‘Boeken zijn niet de missie van de bibliotheek’

Door Michiel Leen, op Fri Oct 28 2016 09:58:17 GMT+0000

Wie zich afvraagt hoe de bibliotheek van de eenentwintigste eeuw eruit kan zien, vindt een plank vol ideeën bij Eli Neiburger. De eigenzinnige Amerikaan is deputy director van de openbare bibliotheek in Ann Arbor, Michigan, VS, en zit niet verlegen om een prikkelende uitspraak meer of minder. ‘Een bib die enkel op boeken focust, is als een groendienst die alleen voetbalvelden onderhoudt.’

Een tijdje geleden was Eli Neiburger te gast voor een uitdagende lezing in de Permekebibliotheek in Antwerpen: ‘The Future of Libraries: Same as it ever was, only different’. Ooit was hij game-ontwikkelaar en videoproducer, nu leeft hij voor zijn bibliotheek in Michigan, en schreef hij over zijn passie en ideeën ook verschillende boeken. Onder zijn leiding veranderden de lokale bibliotheken van stoffige boekendepots naar knooppunten van informatie en gemeenschapsvorming. In ‘zijn’ bibliotheek kun je niet enkel boeken en cd’s uitlenen, maar ook het soort dure apparatuur dat je maar zelden nodig hebt, zoals infraroodcamera’s of zelfs geluidseffecten voor de gitaar. Allemaal in dienst van die ene filosofie: dat de bibliotheek in de frontlijn moet staan van de informatierevolutie.

Eli Neiburger

**Uitgerekend de bibliotheek? Dat zal veel mensen verbazen. Een **voorutstrevend imago heeft de bibliotheek toch niet?

‘De bibliotheek moet meer zijn dan een boekentempel. Voor honderden jaren was het boek de informatietechnologie bij uitstek. Bibliotheken zijn daar misschien wat in blijven steken, door zichzelf te blijven zien als instellingen rond boeken. De uitdaging is nu veeleer om je dienstverlening aan te passen aan de nieuwe informatievormen en -dragers. Een bibliotheek heeft vandaag een grote rol te spelen in het publieke bezit van informatie in welke vorm dan ook. Informatie moet niet het exclusieve bezit zijn van individuen of grote bedrijven. En het is een feit dat veel bibliotheken daar nog niet op voorbereid zijn.’

Hoe kan een bibliotheek eigenaar zijn van informatie? Ook op de computer in de bib verken je het internet toch gewoon via google, facebook en andere grote bedrijven?

‘Vandaag moet de bibliotheek een verzamelplaats zijn van informatie over de eigen gemeenschap. De bibliotheek van de twintigste eeuw bracht de wereld naar de lokale gemeenschap. In de bibliotheek van de eenentwintigste eeuw is het net omgekeerd. Er is veel informatie waar geen business van te maken valt. In Ann Arbor hebben we het hele archief van de lokale krant overgenomen. Niemand zal daar ooit geld aan verdienen, maar er zitten waardevolle, unieke documenten tussen. Het wereldwijde web groter maken met die informatie uit de eigen gemeenschap is een grote uitdaging voor bibliotheken. Als we ons alleen nog maar bezighouden met het produceren van inhoud die geld opbrengt, negeer je een boel info die voor je gemeenschap misschien nog veel waardevoller is.’

Non-believers zullen zeggen dat google de bibliotheek overbodig heeft gemaakt voor opzoekingen.

‘Mocht de bibliotheek enkel gesubsidieerde toegang bieden tot commerciële inhoud, mocht hij enkel toegang bieden tot de laatste nieuwe boeken, dan is er inderdaad nog weinig toegevoegde waarde. Maar in werkelijkheid is de bibliotheek de uitdrukking van de hele gemeenschap, waarin een hoop hulpmiddelen gepoold worden. Onze bibliotheek in Michigan heeft niet alleen boeken, dvd’s en cd’s, maar je kunt er ook een telescoop, microscoop of geluidseffect voor je gitaar lenen. De gemeenschap brengt middelen samen en maakt die informatie en apparatuur toegankelijk voor iedereen. Delen houdt economisch steek. Zeker voor apparaten die je zo zelden nodig hebt dat het geen zin heeft om ze zelf te bezitten. Wat wij doen, is toegang bieden tot schaarse hulpmiddelen. Boeken waren lange tijd ook zoiets.  Nu boeken niet langer diezelfde schaarste hebben, verbreden we onze scope.’

Zijn er dan geen grenzen aan wat een bibliotheek in huis moet hebben? Je komt meteen op het domein van de muziekschool, de fotografieclub, ga zo maar door…

‘Ja, maar die lenen hun apparatuur niet uit. De bib stelt ze ter beschikking voor iedereen.’

Staan bibliothecarissen open voor die expansie die je propageert?

‘Ze tonen zich overwegend positief, al zijn er ook kritische geluiden. Voor de Vlaamse bibliotheeksector is mijn indruk dat het idee dat bibliotheken hun scope moeten uitbreiden, al breed gedragen wordt. Maar als je in de bibliotheek werkt omdat je van boeken houdt, zijn het natuurlijk harde tijden. Boeken zijn niet de missie van de bibliotheek. De missie is: kennis doen toenemen door leren mogelijk te maken. En dat doen bibliotheken door dingen te delen. Weet je, er waren al bibliotheken voordat er boeken waren. De rotstekeningen in de grot van Lascaux zijn in mijn ogen de eerste bibliotheek.’

Voor wie in de bibliotheek werkt omdat hij van boeken houdt, zijn het harde tijden.

Hoe is dat concreet gegaan in Ann Arbor?

‘De telescopen waren er het eerst, zo’n vier jaar geleden. Sindsdien is de collectie apparatuur enkel gegroeid. Toch gaat het grootste deel van ons budget nog steeds naar boeken. Alleen komen er nu mensen over de vloer die tevoren nooit een voet in de bibliotheek hebben gezet.’

U wordt wel rijkelijk gesubsidieerd.

‘We hebben inderdaad een mooi budget, al zitten we binnen Amerika in de middenmoot. We hebben 160.000 inwoners en jaarlijks 12 miljoen dollar voor vijf locaties. Maar we hebben vooral een klein deel van het beschikbare geld gebruikt om nieuwe dingen te doen. We hebben dus geen activiteiten afgeschaft.’

Als een bibliotheek die het met veel minder moet stellen, uw filosofie zou willen overnemen, waarop zou hij dan moeten inzetten?

‘Het kan vreemd klinken, maar een telescoop is een goed begin. Die is eenvoudig in gebruik, weinig mensen bezitten er een, en zo duur zijn ze ook weer niet. Zelfs de kleinste bibliotheken kopen dingen omdat ze denken dat ze die nodig hebben. Met dat geld kun je iets radicaal nieuws doen. Bovendien kun je zo partnerschappen uitbouwen met andere subsidiërende organen: wetenschappelijke instellingen, astronomieverenigingen… Niet enkel voor de centen, maar ook om de expertise te delen. In internettoegang aanbieden aan arme mensen zit geen geld, maar toch is dat ook economische ontwikkeling: die mensen werken aan zichzelf. Zo is ook Permeke vooral een project van stadsontwikkeling in een wat verlopen buurt. Dat zijn investeringen die economisch geen steek houden, maar voor het publieke goed wel.’

Wat trekt u naar de bibliotheek?

‘In een wereld waarin het corporate denken overheerst, is de notie van publiek eigenaarschap van informatie en hulpmiddelen een radicale stellingname. We gaan er te snel van uit dat privéondernemingen ons wel van diensten en informatie zullen voorzien. ‘

Heeft die bibliotheek van de toekomst nog boeken?

‘Zolang mensen naar de bibliotheek komen op zoek naar boeken, wel. En dat zal nog wel een hele poos zo blijven, zeker de komende vijftig jaar en misschien ook nog in de volgende eeuw. Boeken zijn geweldig low-tech, maar wel heel efficiënt. De dvd’s en blu-rays zullen sneller uit de bib verdwijnen dan de boeken. De vraag is alleen of uitgevers nog zo massaal boeken zullen produceren als vandaag. In de jaren 1970 dacht men dat het audioboek het papieren boek zou vervangen. Hetzelfde kreeg je te horen toen het e-book opkwam. Maar millenials zijn niet zo geïnteresseerd in e-books. Een boek is een ervaring, gelinkt aan ontspanning. Als jongeren een antwoord willen op een vraag, zullen ze dat inderdaad niet in een boek gaan zoeken. Dat doen ze op internet. Maar ontspanning is een ander verhaal.’

De dvd’s en blu-rays zullen sneller uit de bib verdwijnen dan de boeken. De vraag is alleen of uitgevers nog zo massaal boeken zullen produceren als vandaag.

Wat moet een bibliothecaris doen in die eenentwintigste eeuw?

‘De superkracht van de bibliothecarissen is dat zij het verschil kennen tussen belangrijke en onbelangrijke dingen. Zij doorzoeken bijvoorbeeld het archiefmateriaal dat we aangeboden krijgen en beslissen of we het al dan niet houden. Anderzijds: een baliemedewerker hoeft  geen bibliothecaris te zijn. We hebben de bibliothecaris nodig om zijn specifieke expertise, niet om hem of haar in te zetten als kassier. De secretaresse van je huisarts is ook geen dokter, weet je wel.’

Maar ook de baliemedewerkers gaan mee in de radicale veranderingen die u doorvoerde in Ann Arbor?

‘Een van mijn oudere werkneemsters was eerst heel sceptisch en wilde focussen op  naslagwerken. Ik gaf haar de mogelijkheid om aan digitalisering en onderzoek te doen. En nu is ze een voorstander. Ze weet dat ze een professional is, en dat ze haar tijd beter gebruikt als ze nieuwe archieven ontsluit dan als ze aan een bureau zit en de printer repareert. De uitdaging bestaat er vooral in te ontdekken waar elk individu enthousiast van wordt en hem of haar daarmee aan de slag te laten gaan.’

Met welk argument snoert  u tegenstanders van dat model de mond?

‘De bib is een enorm kosten-effectief middel om de economische output van je gemeenschap mee te vergroten. De bibliotheek is goedkoop: iedereen wordt er slimmer, rijker en welvarender door. Via de bib kan iedereen kennis, vaardigheden en ervaringen opdoen. Er is geen andere instelling die dat doet. De privésector gaat geen schoolfoto’s digitaliseren of krantenarchieven bewaren. Tegenstanders schieten vooral graag op bibliotheken omdat ze de belastingen willen afvoeren. Maar in de komende jaren zal de deeleconomie alleen maar aan belang winnen. De bibliotheek is daar een deel van. Geen slachtoffer.’

Detail uit Eli Neibergers boek

Welke lessen moeten we dan trekken voor de toekomst?

‘Bibliotheken moeten iets activistisch hebben in hun doelgroepenbeleid. De openbare uitdaging is dat de bibliotheek er is voor iedereen. Bibliotheken hebben het meeste impact als ze werken met de minst bevoordeelde leden van de gemeenschap: de werklozen, de laaggeschoolden, de informatica-analfabeten. Of je het leuk vindt of niet: ook dakloze mensen zitten vaak in de bibliotheek. Wij werken samen met daklozenopvang, bejaardentehuizen, dus naar buiten toe. In de bibliotheek zelf is iedereen gelijk, met speciale aandacht voor de kinderen. Het is belangrijk dat kinderen leren dat de bibliotheek er is voor hen, en dat dat hun hele leven zo blijft. Veel mensen haken af wanneer ze te oud worden voor verhaaltjes-voor-het-slapengaan en komen pas terug wanneer ze zelf kinderen hebben. Millenials vinden de bibliotheek veel minder voorbijgestreefd dan de babyboomers. De bibliotheek zal dus een grotere impact hebben op het ene publiek dan op het andere, maar voor iedereen geldt dat informatie publiek bewaard en weer beschikbaar gesteld moet worden. Als bibliotheek moet je alleen wel mee zijn met de jongste ontwikkelingen in die informatiemaatschappij, anders delf je je eigen graf.’

Michiel Leen is freelance journalist en redacteur.