Beste erfgenaam

Door op Thu Sep 26 2013 12:18:37 GMT+0000

Beste erfgenaam,

Mag ik je eerst uitleggen waarom ik voor deze eigenaardige aanspreekvorm kies? Het is niet mijn bedoeling om je mijn erfgenaam te maken; veel kan je van mij niet erven, behalve schulden, en het is niet mijn doel om – op wat voor manier dan ook – school te maken, gesteld dat zoiets überhaupt nog mogelijk is.

Ik stel me voor dat ik je zowel nu als over tien jaar aanspreek. Is de vrij willekeurige termijn van tien jaar vooruit in de tijd genoeg om van een toekomst te spreken? Ik bedoel: een toekomst die echt anders is dan het heden? Het antwoord op die vraag kunnen we alleen maar uitstellen. Wat er ook gebeurd mag zijn (gebeuren mag) in de tien jaar die je huidige zelf scheidt van je toekomstige zelf, een ding is zeker: je zal opgezadeld worden met een erfenis.

Erven is een eigenaardig werkwoord. De eerste associatie die ‘erven’ en al haar vervoegingen en afgeleiden bij mij opwekken, is die van iets krijgen. Maar iets erven houdt ook altijd een verlies in: iets verdwijnt, en dankzij dat sterven ontvang je iets.

Laatst, beste ontvangende verliezer, las ik voor het eerst The Inheritors van William Golding. Sinds ik op de middelbare school_Lord of the Flies_ las, had ik niets meer van Golding gelezen. De aanleiding voor mijn lectuur was dat James Holden, een Engelse dj en producer1, een album uitbracht dat naar het boek vernoemd was.

Het knappe van het boek is wat mij betreft hoe Golding het voor elkaar krijgt om bijna de gehele roman vanuit het perspectief van een niet bijster intelligente Neanderthaler te schrijven. Goldings focalisatie is zo consequent en overtuigend dat je bijna vergeet dat het hier gaat om een oefening in verbeelding. Ik zeg ‘bijna’: wanneer tegen het eind van de roman het perspectief verschuift naar dat van de groep homo sapiens sapiens die de hele wereld van de Neanderthaler op zijn kop zetten, voel je ineens weer echt de nabijheid van de karakters in plaats van een wens om nabij te kunnen zijn.

Die verschuiving doet je twee dingen (opnieuw) beseffen. Ten eerste dat toen wij, de erfgenamen, de wereld van de anderen overnamen, er iets verloren gegaan is; en ten tweede dat dit verlies onherroepelijk is, dat we ons alleen maar kunnen proberen om voor te stellen wat we precies kwijtgeraakt zijn.

The Inheritors is dus een oefening in ‘Wat als?’-denken, en dat lijkt mij precies de reden waarom James Holden ervoor gekozen heeft om zijn album naar deze roman te vernoemen. Meer dan welke dj dan ook is Holden een connaisseur – zijn sets en zijn tracks en zijn remixen zijn, behalve een overweldigende gebeurtenis in het heden, ook altijd een soort les in de geschiedenis van de populaire muziek. En uit zijn keuzes en invloeden is ook een duidelijke voorkeur af te lezen. (Als je eens naar Holdens werk als dj wil luisteren zonder daarbij bier en zweet van vreemden in je kleren te krijgen, verwijs ik je naar zijn recente podcast voor Resident Advisor. Als ik jou was zou ik echter proberen om hem live te zien draaien, al is het maar om te zien hoe onvervalste avantgardistische muziek en geschifte tribale rituelen samen kunnen gaan.)

Zijn voorkeur gaat uit naar muziek die een aantal kenmerken in zich verenigt: een bepaalde gemeenschapszin, een blik op de toekomst, een verlangen om (muzikaal) alles anders te doen en een duidelijke politieke lading. In Holdens muziekkeuze vind je telkens genres en bewegingen terug als krautrock, free jazz, rave, new wave, minimal music en Afrobeat. Misschien niet altijd rechtstreeks, maar telkens vind je in ieder geval de sporen van een muziekopvatting die radicaal wil breken met het verleden om de deuren naar het nieuwe wagenwijd open te zetten.

Uiteraard is dit slechts een deel van de wijze waarop Holden een erfgenaam is en van jou een erfgenaam wil maken. Als dit is wat je krijgt, wat heb je dan verloren? Een van de valkuilen waar vernieuwende populaire muziek tot vermoeiens toe in blijft vallen, is dat muzikanten veel te snel conservatief worden. Uit allerlei onverwachte invloeden, zowel positieve (zo wil ik klinken) als negatieve (zo wil ik absoluut niet klinken) als puur technische (wat kan je eigenlijk met dit nieuwe instrument?) ontstaat soms ineens iets nieuws, iets letterlijk ongehoords. Maar al te vaak gaat die vloeibare staat van verwondering razendsnel over in de vaste staat van een genre met zijn eigen wetten en regels. Uiteraard kan je die muziek van het allereerste begin overerven, maar de schok van het nieuwe is er dan meestal al lang af.

Holden weigert zich daarbij neer te leggen. Hij probeert zich een wereld voor te stellen waarin de ontwikkeling van krautrock, free jazz en rave niet stil is komen te staan, waarin recycling de enige optie is geworden, maar waarin de radicale vrijheid heeft voortgeduurd.

Net als bij Golding is bij Holden het gevoel van verlies echter nooit ver weg. De gevoelens van melancholie die Holdens muziek kan opwekken, zijn dan ook meestal nostalgisch van aard. En dan bedoel ik niet het soort nostalgie dat erop gericht is om het verleden domweg te reproduceren en de verloren gegane tijd op die manier uit te wissen, maar een verlangen dat zoet en pijnlijk tegelijk is. Bij Holden klinken de melodieën waarin je je thuis kan voelen, die je op je gemak stellen, vaak ver weg, distorted of net niet helemaal juist – alsof hij je eraan wil herinneren dat die veiligheid-van-vroeger niet meer werkelijk bestaat. De afsluitende track van The Inheritors, ‘Self-Playing Schmaltz’, heeft die typische spookachtige kwaliteit, en is ook nog eens ontstaan uit een mechanisch gegenereerde melodie: het is lichaamsloze muziek-als-geestverschijning.

Daar staat dan weer tegenover dat sommige tracks op het album ondanks al hun eigenaardigheden en (gewilde) sonische onvolkomenheden, je ritmisch zo vooruitstuwen dat je een gevoel van optimisme niet kan onderdrukken. Vooral de single ‘Renata’ klinkt als een retrofuturistische trap onder je kont, een aansporing om het nu eens echt goed te doen. Veelal is de verwarring van het nieuwe echter te groot om je meteen zo gewillig aan The Inheritors over te geven. Want ook die ervaring hoort bij Holdens muziek: vervreemding. Hij heeft een album gemaakt dat je dwingt te herbeluisteren, om patronen te leren herkennen, om te wennen aan wat je nog niet kent. Het laat je alleen achter op een plek waar je nog nooit bent geweest. Angstig? Opgewonden? Eenzaam? Uitgelaten?

Lieve erfgenaam, je leeft in een tijd waarin je het verleden steeds meer binnen handbereik lijkt te hebben. Het is er allemaal en het is netjes opgeslagen en je kunt het ieder moment van de dag weer beluisteren en bekijken, je slaat het zelf op voor later of je deelt het met je vrienden. Ik geloof dat deze ontwikkeling de komende tien jaar alleen maar door zal gaan, en dat de manier waarop je nu met Pharaoh Sanders, Cluster, New Order of Joey Beltram om kan gaan, in de toekomst steeds meer beschikbaar zal zijn voor je eigen leven.

Facebook en PRISM verschillen in niets van elkaar; alles zal voor iedereen opvraagbaar zijn. De Neanderthalers uit Goldings roman zijn absoluut en voor eeuwig verdwenen; de sporen die van hen overgebleven zijn, zijn zeldzaam en raadselachtig. Van je eigen verleden zullen de sporen juist overvloedig en uitbundig zijn, zozeer dat het moeilijk wordt om ze te herkennen als overblijfselen van iets dat je niet meer kan herbeleven.

Beklemmend? Absoluut. Daarom wil ik je voor de komende tien jaar James Holdens The Inheritors meegeven. Omdat je eraan herinnerd wil worden dat er wél iets verloren gegaan is, en omdat je nieuwsgierig wil blijven, en hoopvol en kritisch.

Jeroen Van Rooij is schrijver.

[1]Holden zelf vindt dat hij eerst en vooral een muzikant is: “[The producer] wasn’t a musical role! Maybe a kind of guiding aesthetic hand. But most of the people who tell me they’re producers don’t even think of the aesthetic of what they’re doing at all, they just think, ‘Oh, I’m doing techno so I’ll just do techno things.’ It’s the wrong word. I much prefer musician. That’s what I consider I’m doing.” http://www.attackmagazine.com/features/interview/james-holden/