Aan het leven zelf gewaagd

Door Tom Rummens, op Thu Jan 23 2014 10:59:47 GMT+0000

Naar de première van Van den vos werd lang uitgekeken. Logisch, want deze nieuwe voorstelling kwam uit de koker van FC Bergman, het gezelschap dat het Vlaamse theaterlandschap al meermaals heeft getoond waar écht groots denken toe kan leiden. En het gerucht ging dat het dit keer nog grootser zou worden dan anders. Maar wie had verwacht dat FC Bergman met deze voorstelling de bakens zo grondig zou verzetten dat het ons zou laten gluren naar het theater van de toekomst?

De Bourlaschouwburg zou voor deze productie grondig verbouwd worden, zo luidde het gerucht. De cast werd uitgebreid met een Berlijns solistenensemble, met de allerbeste acteurs die Vlaanderen rijk is, en met een indrukwekkend leger figuranten, al is dat laatste een vast ingrediënt bij FC Bergman. Kosten noch moeite werden gespaard om van Van den vos te maken wat beoogd werd: groots theater, en dat is zacht uitgedrukt.

59_Rummens_1_Van den vos.jpgHet resultaat van zoveel krachtpatserij werd door het leeuwendeel van pers en publiek zwaar bejubeld: Van den vos gaat in elk geval officieus de geschiedenisboeken in als dé Vlaamse theatervoorstelling van 2013. Ook ik verliet de zaal met het gevoel dat ik niet alleen een waanzinnig goede voorstelling had gezien, maar ook een waarover nog veel gesproken zou worden. Ja, ik hoop zelfs dat Van den vos een ijkpunt zal worden, een voorafspiegeling van wat het theater – die kunstvorm die nu al zo vaak dood is verklaard, maar die desondanks blijft bestaan – kan worden en kan betekenen, ook nu, misschien zelfs: juist nu.

Gebrek aan respect

Het grootste talent van FC Bergman is allicht hun gebrek aan respect. Of het nu gaat om klassiekers uit de theater- of de literatuurgeschiedenis, of om de schijnbaar rücksichtloze manier waarop ze hun voorstellingen produceren: ze doen gewoon hun ding, niet gestoord door geijkte methodes of andere onzin. Waarschijnlijk zijn ze daardoor verantwoordelijk voor een groot aantal slapeloze nachten in de theatersector. Voor programmatoren, (co)producenten, en niet in het minst nog de spelers zelf. Megalomanie is de middle name van FC Bergman. Het lijkt wel een principe, niet alleen een middel.

Megalomanie is de middle name van FC Bergman. Het lijkt wel een principe, niet alleen een middel

Het leverde in het verleden wel eens voorstellingen op waarbij de balans ver zoek was. In 2009 veroorzaakte het Antwerpse collectief heel wat (terechte) opschudding met zijn creatie met de prettig onbeheerste titel Wandelen op de Champs-Elysées met een schildpad om de wereld beter te kunnen bekijken, maar het is moeilijk thee drinken op een ijsschots als iedereen dronken is. De voorstelling ging in première in de Antwerpse Handelsbeurs, een onwaarschijnlijk mooi gebouw dat al jarenlang staat te verkrotten en dat daardoor zowel schoonheid als verval symboliseert. Een betere locatie was nauwelijks denkbaar voor deze voorstelling over het failliet van de mens en zijn streven naar goedheid en schoonheid. FC Bergman zaaide gretig en genereus. Een choreografie met tientallen figuranten, ontploffingen, een tragisch duet tussen Marie Vinck en Stef Aerts, een onvergetelijk foute dierenact van Matteo Simoni: een stoutmoedige mix van massaspektakel, beeldend theater en slapstick leverde een visitekaartje af dat de weg plaveide voor nog veel meer avonturen.

De Terminator Trilogie bijvoorbeeld, van 2012, en in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden: geen trilogie. Wel een openluchtvoorstelling in de haven, die op haar beste momenten het visuele talent van FC Bergman bevestigde, maar die in mijn hoofd uiteindelijk toch vooral is blijven hangen als een dun doorslagje van die eerste grote locatievoorstelling. Jammer, maar ook niet louter af te doen als een accident de parcours. Wat tegenviel aan De Terminator Trilogie, was immers ook al latent aanwezig in Wandelen.... Ik herinner me een schromelijk gebrek aan inhoudelijke diepgang, dat rechtgezet – of eerder verhuld – werd door imponerende beelden. Meer nog dan Wandelen... was Terminator Trilogie een ode aan de weidsheid: hoe groots de beelden ook zijn, overladen worden ze nooit. De esthetiek was impressionant, de scènes met stoelen, piano's en het enorme billboard van Schwarzenegger troffen hun doel en schetsten een wereld van mogelijkheden – maar niet van keuzes.

59_Rummens_2_FC Bergman.jpgToch verliet ik de voorstelling met een ontgoocheld gevoel. Ik herinner me scènes die op zich prachtig waren, maar die veel te lang uitgerekt werden, als gevolg van eerder logistieke situaties: afstanden die overbrugd moesten worden, of grote groepen figuranten die op of af het speelvlak moesten. Grootsheid impliceert afstand, afstand overbruggen vereist tijd, maar kan ook saai zijn. Dat wat FC Bergman zo aantrekkelijk maakte, die onverdroten zucht naar weidsheid, dat ongelooflijke tekort aan talent voor zuinigheid, werd tegelijk hun grootste valkuil. Ik herinner me dat ik begon te twijfelen aan FC Bergman. Niet aan hun moordende goesting om iets te vertellen, want de energie spatte nog steeds van hun voorstellingen en wat ze erover vertelden; en ook niet aan hun vermogen om dat te doen op een manier die me met verstomming zou slaan, want dat hadden ze al zo vaak gedaan. Ik begon te twijfelen aan hun vermogen om al die ballen niet alleen in de lucht te gooien, maar ze ook daar te houden, en niet alleen voor de show, maar omdat ze daarmee iets zouden laten zien of voelen dat ik nog niet kende. Ik begon te vrezen dat wat ze deden een truc was.

De vossen beheersten zich

Na Van den vos is die vrees verdwenen. Er is wel nog steeds hetzelfde gebrek aan respect, bijvoorbeeld in hoe FC Bergman zijn bronmateriaal aanpakt. Na La Divina Comedia van Dante (het uitganspunt van Wandelen...) en Het Oude Testament (waarop ooit Voorproef op fragmenten van een nieuwe wereld werd gebaseerd), namen ze nu de bekende middeleeuwse dierenfabel Van den vos Reynaerde als uitgangspunt. Maar veel van het origineel schiet er niet over, en wie op zoek gaat naar een echt duidelijke verhaallijn is eraan voor de moeite. De onverwachte klassiekers die FC Bergman uit de kast haalt, dienen veeleer als blauwdrukken voor een verhaal dat veel groter is – want is de mogelijkheid daartoe niet precies de reden waarom klassiekers klassiek geworden zijn?

Hoe groots en extravagant deze productie ook is, ze komt verdomd beheerst over

En toch. De voorstelling is dan misschien niet hondstrouw aan het origineel, toch gaat de vertaling deze keer veel verder dan alleen het oppikken van een aantal betrekkelijk universele thema's. De vos, gespeeld door Dez Mona-opperhoofd Gregory Frateur (die echter pas aan het eind van de voorstelling naar voren treedt), maakt talloze slachtoffers alvorens hij eindelijk door Ysengrym, de wolf, gevangen wordt. Dat verhaal van moord en verkrachting wordt verteld vanuit het perspectief van die wolf, door Dirk Roofthooft belichaamd als een complex personage dat verstrikt zit in zijn twijfels en niet in staat is om écht een moreel oordeel te vellen over de vos en zijn seksuele delicten.

Het onvermogen van Ysengrym om een helder oordeel te vormen over het moorden van de vos – de onmogelijkheid, anders gezegd, om zijn bodemloze fascinatie voor het kwade te onderdrukken – vormt het leidmotief voor Van den vos. FC Bergman blijft dus gefascineerd door de grote lijnen en de thema's achter de verhaallijn. Maar deze keer zijn ze er wel in geslaagd om vanuit dat klassieke verhaal een consistent geheel te maken, in een vorm – noem het een Gesamtkunstwerk – waarin zo'n beetje alle disciplines aan bod komen. De openingsscène, een dialoog in een auto, zet wat dat betreft meteen de bakens uit: film, theater, beeld en muziek komen er samen op een heel gedoseerde, rustige, maar desalniettemin bijzonder uitgebalanceerde manier. Hoe groots en extravagant deze productie ook is, ze komt verdomd beheerst over. En net die beheersing maakt het grote verschil.

Structureel multitasken

_Van den vos _is geen gewoon theater meer, voor zover dat zou bestaan, maar ook geen opera, geen beeldend of filmisch theater, geen massaspektakel: het is niets van dat alles, en alles tegelijk. In zijn vorm en in zijn veelheid aan disciplines en hoe die zich tegenover elkaar verhouden, is dit iets volstrekt nieuws en anders. Structureel multitasken is de boodschap. Van den vos beoordelen op de tekst alleen doet daarom onrecht aan de voorstelling. Het is geen lineaire tekstvoorstelling, en vraagt om een navenante, integrale en horizontale manier van kijken, inclusief een dosis intuïtie. Dat dwong FC Bergman met zijn vorige voorstellingen ook al af. Maar met Van den vos bereikt het daar meer dan ooit een perfectie in, en blijkt het collectief het stadium van de stoere jongens met de stoute laarzen echt ontgroeid.

59_Rummens_3_Van den vos 2.jpgDat zie je bijvoorbeeld aan al het talent van buitenaf dat FC Bergman voor deze voorstelling heeft samengebracht, en dat het ook alle ruimte laat. Het maakte de hooggespannen verwachtingen bijna logisch – al is het samenbrengen van toptalent zeker geen formule voor gegarandeerd succes. Zo werd voor de tekst Josse De Pauw geëngageerd, al schijnt er van zijn schrijven niet veel in de uiteindelijke voorstelling terechtgekomen te zijn. Maar neem de muziek. Componiste Liesa Van der Aa (het idee om het Reynaert-verhaal te ensceneren komt oorspronkelijk van haar) toont in deze voorstelling waartoe de combinatie van muziek en theater werkelijk in staat is. Met het Berlijnse Solistenensemble Kaleidoskop bedacht ze een bij momenten verbluffend unheimliche soundscape, een sonoor spiegelbeeld van het toegetakelde mensbeeld dat deze voorstelling voorschotelt. En als aan het slot Gregory Frateur zijn keel openzet, kan je alleen maar verstenen. Wat een intensiteit, wat een schoonheid, wat een tragiek.

Dan is er nog de samenwerking met Viviane De Muynck en Dirk Roofthooft, die twee acteurs die al een indrukwekkende carrière lang de levende materialisering zijn van onze condition humaine. De Muynck, de moeder, de koningin. Vleesgeworden obscuriteit, een stem die elke illusie overstijgt. Zelfrelativering ook, de ontgoocheling voorbij: dit is wat het is, jongens, meer komt er niet. De scène, vervolgens, waarin Roofthooft het jonge meisje met woorden verkracht, blijft je in haar scherpgeslepen barbaarsheid als een kwelgeest najagen. Hier is geen monster aan het woord, geen beest, maar een zieke man van vlees en bloed, die zijn driften niet langer tot bedaren weet te brengen. Hij vecht vooral tegen zichzelf, is verwikkeld in een walgelijke worsteling met zijn begeertes en zijn driften. Hij zoekt revanche voor het menselijk tekort, en hoezeer je ook afkeurt wat hij doet: je zou het hem bijna vergeven. Als zo'n man in deze toestand gespeeld wordt door een acteur als Roofthooft – met een sublieme beheersing en een onmetelijk talent voor dosering, maar tegelijk met zoveel waarachtigheid en emotionele intelligentie – dan ontstaat er iets bijzonders: dan wordt theater een kunstvorm die dieper snijdt dan wat dan ook, zowel intellectueel als emotioneel.

Drie ruimtes

In Van den vos kijk je niet meer naar een plaatje. Je bent medeplichtig. Dit theater gaat over jou, en jou, en jou.

Ook in zijn ruimtegebruik toont FC Bergman zich doordachter en complexer dan in het vorige werk dat ik van hen zag. Alle multidisciplinariteit in Van den vos wordt nogmaals ontdubbeld in het minstens even grootse, maar deze keer efficiënte gebruik van de ruimte. Grofweg bestaat die uit drie theatrale ruimtes. Centraal, op een houten verhoog bovenop de hele parterre, is er de ruimte met het zwembad, de beschaving, de plaats van de handeling ook. In de ruimte daarachter – de eigenlijke bühne van de Bourla – werd een heus bos opgetrokken, symbool voor de natuur, het wilde, en de kwetsbaarheid van mensen daarin: zoals de naakte Marie Vinck, het perfecte vrouwenlichaam gedrapeerd over een boomstam, als summum van dat beeld, een beeld dat ook voorkomt in Lars Von Triers magistrale film Melancholia. De derde ruimte is de publieksruimte: de balkons. Het is geen louter functionele ruimte, zoals tribunes dat meestal zijn. Neen, door het publiek rondom te zetten, op alle balkons die de Bourla rijk is, krijgt ook deze ruimte en wat erin gebeurt een cruciale betekenis. De blik wordt heel anders gestuurd. Ook dat is een cruciaal verschil tegenover bijvoorbeeld Wandelen... en De terminator trilogie: in Van den vos kijk je niet meer naar een plaatje, je maakt er integraal deel van uit. Je bent medeplichtig. Dit theater gaat over jou, en jou, en jou.

Het eindbeeld van Van den vos is een onvergetelijke, bijna hallucinatoire ervaring. Het bos is plots verdwenen. Het podium van de Bourla is volstrekt wit en leeg. Dirk Roofthooft stapt die leegte op, er valt niks meer te zoeken. Dit zijn de Elyseese velden, het niets na de dood, een void. Zou hier geluid bestaan? Na al de overdaad die deze voorstelling ons voorgeschoteld heeft, is dit misschien wel het sterkste beeld van de hele voorstelling, juist omdat het contrast met de voorafgaande grootsheid en rijkdom zo groot is. Net zoals het bos een tegenbeeld was voor de gelikte beschaving van het zwembad, is deze leegte een tegenbeeld, maar dan voor de haast ondragelijke overspannenheid van wat voorafging.

Het theater waar FC Bergman toe in staat is

Is dit theater zoals het theater bedoeld werd? Of gaat het eraan voorbij? Met Van den vos heeft FC Bergman ons in elk geval laten zien waar het met het theater naartoe kan. Een vrolijk beeld is het niet geworden, maar indrukwekkend des te meer. Dit is het theater dat alles eindeloos heeft opgeslorpt om ons vervolgens een universum voor te schotelen dat we niet alleen nog nooit hadden gezien, maar dat we ons ook nog niet hadden voorgesteld. Dit is theater dat gemaakt is met een onvoorstelbare dosis intensiteit, ballen en waarachtigheid. We hebben dan wel even moeten wachten tot alles in de plooi viel, maar FC Bergman heeft het ons uiteindelijk toch gegeven.

59_Rummens_4_Van den vos 1.jpgVan den vos werd geen theater zoals te verwachten en te voorzien was: het werd theater dat aan het leven zelf gewaagd is, theater dat je kwaad maakt en opstandig, je het gevoel geeft dat je moet ingrijpen, wat door je positie op het balkon van de Bourlaschouwburg, zo met je neus bovenop de weinig rooskleurige feiten gedrukt, nog mogelijk zou zijn ook. Je krijgt zin om te kotsen. En je hebt het gevoel dat het kan, dat het mag, misschien zelfs dat het van je verwacht wordt. Die duizelingwekkende waarachtigheid – en die gaat veel verder dan wat je rationeel kan bevatten vanuit een tekst, een plot of een al dan niet volstrekt logische scènewissel – die waarachtigheid maakt de kwaliteit van deze voorstelling uit. Van den vos is een ongrijpbare maar sublieme ervaring, die blijvend nazindert.

_‘Van den vos’ _is een coproductie van Toneelhuis en Muziektheater Transparant, gemaakt door FC Bergman, Liesa Van der Aa & Solistenensemble Kaleidoskop, en Josse De Pauw. Op 24-25 januari nog te zien in Kaaitheater, en op 31 jan en 1 feb in C-mine Genk.

Tom Rummens coördineert de internationale werking van HETPALEIS.