‘Knock Knock Knock’ – Spoon

Door Johannes De Breuker, op Wed Sep 17 2014 12:29:10 GMT+0000

Halfweg de plaat They Want My Soul lijkt Spoon met het nummer ‘Knock Knock Knock’ haast verontschuldigend voor de deur van de hall of fame te schuifelen. Het Texaanse vijftal probeert immers al twintig jaar zieltjes te winnen. Toch blijven ze, behalve bij een trouwe schare muziekjournalisten, voor het grote publiek onbekend en onbemind.

De wegen van muziek zijn ondoorgrondelijk. Hoe verklaar je anders dat sommige bands zonder ook maar één album op hun conto de grootste podia bestijgen, terwijl andere bands al twintig jaar consequent sterke platen maken en moeten smeken om een plekje op de affiche van een kleine club? Dat laatste is het geval voor Spoon, de sympathieke band rond zanger-gitarist Britt Daniel. Al sinds hun geweldige debuut Telephono uit 1996breit de band met een handvol snaren een soort indierock die niet enkel oprecht en doorleefd klinkt, maar vooral bol staat van onvermurwbaar enthousiasme en eigenzinnigheid.

In die gezonde koppigheid schuilt misschien wel het grote geheim van Spoon. Acht albums lang bewandelen zij al een compromisloos pad dat hen telkens uit de handen van de zieldodende majors houdt. Zou de albumtitel They Want My Soul daarop alluderen? Misschien wel. Al in 1999 haalden ze de toorn van de major Elektra Records op de hals, door op de single ‘The Agony of Laffitte’ de werkwijze van een van hun A&R-managers op de korrel te nemen. Ook vandaag staat Spoon nog altijd bekend voor zijn hoge independent-gehalte. Zij houden zich ver van het spel zoals de rockonomici het graag zien, en dan moet je blijkbaar tevreden zijn met kleine clubtours en de schouderklopjes van hypegevoelige grootheden. De wegen van muziek zijn misschien dan toch niet zo ondoorgrondelijk. Just follow the money.

Spoon maakt songs alsof de band een spelletje Jenga aan het spelen is

Gelukkig zijn er nog bands die gewoon hun droom durven volgen, wars van charts en hypes. En die droom bestaat voor Spoon in het maken van minutieus opgebouwde indierock, opgevoegd met dikke lagen soul, rock-'n-roll en aanstekelijk vakmanschap. Spoon maakt songs alsof de band een spelletje Jenga aan het spelen is: het stript het hele nummer, om enkel de broodnodige bouwstenen te laten staan. En de blokken die nog resten, worden er gewoon weer bovenop gelegd, zodat de songs uiteindelijk torenhoog boven ‘de concurrentie’ uitstijgen. Less is more, maar dan geperfectioneerd. Geen wonder dus dat je tijdens het dissecteren van een van hun meest gestripte songs, ‘Knock Knock Knock’, Spoons ziel zelf blootlegt. Al mag die ziel dan niet per opbod verkocht worden, aan wie ernaar op zoek gaat, geeft Spoon graag een rondleiding.

'Knock Knock Knock' per seconde wijzer

0'00": De luchtige drumpartij van Jim Eno legt de eerste steen van iets wat lijkt op de onderbouw van een luchtkasteel.

0'06": De akoestische gitaar van Britt Daniel komt binnen met de attitude van een elektrische gitaar en maakt van de verwarring gebruik om meteen met de volle aandacht te gaan lopen.

0'13": Ook de zanger mengt zich nu in het gebeuren. Wedden dat we subiet een toontje lager zullen zingen?

0'19": De bas komt frivool, bijna komisch binnengehuppeld.

0'20"-0'38": Drum en gitaar hebben het op een akkoordje gegooid en blijven koppig rond dezelfde tonen en ritmes hangen. De bas is de vrolijkste van de hoop, een goed bewaard geheim. Zijn uithoudingsvermogen is er ook op vooruitgegaan, want het is ‘werkentijd’ voor de wijs- en middelvinger van Rob Pope.

0'39": Ondanks zijn vreugdesprongetje blijft de rest nukkig voor zich uit staren.

0'47": Er wordt gefloten. De aanstekelijkheid van de bassist begint eindelijk vruchten af te werpen.

1'03"-1'11": Een unheimliche, aan zeemeeuwen herinnerende sound haalt de bas uit zijn concentratie. Hij zoekt naar de juiste woorden, codeert ze vervolgens naar de fa-sleutel, en komt net voordat het refrein begint, opnieuw bij zinnen.

1'13": Een aanzwellende synth baant zich een weg naar de onderbuik ...

1'16": ... van de vleugelpiano. Britt legt beschuldigend de nadruk op ‘you’. Ik voel me aangesproken.

1'26": Stilaan komen al de verschillende elementen op een en dezelfde notenbalk te staan. Voor de eerste keer zit het gevoel helemaal juist.

1'30"-1'44": Negentig seconden heeft Spoon zorgvuldig naar dit punt toegewerkt. Voor dit moment bestaat zelfs een woord: orgelpunt. En dit keer mogen we dat letterlijk nemen. Op het klankentapijt dat het orgel voor onze voeten heeft gegooid, stallen we veertien seconden lang al onze gevoelens uit. Orgels sluiten melancholie kort. Handle with care.

1'44": Het orgel sterft uit (én probeer nu maar eens uit te leggen dat dit het échte orgelpunt is). Het luchtkasteel loopt leeg. Iedereen loopt leeg. Een lieflijk tranendal is het enige wat nog overblijft. And it starts all over again.

1'45": Achtergrondkreetjes klonken nog nooit zo op hun plaats als nu.

1'53": Twijfelende aanslagen op de gitaar klonken nog nooit zo zelfverzekerd als nu.

1'55"-2'10": Een scherpe, diepsnijdende gitaarsound klimt op uit het tranendal en rijt het hele nummer open. Hoe uitgebalanceerd en bestudeerd deze solootjes ook mogen zijn, spontanere en ondoordachter uitingen van genie bestaan er niet. Voor de sounds die in de achtergrond opwellen, heb ik geen oor.

2'14": Syntax error. Mijn oren fluiten.

2'20"-2'51": Hoe klassiek de opbouw van Spoon ook mag zijn, hoe de band dit nummer stilaan afrolt tot zijn volle potentieel, is fenomenaal. Elk laagje, elk geluidje en elke zucht is noodzakelijk. Zucht.

2'52": Er zijn zekerheden: na een strofe komt er een refrein.

2'57": Opnieuw maakt de synth de weg naar de onderbuik vrij ...

2'59": ... zodat de piano vrij spel heeft voor een stomp in de maag. ‘You.’

3'00": Onverstoord houdt Eno zijn rechtervoet en linkerhand in bedwang. Zijn basdrum klinkt droog en doeltreffend. De stomp in de maag zindert na.

3'13": Orgelpunt n°3. Het Hammond-effect, het muzikale equivalent van de middelpuntvliedende kracht, treedt in werking. Duizeligheid en gelukzaligheid worden kortstondig synoniemen.

3'27": De Leslie-speaker heeft zijn laatste rondje gedraaid. Wie heeft de tel bijgehouden? (n°4)

3'38": De bas durft weer wat frivoler uit de hoek te komen.

3'47": Alle losse eindjes worden stilaan aan elkaar geknoopt. De vocalen trekken zich terug, totdat er enkel nog maar geneuzel overblijft.

4'10": De gitaar laat nog even van zich horen.

4'15"-einde: Rechtdoor en gaan. Zou Jim Eno nog altijd aan het drummen zijn?

In elk nummer dissecteren we een recente song. Muziekkritiek op de vierkante millimeter.

Johannes De Breuker schrijft freelance over film en muziek, en is muziekredacteur van rekto:verso.