boeken die je hebt geschreven al meer dan 700.000 keer over de toonbank zijn gegaan, is gewoonweg indrukwekkend. Ik wil en zal daar op geen enkele manier flauw over doen. Integendeel, ik wil je feliciteren met alles wat je in de literatuur overkomt, en dus ook met dat Boekenweekgeschenk.

En toch, beste Griet, vind ik het eigenlijk geen goed idee van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) om jou als auteur van het volgende Boekenweekgeschenk aan te duiden. Meer nog, ik vind dat een spijtige vergissing.

Het Boekenweekgeschenk is zo'n beetje het vlaggenschip van de hele Boekenweek, een organisatie van de CPNB. Die Boekenweek is natuurlijk alleen maar bedoeld om boeken te verkopen, en daar is ook niets mis mee... ware het niet dat die CPNB op haar website nogal arrogant meedeelt: 'Onze missie is namelijk Nederland het meest boekbelezen land ter wereld maken'.

Het spijt mij vreselijk om dit te moeten zeggen, beste Griet, maar in boekentermen ben jij niet echt een rode poon.

Weet jij wat dat is, boekbelezen? Ik niet. Het tegendeel zou eigenlijk ook vreemd zijn, want het woord 'boekbelezen' bestaat gewoonweg niet. Dus als zo'n stichting-van-heb-ik-jou-daar dat woord zomaar mag verzinnen en gebruiken, dan mag ik er ook de betekenis aan geven die het volgens mij zou moeten dragen. En dan val ik onvermijdelijk terug op iets wat ik wél ken, namelijk het goeie ouwe woord 'belezen'.

Wie belezen is, heeft méér gedaan dan zomaar een beetje heel erg veel gelezen. Die heeft ook dingen gelezen die moeilijk waren. Die anders waren. Die grillig, avontuurlijk, inspannend en uitdagend waren. Dingen die tegen de stroom in gingen, en die misschien maar weinig anderen ook hebben gelezen. Dingen die, kortom, wellicht niet met een paar honderdduizend exemplaren tegelijk in zijn strot werden geramd.

Hier verschillen de CPNB en ikzelf blijkbaar nogal scheurend van mening. Als ik die machtige machine van de Boekenweek tot mijn beschikking had om zoiets heerlijks als de literatuur te promoten – en het gaat hier wel degelijk om literatuur, want er is nog nooit een kookboek, een zelfhulpboek of een telefoonboek als Boekenweekgeschenk weggegeven – dan zou ik zeker géén boek gratis weggeven dat anders ook wel door een paar honderdduizend mensen zou worden gekocht. Ik zou (nieuwe) lezers laten proeven van iets wat ze nog niet kennen. Ik zou hen iets voorschotelen wat misschien een beetje anders smaakt dan wat ze gisteren hebben gegeten, maar waarvan ik – zelf natuurlijk heel erg boekbelezen zijnde – overtuigd ben dat het zo ontzettend goed is dat ze het zeker zullen lusten, ook al kietelt het misschien papillen waarvan ze nog niet eens wisten dat die zich op hun eigen tong bevonden.

75_vanraemdonck_rode-poon-3-1.jpgMisschien moeten ze bij de CPNB eens te rade gaan bij het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing. Je kan die club wellicht van alles verwijten (o.a. dat het zijn eigen naam onbegrijpelijk verkort tot VLAM), maar niet dat ze bij hun keuze voor de Vis van het Jaar in 2017 geen interessante keuze hebben gemaakt. De rode poon is naar het schijnt in staat om 'knorrende geluiden te maken, die ontstaan door samentrekkende bewegingen van de spieren rond de zwemblaas'. Daarnaast is hij volgens liefhebbers (en dus ook volgens de VLAM) een heel erg onderschatte, coole, spannende en uitermate lekkere vis.

Het spijt mij vreselijk om dit te moeten zeggen, beste Griet, maar in boekentermen ben jij niet echt een rode poon. Je bent ongetwijfeld een heel erg aardige tonijn, maar tonijn wordt zo massaal gekweekt en gevangen dat het een beetje misdadig zou zijn als de VLAM of de CPNB die vis nog prominenter op ons menu zou proberen te krijgen.

Ik verdrink hier een klein beetje in mijn eigen stinkende metafoor, maar je begrijpt wat ik wil zeggen. En je begrijpt hopelijk ook dat mijn kritiek eigenlijk meer tot de CPNB gericht is, dan tot jou.

Waarom richt ik mij dan toch tot jou, en niet tot hen? Omdat ik ervan overtuigd ben dat jij op je eentje tot méér in staat bent dan heel die CPNB tezamen. De CPNB lijkt mij een kolossaal huis van beton, met meer achter- dan voordeuren. Dat ze voor de voorbije editie van het Boekenweekgeschenk nog Herman Koch als auteur kozen, iemand die zo mogelijk nog méér boeken heeft verkocht dan jij en die zich literair nog veel meer in the middle of the road bevindt, zegt mij dat ze daar een pad zijn ingeslagen waarvan ze niet meer zullen terugkeren. Het doet mij ook vermoeden dat het hen alleen maar om de cijfers te doen is, niet om de letteren. Als ze daar al belezen zouden zijn, dan bedoelen ze waarschijnlijk boekhoudingbelezen.

Tijd om voor dat Boekenweekgeschenk iets te schrijven wat niet alleen de massa kan plezieren, maar wat ook de literatuur zelf kietelt.

Maar jij, jij bent een schrijfster, Griet. Je wijdt je elke dag weer aan de kunst, en vertelt aan wie het maar wil horen dat je na een half leven in een andere stiel toch voor het schrijven hebt gekozen omdat je daarmee een verschil kon maken. Omdat de kunst je dichter bij jezelf brengt. Omdat de literatuur je allergrootste liefde is.

Welaan dan, Griet, de tijd is gekomen om die liefde eens op de spannendst mogelijke manier te gaan bedrijven. Tijd om voor dat Boekenweekgeschenk iets te schrijven wat niet alleen de massa kan plezieren, maar wat ook de literatuur zelf kietelt. Maak het jezelf, en zeker ook die lieden van de CPNB niet makkelijk; verras jezelf en al je criticasters, snoer de literaire snobs de mond door iets te schrijven wat niemand van jou zal verwachten. Zwem naar uithoeken van de literatuur waar jij en al je lezers nog nooit zijn gekomen. Zwem, Griet, geniet ervan, en wees een rode poon.

Kom hier, dat ik u kus.

Vinnige groeten,

Bert

Bert Van Raemdonck werkt voor de KANTL, maar schrijft voor rekto:verso brieven in eigen naam.