The American Sublime

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Zelfs voor de cynische twijfelaars onder ons zal het nu wel duidelijk zijn: met Into the Wild (2007) is Sean Penn definitief toegetreden tot het pantheon van grote eigentijdse filmauteurs. Het is pas zijn vierde film als regisseur en scenarist, maar het is ook zijn vierde voltreffer op rij. Het verhaal van Christopher McCandless, de student die zijn geld wegschonk om in zijn eentje in Amerika rond te trekken, is een ode aan de Amerikaanse pioniersgeest. Het is een film over een antiheld wiens onstuimige temperament perfect aansluit bij dat van Penn. Een verhaal over waarheid en waarden in een verweesde wereld.

I FILM THE BODY ELECTRIC

Into the Wild is op ware feiten gebaseerd. Christopher McCandless (Emile Hirsch) is een jongeman met rijke ouders die zich wil losrukken uit de zogenaamde beschaving. Hij heeft genoeg van het materialisme en gelooft dat het ware geluk te vinden is in de vrijheid van de open ruimte. Hij herdoopt zichzelf tot Alexander Supertramp en trekt zonder geld of middelen door de Verenigde Staten. Aangezien hij zeker niet wil worden gevonden, wist hij zorgvuldig al zijn sporen uit. Onderweg ontmoet hij een reeks mensen die hem helpen, werk geven of een tijdje met hem samenleven voor hij verder trekt op weg naar zijn ultieme doel: Alaska. Eenmaal daar, trekt hij te voet de sneeuwwildernis in. 'Into the wild' zoals hij het zelf zegt. Wanneer hij midden in de sneeuwvlakte een verlaten bus vindt, neemt hij daar zijn intrek. Bij het aanbreken van de lente besluit hij dat het tijd is om naar de bewoonde wereld terug te keren. Hij ontdekt echter dat het kleine stroompje dat hij op zijn trektocht overstak door de dooi is veranderd in een kolkende rivier die hij onmogelijk kan oversteken. Alexander zit gevangen in de wildernis, zijn voedselvoorraden raken op en uiteindelijk bezwijkt hij nadat hij per vergissing een giftige plant heeft gegeten. Twee weken na zijn dood wordt zijn lichaam gevonden door elandenjagers. De wrede ironie, die Penn niet vermeldt, is dat de bus van de echte McCandless zich op slechts een tiental kilometer van een toeristisch park bevond.

Penn filmt dit verhaal in de traditie van het Amerikaanse sublieme: de weidse vlakten van het onontgonnen westen, de woestenij van Grand Canyon en de moderne jungle van de grootstad staan als een blok geschiedenis achter Into the Wild. Hoewel het sublieme als esthetische categorie een Europese creatie is, heeft ze in Amerika een fundamenteel andere invulling gekregen. De Europese romantici die het sublieme wilden ervaren, trokken naar de Alpen, het Britse Lake District of een van de andere imposante natuurlijke sites die in de loop van de negentiende eeuw werden omgebouwd tot romantische toeristische centra. Voor de Amerikaan was het sublieme een veel onontkoombaarder realiteit. Tot ver in de negentiende eeuw bleven grote delen van het continent terra incognita, zodat Amerika een eindeloos Land van Overvloed leek, een enorme goddelijke schepping van bergen en canyons, prairies en woestijn. Terwijl een Europeaan het zich kon permitteren om naar het sublieme te (gaan) 'kijken', was het voor de Amerikaan iets waarin hij moest '(over)leven', gesterkt door het voorbeeld van de Founding Fathers die met doorzettingskracht en een onwrikbaar religieus geloof het continent hadden gekoloniseerd. Dit leidde tot een eigen romantisch-sublieme traditie in de Amerikaanse landschapsschilderkunst die begon met Thomas Cole (1801-1848), Friedrich Edwin Church (1826-1900) en Albert Bierstadt (1830-1902). Die sublieme tendens is nooit helemaal uit de Amerikaanse kunst verdwenen en kende haar grootste bloei in de twintigste eeuw, toen het abstract expressionisme de kunstwereld veroverde. De ervaring van het sublieme blijft trouwens tot op vandaag het Amerikaanse bewustzijn domineren, want wie het continent niet per vliegtuig doorkruist, moet nog steeds de desolate highways trotseren die zich van kust tot kust uitstrekken. Dat dit soms een hachelijke praktijk is, ondervindt ook Alexander Supertramp wanneer zijn wagen op een nacht midden in de woestijn wordt meegesleurd door een vloedgolf, ontstaan door een plotse, hevige regenval.

Aangezien McCandless de Verenigde Staten in alle windrichtingen doorkruist, van Mexico tot Alaska, krijgt Penn ruimschoots de gelegenheid om de tocht van zijn held te illustreren met magistrale landschappen die het aanzicht van de Amerikaanse kunst hebben bepaald. Eén keer lijkt Penn ook nadrukkelijk naar de sublieme traditie in de Amerikaanse schilderkunst te verwijzen. Helemaal aan het begin van de film zien we McCandless zijn tocht door de sneeuw van Alaska aanvatten. Het beeld is gevuld met een sneeuwvlakte bespikkeld met donkere vlekjes. In eerste instantie is het niet duidelijk of dit een close-up is van sneeuw waar plekjes aarde doorheen te zien zijn of dat dit een vanuit de hoogte gefilmd landschap is, bestrooid met de vlekken van minuscule boompjes en struiken. Wanneer een wagen door de sneeuw rijdt, wordt duidelijk dat we te maken hebben met een panoramisch landschap. Maar de wagen rijdt niet dwars door het beeld. Uiterst links in de rand van het beeld, bijna niet meer zichtbaar, trekt een pickup twee bandsporen door de sneeuw, in een verticale lijn die stopt onderaan links in beeld. Het kan bijna niet anders of Penn citeert hier het werk van Barnett Newman: een groot (bijna) monochroom vlak met enkel aan de linkerrand een strook in een andere kleur. Men zou zelfs nog verder kunnen gaan en het met donkere vlekken bespikkelde sneeuwlandschap als een variant zien op het abstracte sublieme van schilders als Mark Tobey of Jackson Pollock.

Maar het Amerikaanse sublieme heeft ook een filosofische vorm gekregen. McCandless liet zich voor zijn vlucht uit de 'beschaving' inspireren door de pioniersromantiek van auteurs als Jack London en Henry David Thoreau; maar ook door Tolstoj, die het eenvoudige landleven als het ultieme geluk bezingt. McCandless noemt zichzelf op een bepaald moment een aesthetic traveller. Dit plaatst hem in de lijn van Walt Whitman. De esthetische reiziger is een zelfbewuste vrije geest die door zijn zintuigen leeft, een waarnemingswezen dat, zoals Alex het uitdrukt, het geluk niet alleen vindt in het contact met andere mensen, maar in 'alles' om hem heen. Het enige wat je moet (durven) doen, is je openstellen voor de schepping en haar omarmen in heel haar menigvuldigheid. En dat is precies wat McCandless doet. Hij daalt onversaagd met een kajak een kolkende rivier af, laat zich naakt voortdrijven in een stroom en staat als een god op het dak van zijn bus om de bergen rond hem te omarmen. Meerdere keren ervaart hij echter dat de natuur de mens niet altijd welgezind is. Zo laat de natuur onverbiddelijk haar overmacht voelen nadat McCandless een eland heeft neergeschoten en hij er niet in slaagt het vlees te recupereren voor het bederft. De verspilling van het trotse dier noteert hij in zijn dagboeken als een van de grootste tragedies uit zijn leven. De bittere arbeid van het versnijden en uitroken van het vlees wordt door Penn zonder verpinken in beeld gebracht, tot de met bloed besmeurde McCandless in machteloze woede de strijd tegen vliegen, maden en wolven moet opgeven. Een andere confrontatie met de natuur doet zich voor wanneer de opgetogen Alexander Supertramp zijn terugkeer naar de bewoonde wereld gestuit ziet door de tot een maalstroom geëxplodeerde rivier die hem de uitweg uit de wildernis verspert. Daarna slaat zijn stemming om en voelt hij beklemming, eenzaamheid en angst. Een laatste confrontatie blijkt uiteindelijk fataal te zijn wanneer de verzwakte McCandless zich op zijn zoektocht naar voedsel vergist tussen een eetbare en een giftige plant die verraderlijk goed op elkaar lijken. Vanaf dan is de dood onafwendbaar.

ACTEURSREGISSEUR

Maar een visuele traditie en filosofische inspiraties maken nog geen film. Ze zijn een landschap dat met personages moet worden bevolkt. En het is hier dat Penns ware kracht als regisseur naar boven komt. Door zijn vier films loopt een onmiskenbare rode draad: elk van die films vertelt het verhaal van een eenzaat. The Indian Runner (1991), Penns meesterlijke regiedebuut, was een homecoming-drama over een Vietnam-veteraan die zich niet meer weet in te passen in het leven thuis. The Crossing Guard (1995) vertelt het verhaal van een verbitterde vader die erop uit trekt om de moordenaar van zijn dochtertje te vermoorden. En in The Pledge (2000) stond een gepensioneerde politieagent centraal die verbeten jacht blijft maken op een kindermoordenaar. In de inwendige strijd van deze personages toont Penn zowel de creatieve als de destructieve kracht van hooggestemde idealen en diepgewortelde emoties en waarden. Maar er zijn nog andere parallellen. Alle films draaien rond het verlies van een kind. In The Indian Runner krijgt een gezin een zoon en broer terug die ze niet meer herkennen. In The Crossing Guard werd een jong meisje door een dronken chauffeur aan haar ouders ontrukt. In The Pledge worden de oude wonden opengereten die een kindermoordenaar heeft nagelaten. En in Into the Wild zijn het de McCandless die hun zoon en broer verliezen omdat hij de wijde wereld intrekt, vastberaden om niet te worden gevonden. Een ander terugkerend motief is de obsessieve bezetenheid die de hoofdfiguren aan de dag leggen in het najagen van een ideaal dat gedoemd is om te falen. Die verbetenheid kenmerkt trouwens niet alleen Christopher McCandless, maar ook de tramps die hem zijn voorgegaan in de wildernis van Amerika.

Penn weet zijn acteurs tot buitengewone prestaties te inspireren. Into the Wild drijft in hoofdzaak op de vertolkingen, en zoals steeds heeft Penn een uitgelezen groep acteurs uitgezocht. William Hurt geeft een ingehouden vertolking als McCandless' stoïcijnse vader wiens façade enkel breekt na de dood van zijn zoon. De manier waarop hij daarna in enkele seconden tijd emotioneel instort, is misschien wel het meest formidabele staaltje acteertalent dat Hurt ooit heeft getoond. Marcia Gay Harden is de ambitieuze, ongelukkige moeder en Catherine Keener en Hal Holbrook zijn aangrijpend als een trailerhippie en weduwnaar die allebei in Alexander hun eigen verloren zoon herkennen. Maar het is Emile Hirsch die de film draagt. Hij slaagt erin om de evolutie van Chris McCandless van hoogdravende student met wilde idealen naar vastberaden trekker, verbeten filosoof en uiteindelijk door hoogmoed tot de dood veroordeelde eenzaat volkomen geloofwaardig te maken. Aan het begin van zijn project wekt hij nog irritatie op als de branievolle rijkeluiszoon die terug naar het 'authentieke' leven wil. Er is iets fanatieks in zijn idealisme, een radicale trek die hij nooit echt kwijtraakt (en waar verschillende mensen hem tevergeefs voor waarschuwen). Maar de verbetenheid waarmee hij doorzet, wint ons respect. Alexander Supertramp mag dan soms al te veel in een wereld van idealen leven, zijn overgave aan zijn ideaal is totaal. Wanneer hij op het einde, graatmager, van honger omkomt, zijn de beelden bijna ondraaglijk. De wanhoop op zijn gelaat als hij beseft dat hij zichzelf domweg heeft vergiftigd en dus zijn jonge leven heeft verspild, is schrijnend om te zien. De film ondersteunt Hirsch' fenomenale vertolking door een (soms al te) nadrukkelijke opdeling in verschillende hoofdstukken ('Birth', 'Adolescence', 'Manhood' en finaal 'The Getting of Wisdom') die de biografie van Alexander McCandless uittekenen.

Into the Wild is dan ook een Bildungsroman over een jongeman die zichzelf opnieuw geboren laat worden als iemand anders en opgroeit tot wie hij zelf wil zijn.

De vertolking die Penn uit Hirsch weet te halen, is geen alleenstaand mirakel in zijn oeuvre. Penn is zelf acteur, weet waar de gevoeligheden van acteurs liggen en slaagt er bijgevolg in om hen dingen te laten presteren waar andere regisseurs enkel van kunnen dromen. Het zegt iets over zijn kracht als regisseur dat de immense landschappen van Into the Wild op geen enkel moment de vertolkingen overschaduwen. Als de camera in vogelvlucht door Grand Canyon, over de bergen van Alaska of over de duizelingwekkende constructie van de Hoover Dam zweeft, dan zijn die opnames functioneel. Ze plaatsen de figuren in een landschap en in een wereld. Maar het zijn die figuren, en dus de acteurs, die de film dragen. Onvergetelijk zijn de uitdrukkingen van gebroken verwachtingen en onafwendbaar verlies op de gezichten van de personages die Alexander ontmoet en die allemaal beseffen dat hij ook weer uit hun leven zal verdwijnen omdat hij zijn droom najaagt. Dezelfde krachtige vertolkingen kenmerken ook Penns eerdere films. In The Crossing Guard speelde Jack Nicholson vermoedelijk de rol van zijn leven. De groeiende wanhoop van de verbitterde vader die vijf jaar lang naar het moment van wraak heeft toegeleefd, wordt laag na laag blootgelegd in een ingehouden vertolking die niet losbreekt in Nicholsons karakteristieke bezetenheid, maar in een emotionele verschrompeling van zijn personage. Onvergetelijk is de eerste narratief belangrijke scène in de film, wanneer Nicholson zijn ex-vrouw en moeder van het dode meisje (toepasselijk gespeeld door Nicholsons echte ex Anjelica Huston) opzoekt om haar te melden dat hij fantastisch nieuws heeft: de moordenaar van hun dochtertje is eindelijk vrij. En hij gaat hem vermoorden. In The Indian Runner presteerde Penn iets gelijkaardigs door de traditioneel staalharde Charles Bronson een gebroken vaderfiguur te laten spelen. En net als in Into the Wild gebruikt Penn het landschap als mentale scène voor het drama. Terwijl het sublieme landschap in Into the Wild de Whitmaniaanse vitalistische euforie van McCandless weerspiegelt, resoneert het weidse maar winters bedrukte platteland van Nebraska met de verwrongen relaties tussen de personages van The Indian Runner.

AMOR MUNDI

Wat Penns films echter het meest kenmerkt, is de voelbare 'liefde' voor de personages, voor het verhaal en voor de wereld. De gedrevenheid die hem als mens kenmerkt, is even vanzelfsprekend aanwezig in zijn werk. Want we mogen niet vergeten dat Penn tot nader order de enige geloofwaardige angry young man is die Hollywood de voorbije twintig jaar heeft gekend. Zijn explosieve reputatie als acteur werd van bij het begin perfect in balans gehouden door de energie en kwaliteit van zijn vertolkingen. De voorbije tien jaar heeft hij zich niet populair gemaakt in Hollywood. Samen met Susan Sarandon is hij een van de weinige acteurs die op echte street credibility kunnen bogen wanneer ze zich uitspreken tegen politieke en sociale mistoestanden. De reden daarvoor ligt voor de hand: Penn is geen verwende acteur die zijn commerciële carrière met een esthetisch moreel bewustzijn bevlagt. Hij heeft consequent de gevolgen voor zijn carrière geïncasseerd door zijn duidelijke persoonlijke stellingnames. Hij heeft artikels gepubliceerd in nationale kranten om te protesteren tegen de oorlog in Irak en om te berichten over zijn reizen naar Baghdad. En hij beperkt zich niet tot woorden. Toen New Orleans door een vloedgolf werd getroffen, stond hij niet samen met de bedrukte celebs en kijvende intellectuelen te huilen aan de zijlijn. Penn trok er met een roeiboot op uit om eigenhandig mensen uit het water te vissen. Het is dit vurige temperament dat de mateloosheid van Sean Penn uitmaakt. Het maakte hem tot de geschikte persoon om een waanzinnig project als Into the Wild tot een goed einde te brengen.

Het is dan ook begrijpelijk dat Penn bijna tien jaar achter de filmrechten op Jon Krakauers biografie van McCandless aanzat. Het verhaal van de jonge idealist op zoek naar vrijheid, maar bovenal naar 'waarheid', is niet alleen een inspirerend gegeven voor iedere romanticus, maar ook een verhaal voor deze tijden, waarin dagelijks propaganda als nieuws over ons wordt uitgestort terwijl onze vrijheden aan alle kanten worden beknibbeld in naam van de democratie. Zonder zijn boodschap erdoor te rammen, kiest Penn scènes uit die op een vanzelfsprekende manier duidelijk maken hoe ver wij van het rechte pad zijn afgedwaald. Wanneer Alex in een kajak een woeste stroom wil afdalen, blijkt dat je een vergunning moet hebben om je in het water te begeven en dat er voor het verkrijgen van zo'n document een wachtlijst is van twaalf (!) jaar. Alex' (en onze) reactie is er een van geamuseerd ongeloof. Sinds wanneer horen rivieren, stroomversnellingen, watervallen, canyons, bergen en meren iemand toe? Wie beheert de toegang tot de weidse natuur? Als Alex er gewoon op eigen houtje op uit trekt en zonder vergunning of helm de kolkende stroom afdaalt, krijgt hij uiteraard de rivierpolitie achter zich aan. Grimmiger wordt het wanneer hij, zoals zoveel trekkers, op een goederentrein springt om van stad naar stad te reizen. Bij een nachtelijke controlestop wordt hij door de politie uit de trein gesleurd en in elkaar geschopt om hem diets te maken dat zwartrijders niet gewenst zijn. Twee scènes die op de wrede absurditeit wijzen van een totaal geadministreerde wereld waarin je blijkbaar nooit veilig genoeg kunt worden weggeborgen in de koesterende armen van de onbuigzame macht. Penn laat de film ten slotte eindigen met de boodschap dat McCandless' zus na zijn dood zijn as is gaan ophalen en deze gedurende de hele vlucht naar huis bij zich heeft gehouden... in haar rugzak. Ook dit is iets wat vandaag niet meer mogelijk zou zijn.