‘Flanders, state of the art’: handel ernaar

Door Tom Kestens, op Tue May 10 2016 22:18:02 GMT+0000

En als we in de grote cultuursubsidieslag nu eens gewoon puur strategisch zouden denken, in plaats van te redetwisten over de kunstenorganisaties die op de wip zitten? Vlaanderen is ‘State of the Art’. Omdat kunst & cultuur de eerste pijler van onze (internationale) reputatie zijn gebleken. Dan moeten Sven Gatz en de Vlaamse Regering toch niet lang nadenken over hun eindbeslissing? Dan zouden ze moeten debatteren over wie ze allemaal méér gaan geven, in plaats van minder.

70_kestens_Geert Bourgeois en Ben Weyts voor Bruegel.jpgDe voorbije weken deden al verschillende opiniemakers hun zeg over het nut (of niet) van cultuursubsidies. We lazen onder meer een opinie van een Liberales ‘denktanker’. Want zoals altijd wanneer de adviezen over kunst- en cultuursubsidies wereldkundig worden gemaakt, is er wel iemand die zich graag hardop de vraag stelt of die cultuursubsidies eigenlijk wel te verantwoorden zijn. Ook zoals altijd kwam daar natuurlijk heel wat reactie op. Uit politieke hoek, maar ook van cultuurmakers zoals de directeur-intendant van operahuis De Munt. Argumenten waren uiteenlopend. Van ‘kunst is een bindmiddel’ tot ‘kunst zet aan tot kritisch denken’, en ‘kunst heeft een positief economisch effect’. De opinies waren natuurlijk waardevol en niet zelden met slimme pen geschreven.

Maar ik kon me alweer niet van de indruk ontdoen dat we in herhaling vallen in het subsidiedebat. Het is en blijft moeilijk om de brug te slaan tussen de klassiek-liberale huiver voor subsidies en het geloof in het belang van die incentives voor economie en samenleving. Er ontbreekt in dat eeuwige debat iets essentieels: strategische argumenten.

Wat is het verhaal van Vlaanderen?

In de praktijk van het ondernemen en de soms harde zakenwereld (die ik de voorbije vijf jaren heb leren kennen) is er één hamvraag die haast elke clevere zaakvoerder zich elke dag opnieuw stelt: wat is ons onderscheidend vermogen? Hoe uniek is ons verhaal? Met andere woorden: wat is het DNA van mijn bedrijf? Het antwoord op die vragen te kennen is een ongelooflijk belangrijke troef. Het stuurt je zakelijke strategie en geeft richting aan keuzes die je dagelijks maakt. Het is het helikopterperspectief van waaruit je al de tactieken van je bedrijf evalueert en bijstuurt. De kapstok, zeg maar. De beste bedrijven in dit land kennen hun verhaal door en door. Hetzelfde geldt trouwens voor succesvolle overheden. Steden, regio’s, landen die in de lift zitten… ze doen niet zomaar wat. Ze weten wat ze doen, en vooral waarom. Ze hebben het grotere verhaal in hun vingers.

Kunst en cultuur blijken naast onderwijs, wetenschap, vakmanschap en erfgoed de belangrijkste troef te zijn voor Vlaanderen.

Vanuit strategisch oogpunt kunnen we in elk Vlaams subsidiedebat dus maar best uitgaan van dé belangrijkste vragen: wat is het verhaal van Vlaanderen? Wat is ons onderscheidend vermogen en welke aspecten van onze samenleving en economie zijn daar bepalend in? Met andere woorden:wat is het DNA van Vlaanderen en gebruiken we vandaag subsidies om dat DNA ook uit te dragen en te versterken?

Geen paniek, ik ga het antwoord daarop hier niet uit mijn creatieve duim zuigen, laat staan de lezer mijn eigen ideeën ‘verkopen’. Dat zou niet ernstig zijn. Een antwoord vinden op zo’n vragen vergt namelijk maanden, soms jaren van grondig onderzoek, verwerking en uitwerking. Je zoekt in het verleden én het heden naar antwoorden bij een brede groep van betrokkenen. Je legt inzichten van verschillende bronnen naast elkaar, je analyseert data. Je doet denkwerk. Daarenboven: het DNA van een samenleving onder de loep leggen, dat is niet hetzelfde als een bedrijf definiëren.

Nummer 1 in cultuur

Het goede nieuws is dat de Vlaamse overheid die oefening al heeft laten maken tijdens de vorige regeerperiode. En nog grondig ook. De Dienst Toerisme Vlaanderen, Arts Flanders, Flanders Investment & Trade en het Departement Internationaal Vlaanderen hebben toen in opdracht van de regering een aantal domeinen gedetermineerd die het verhaal en het ‘merk’ Vlaanderen gisteren, vandaag en morgen onderscheidend maken in België en de wereld. Dat heeft geleid tot onder meer een nieuwe visuele identiteit, tot een nieuwe slagzin, én tot een nieuwe communicatiestijl voor Vlaanderen, hier en in het buitenland.

70_kestens_flanders_horizontaal_naakt.jpg

Om een lang verhaal kort te maken: de ambitieuze branding-oefening (die na een grondig vooronderzoek uiteindelijk werd uitgevoerd door een sterk branding-bureau met internationale reputatie) kwam uiteindelijk samen in enkele cruciale troeven: kunst & Cultuur als eerste troef, daarnaast Creatieve Economie en Nieuwe Industrie (maakbedrijvigheid in al zijn vormen), Onderwijs, Wetenschap en Onderzoek en als laatste: ons rijke verleden en onze avant-garde. Kunst en Cultuur blijken dus naast onderwijs, wetenschap, vakmanschap en erfgoed de belangrijkste troef te zijn voor Vlaanderen. Niet voor niets werd een nieuwe baseline bedacht, die deze toch wel opmerkelijke conclusie in de verf zet: 'Flanders, State of the Art'. Bekijk de uitwerking van die oefening hier.

Daar heb je het, het DNA van Vlaanderen. Vlaanderen onderscheidt zich met de rest van de wereld door zijn vernieuwende cultuurmakers.

Ik herinner me de dag dat ik de resultaten van deze oefening (de nieuwe stijl, het sterk onderbouwde verhaal erachter, de baseline in vele varianten) voor het eerst onder ogen kreeg. Ik was enthousiast, maar eigenlijk niet verrast. De Vlamingen en de internationale gemeenschap legden hier namelijk de vinger op hét verhaal dat onze regio al eeuwen wereldfaam oplevert: wij zijn ‘state of the art’. Daar heb je het, het DNA van Vlaanderen. Vlaanderen onderscheidt zich met de rest van de wereld door zijn goed opgeleide, kritische denkers, door zijn baanbrekend vakmanschap en vooral… door zijn vernieuwende cultuurmakers. In de Flanders Identity Guide staat het als volgt: ‘Dit zijn onze unieke sterktes. Het zijn die thema’s die ons internationaal op de kaart zetten. Daarin zijn we sterker dan andere regio’s of landen.’

Van Altamira tot heden zijn onze kunst en cultuur inderdaad een belangrijke bron van trots geweest. Je hoeft geen Vlaams-Nationalist te zijn om in dit verhaal de essentie te herkennen van de plek waar onze kinderen opgroeien. Dit aspect van Vlaanderen is misschien zelfs de reden waarom velen van ons in dit deel van België blijf wonen en werken, ondanks de eeuwige files, de met beton volgestorte openbare ruimte en de veel te lange winterperiodes. Het is zelfs goed mogelijk dat de Vlaamse kunstenscene een stevig aandeel heeft gehad in de opmerkelijke nummer 1 ranking van de Belgische cultuurscene in de befaamde Good Country Index. Die index brengt landen in kaart waar de wereld beter van wordt. ‘Good countries’ dus. België draagt (volgens 250 miljoen bevraagden van over de hele wereld) het meest bij aan de leefbaarheid van onze planeet door zijn… kunst en cultuur.

70_kestens_good country.png

Hoe die index tot stand kwam lees je hier.

Ga voor voorsprong, geen achterstand

Je zou dan ook verwachten dat een regering, al zeker met fiere Vlaams-Nationalisten aan het hoofd, alleen al uit zuiver strategische overwegingen aan de slag zou gaan met die belangrijke pijlers van de Vlaamse identiteit. Of toch met een aantal. Ik had alleszins verwacht die troeven als rode draden doorheen het beleid te gaan herkennen. Maar in realiteit gebeurt er bitter weinig mee. Ja, de nieuwe merkidentiteit dient als stijlgids voor de internationale communicatie. Maar dat is het dan zowat. Vlaanderen is niet verhoogd aan het investeren in zijn troeven. Integendeel. De regering bespaart op cultuur, bespaart op wetenschappelijk onderzoek, bespaart op werkingsmiddelen voor het onderwijs. Besparen, besparen, besparen… op de historische sterkhouders van deze regio!

70_kestens_koen_theys_leviathan (Vlaamse Leeuw met Oude Sokken)%22, 2016 (c) Pepa De Maesschalck.jpg

De enige ambities die uitgesproken zijn, wijken serieus af van de beschreven troeven. Bourgeois wil naar eigen zeggen Vlaanderen koploper zien worden in nieuwe technologie, in zorginnovatie, in veilige mobiliteit, kringloopeconomie en CO2-arme energie. Euh…? Uiteraard zijn dat allemaal nuttige speerpunten voor beleid, maar als ik me niet vergis zijn dat allemaal domeinen waarin we vooral een serieuze inhaalbeweging moeten maken. Het zijn ook allemaal beleidsdomeinen waarin de regering serieus onder vuur ligt. Van Uplace tot Oosterweel, van Turteltaks tot ontbossingsdossiers... Komt dat wel goed met die mobiliteit, die kringloopeconomie en CO2-arme ambities? Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur.

Soit, ik stel me gewoon de vraag waarom de Vlaamse Regering liever met achterstand vertrekt dan met voorsprong. Wat is het grote plan hier? Wat is de strategie? Ik zie het eerlijk gezegd niet. Als een investering in onze sterkste pijler(s) zelfs niet aan de orde is, hoe kan de Vlaamse Regering dan met geloofwaardigheid de ambitie uitspreken om wereldwijd koploper te worden in andere domeinen?

Operatie Imagoherstel

En dan is er nog die bijkomende uitdaging: het imago van ‘failed state’ sinds de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel. Ik zeg dat met schroom, omdat het thema zo gevoelig ligt, maar het probleem is wel reëel. Onze hoofdstad en dus ook Vlaanderen hebben nood aan een operatie imagoherstel. We moeten de wereld herinneren aan onze grote troeven. Hoe gaan onze beleidsmakers dat doen? Wat wordt de hefboom? Zijn we er zo zeker van dat we ons met verhoogde militaire inzet op openbare plaatsen plots gaan kunnen profileren als baken van veiligheid en vrijheid? Ik durf dat te betwijfelen.

70_kestens_soldaten (c) facebook.jpgMijns inziens zet Vlaanderen ook best in op troef nummer één: op onze bloeiende, gastvrije kunststeden, op onze bruisende gastronomie en cultuur, op onze internationaal hoog aangeschreven kunstenaars. Dat zijn de beste ambassadeurs van onze identiteit, en alles bij elkaar ook een veel sterker ‘wapen’ om onze vrije samenleving mee te versterken. Op korte én lange termijn. Zonder een echt constructief alternatief hoeft het hele land een besparing op Kunst & Cultuur eigenlijk niet te aanvaarden als evident. Niet op dit moment. We mogen niet vergeten dat nu beslissingen genomen zullen worden die de contouren van onze kunsten en cultuur (en dus onze reputatie) tot 2021 gaan bepalen, en dus tot ver na de volgende verkiezingsronde.

Jammer allemaal. Want voor een ambitieus Vlaams beleidsmaker ligt een gouden kans voor het grijpen. We weten wat Vlaanderen trots maakt, wat ons anders maakt en dus voorsprong geeft op de rest van de wereld. Waarom doen we daar dan zo weinig mee? Als een slimme burgemeester in een stad beleidsmatig aan de slag gaat met wat de inwoners van zijn stad trots maakt, moet een regering dat toch zéker doen?

Gedaan met boekhouden

We moeten natuurlijk geloven in het gezond verstand, en in de befaamde Vlaamse creativiteit. Wat niet is, kan nog altijd komen. Ik durf hier even hardop te dromen met betrekking tot de belangrijkste troef van Vlaanderen. Wat als...? Wat als het de Vlaamse Regering plots wél menens zou worden met de intentieverklaring ‘Flanders, State of the Art’? Dan zou het aan zijn Minister van Cultuur geen besparingsoperatie vragen, maar integendeel de ambitie om die ‘state of the art’ nu eens echt waar te gaan maken. Ze zou, bij monde van de Minister-President, vandaag het volgende kunnen zeggen aan Minister Gatz: ‘Beste Sven, we gaan in het cultuurbeleid niet besparen, maar net meer investeren. Het is wat ons boven alles onderscheidt in de wereld, dus laat ons niet de historische vergissing begaan om dat te fnuiken vanuit boekhoudkundige overwegingen. Niet nu. Niet nu we van Vlaanderen een koploper willen maken.

Wat als we dat nu eens zouden doen? Inzetten op onze trots?

Zo zou in de komende dagen, weken, maanden de discussie niet langer gaan over welke cultuurspelers we subsidies gaan ontzeggen. Maar wel over welke spelers we méér gaan geven dan ze vroegen. Zo zou onze minister van de belangrijkste pijler van onze identiteit niet in het defensief gedwongen worden. Zo zouden we hem integendeel een stevige duw zien geven aan de ambassadeurs van onze identiteit: de makers van baanbrekende kunst en cultuur. Zo zou, van Ieper tot Brussel en New York, een krachtige boodschap klinken uit Vlaanderen. ‘We are Flanders, we are State of the Art.’ Tot spijt van wie het benijdt. Wat als we dat nu eens zouden doen? Inzetten op onze trots? Ik vraag het echt in alle ernst. Zou dat, op lange én korte termijn, niet gewoon een slimme strategische zet zijn?

_Tom Kestens is muzikant en voorzitter van GALM vzw, Genootschap voor Artiesten Lichte Muziek. Hij werkt ook als freelance communicatie – en brandingconsultant. _