In and out of Brussels

Door Matthias De Groof, op Sat Mar 09 2013 19:57:00 GMT+0000

Op de cover: een sokkel met enkel nog Henry Morton Stanleys schoenen. De rest van zijn cartooneske postuur ligt ongemakkelijk tegen de grond, alsof het nog aan het vallen is.

Stanley beproefde voor het eerst met succes het recept dat een bezettingspolitiek combineert met een sterk gemediatiseerd humanitair discours. Het ene was nodig om het andere makkelijker te doen slikken. Meer dan een eeuw later ligt die perfide strategie nog lang niet aan scherven.

56_DeGroof_Brussels380.jpgIn and Out of Brussels – Figuring Postcolonial Africa and Europe helpt die strategie mee ten val te brengen. Het boek is het resultaat van vier symposia, geïnitieerd door samenstellers Hilde Van Gelder en T.J. Demos. De dialogen in het boek, aangevuld met film-stills en een dvd met beeldfragmenten, reflecteren kritisch over Herman Asselberghs’ Speech Act (2011), Sven Augustijnens Spectres (2011), Renzo Martens’ Episode III – Enjoy Poverty (2008) en Els Opsomers Building Stories: That Distant Piece of Mine (2012), allemaal films van in Brussel gevestigde kunstenaars rond de postkoloniale verbeelding in de westerse beeldeconomie, en rond de complexe relaties tussen Afrika en Europa. Elk op hun manier – heel uiteenlopend – zoeken die films alternatieven voor het neokoloniale discours, dat in deze geglobaliseerde wereld – met zijn humanitaire, militaire, economische en politieke crisissen en een stijgende mobiliteit, armoede en migratie – nog aan impact wint.

In and Out of Brussels hoopt Stanley verder te demonteren, maar gaat voorzichtig te werk. In een interdisciplinaire en internationale dialoog onderzoeken de kunstenaars met enkele critici de politieke en esthetische implicaties van de films. De discussie rond Spectres onderzoekt de positie van de filmmaker en zijn engagement tegenover zijn hoofdpersonage. Die is medeplichtig aan de constructie van een geschiedenis die zo destructief bleek – de moord op Lumumba – dat verdrukte collectieve trauma’s als spoken tevoorschijn komen. Ook Enjoy Poverty roept vragen op. Hoe breekt of bevestigt een politiek en sociaal geëngageerde film een benadering tot Afrika waarin achter naastenliefde schijnheilig winstbejag schuilt? Hoe maakt zelfreflexiviteit in film deel uit van de aanklacht? Het debat rond Building Stories: That Distant Piece of Mine maakt duidelijk hoe Opsomers cameravoering een antidotum vormt tegen een esthetiek waarin alledaagsheid, waardigheid en het particuliere geen plaats meer krijgen. De conversatie rond Speech Act bespreekt het format van filmkritiek dat in de film gebruikt wordt. Hoe ontwijkt Asselberghs een beeld van Afrika waarop eender welk zelflegitimerend heroïsch spektakel geprojecteerd kan worden?

In and Out of Brussels hoopt Stanley verder te demonteren, maar gaat voorzichtig te werk

Zo wordt Afrika gebruikt om de westerse identiteitsvorming en verbeelding te onderzoeken, via een politiek van esthetiek en een experiment met documentaire codes. De dialoogvorm van het boek ligt volledig in lijn met de postkoloniale houding die het nastreeft, en vormt zo een bijdrage aan de opkomende discipline van postkoloniale filmstudies. In and Out of Brussels heeft de levendigheid van een livegesprek, soms meer dan de films zelf, en bevat zowel interessante contrapunten tussen kunstenaar en criticus als harmonische aanvullingen. De kunstenaars worden toetssteen en zelfcriticus. Ze worden verhoord en verschaffen context rond hun werk. Het geeft leerzame gesprekken over de ins en outs van een filmmedium dat niet de kant van Stanley opkijkt.

Matthias De Groof is doctor in de Filmstudies en Visuele Cultuur (UA, NYU), en filmmaker.

T.J. Demos en Hilde Van Gelder, In and Out Of Brussels. Figuring Postcolonial Africa and Europe in the films of Herman Asselberghs, Sven Augustijnen, Renzo Martens and Els Opsomer, Leuven University Press, 2012, 140 blz, ISBN 978-90-5867-919-2.